Uitscheidingspatroon
1.Oriëntatie
1.1. Uitscheidingssystemen
Afvalstoffen kwijt geraken
Afvalstoffen: voedsel en vocht dat opgenomen is via ons lichaam
1.1.1. Urine
Nieren – ureters – blaas – urethra monden uit in penis of vulva
Systeem voor volgende functies
o Productie van urine in nieren
o Transport van urine met behulp van peristatiek van ureter van nieren naar blaas
o Urineopslag in blaas
o Mictie (urinelozing) via urethra van blaas naar buiten
o Blaaswanden spannen zich en kringspier reageert ontspant pas als wij dit willen
Kan 300 – 500ml inhouden hebben
1.1.2. Feces
Colon staat in voor volgende functies
o Productie van feces door vochtonttrekking en indikking van voedselbrij
o Feces geleiding: door peristaltiek wordt het naar rectum getransporteerd
o Fecesopslag in rectum
o Feceslozing (defecatie)
Als rectum zich vult gaat kringspier van anus geprikkeld worden gevoel van drang
We beslissen zelf wanneer kringspier zich gaat ontspannen
1.2. Functie
1.2.1. Nier
Uitscheidingsorgaan
Regeling bloeddruk
Erytropoëse: RBC ontwikkeling
Vitamine D stofwisseling
1.2.2. Darmen
Verteringsprocessen ondergaan verteerbare komt uit in ileum – niet verteerbare gaan
door peristaltiek naar colon
Rechter helft: terug opnemen van water
Linker: motorisch actief
Bacteriën: zorgen voor rottings- en gistingsprocessen en aanmaak vitamine K
1.3. Normale bestanddelen
1.3.1. Urine
Water – afbraakproducten van eiwitten – creatine – zouten – vitamine – cellen
, 1.4. Incontinentie
De klacht van elke vorm van onvrijwillig urineverlies
Kan per maand – per week – per dag – of continu zijn
Gevolgen zijn uiteen lopend
Incontinentie was eerst geen diagnose op zich
Er hangen ingrijpende consequenties aan vast voor persoon en omgeving
Er is nog steeds taboe
2.Beïnvloedende factoren
2.1. Voedingsgewoonten
Urine en feces zijn afvalproducten van voeding
Vezelrijk kan meer feces geven
Asperges geven geur af aan urine
Meer drinken en meer eten geeft meer urine en feces
2.2. Spiertonus
Als spieren van buik en bekkenbodem slap en ongeoefend zijn zullen ze niet bijdrage aan
pers die ontlasting produceert
2.3. Leeftijd
Vanaf 3 jaar krijgen we controle over sluitspieren ze nemen wel af naar mate we ouder
worden
2.4. Algemene lichamelijke conditie
Toilet bereiken – zich uitkleden – schoonmaken zijn rituelen die afhankelijk zijn van houding
en beweging
2.5. Psychische invloeden
Leiden tot verandering
Een depressief iemand doet alles langzamer dus peristaltiek gebeurd ook langzamer tov
iemand hyperactief
2.6. Sociale factoren
Voorkeur is niet tijdens gesprek – maaltijd of meeting
Urineren kunnen we nog doen bij kennissen maar defeceren houden we tot thuis
2.7. Weersinvloeden
Hoge temperaturen zorgen er voor dat je veel transpireert en weinig urineert
2.8. Geneesmiddelengebruik
Directe invloed op productie van urine en indirect op uitscheiding
3.Gegevens verzamelen over urineren
3.1. Observatie van urine
Helderheid: doorzichtig
Hematurie: als bloed in zit dit dat macro en microscopisch is
uitscheidingspatroon
2
, Pyurie: etter of pus, vertroebeld
Kleur: licht geel
Heldere, waterige: grote hoeveelheden urine met geringe concentratie
Donker gele kleur: weinig urineproductie met sterke geur vochtverlies – warmte – diarree
Donkerbruine met geel schuim: hoog gehalte bilirubine aandoening lever of galwegen
Roodbruine: bloed in urine
Groen, blauw of …: door bepaalde medicatie of testvloeistoffen
Geur: flauwe geur
Ammoniak geur: contact urine met lucht
Fecale: fistel tussen blaas en rectum, feces mengt zich met urine
Appel: aanwezigheid ketonen
Sterke, scherpe: gevolg van voedingsmiddelen zoals asperges
Hoeveelheid: 1200 ml – 2000 ml urine hangt af van hoeveelheid vocht die werd
opgenomen en afgegeven
Anurie: minder dan 50ml urine per 24 uur aandoening nieren of shock
Oligurie: maximaal 500ml per 24uur
o Te weinig vocht opname
o Groot vochtverlies via transpiratie, wonden, braken, diarree, nierziekten, oedemen,
shock
Polyurie: meer dan 2l per 24uur
o Grote vochtopname – Gebruik diuretica – Afwijkingen in productie van antidiuretisch
hormoon
3.2. Observatie van urinelozing
Regelmatig gespreid over de dag heen
Afwijkende urinelozingspatroon
Pollakisurie: moet vaak naar het toilet, kleine beetjes maar normale hoeveelheid
frequente mictie
Blaasontsteking – nerveuze personen – druk door baarmoeder op blaas bij zwangerschap
Nycturie: pollakisurie die ’s nachts optreedt
Dysurie: pijnlijk en moeilijk wateren. Bij blaasontsteking scheermesjes plassen
Urineretentie: urine wordt gevormd maar niet afgevloeid 1l in blaas kan tot beschadiging
komen van bekleding en bloedvate
o Pijn – rusteloosheid – angst – opvliegendheid – hoofdpijn – verwardheid
Residu: hoeveelheid urine die na spontane urinering nog met behulp van katheter uit blaas
wordt gehaald
4.Gegevens verzamelen over defecatie
4.1. Observatie van stoelgang
Normaal:
Vorm en consistentie: homogene zachte massa, past zich aan naar vorm van darm
(kneedbaar).
o Vastheid hangt af van voedsel en vochtopname
Hoeveelheid: 125-300 gram per dag of over enkele dagen
uitscheidingspatroon
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cato-mannaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.50. You're not tied to anything after your purchase.