De Geo - Wonen in Nederland bovenbouw havo en vwo Studieboek vwo
In dit document heb ik alle deelvragen samengevat die bij de module horen. Aan de hand van plaatjes, overzichtelijke tabbelen en korte zinnen met steekwoorden is het erg duidelijk en goed te gebruiken voor het leren!
Hoofdstuk 1 ruimte voor water.
1. Wat zijn de hoofdpunten van het Nederlandse waterbeleid?
Het Nederlandse waterbeleid houdt in, dat wij al eeuwenlang gericht zijn op het zo snel
mogelijk afvoeren van water. Dat doen wij zodat de bevolking geen last heeft van water.
Maar omdat het klimaat verandert gaat dit steeds moeilijker. Zee buiten houden,water ruimte
te geven en het zolang mogelijk vasthouden want daarin zit zoet water.
2. Hoe verandert het klimaat van Nederland in de nabije toekomst?
Als gevolg van de verwachte klimaatverandering zullen er warmere e drogere zomers en
zachtere nattere winters komen. Er zullen in de hoeveelheid neerslag meer en grotere
schommelingen plaatsvinden. De schommeling van neerslag in een jaar wordt het
neerslagregiem genoemd. Grotere schommelingen in de neerslag zorgen voor een
onregelmatiger neerslagregiem.
In de winter betekent dit dat de rivieren en sloten meer water moeten verwerken, daardoor
moet er meer weggepompt worden om overstromingen te voorkomen. In de zomer is er juist
meer droogte, hiervoor zijn drie oorzaken:
Door warme temperaturen zal de verdamping toenemen.
Tijdens het drogere zomerseizoen zal de nuttige neerslag daarom afnemen. Dat betekent
dat er minder water in de grond wordt opgenomen.
Door snelle waterafvoer wordt de grondwatervoorraad minder snel aangevuld en zal de
grondwaterspiegel dalen.
3. wat verklaart de duidelijke ommekeer in het denken over waterbeheer?
Nederland is sterk verstedelijkt. De natuur maakte plaats voor de bouw van huizen,
industrieterreinen en infrastructuur. De verstedelijking bracht steeds meer verstening van het
oppervlak. Door toename van bebouwing wordt regenwater erg snel afgevoerd naar riolen en
grachten. De overheid is er mee bezig om ervoor te zorgen dat in de toekomst geen nieuwe
waterproblemen ontstaan.
We zetten de rivieren klem en als het fout lopen we onder. Nu moeten we het water
vasthouden omdat we droge zomers hebben. En nattere winters dus dan vangen we water
op.
4. Welke invloed heeft het veranderende klimaat op de waterafvoer in Nederland?
Zie deelvraag 3 + als er meer water is wordt het moeilijker het allemaal weg te halen.
5. Hoe kan de inrichting van het landschap het risico op overstromingen vergroten of
verkleinen?
Gebieden worden zodanig ingericht en gebruikt dat er nooit te veel water, maar ook nooit te
weinig water is.
Water vasthouden, vooral door sponswerking van de bodem.
Bodem is verzadigd (‘de spons is vol’) water bergen (opslaan).
Opslagbekkens zijn vol water afvoeren.
Dit heet de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren.
Vasthouden wil zeggen dat het water blijft op de plaats waar het valt. De neerslag wordt
opgeslagen in het oppervlaktewater en in de bodem.
Vaak combineert men waterbeheer met andere functies. De Roombeek in Enschede
stroomde ooit via de tegenwoordige wijk Roombeek naar Hengelo. Door industriële
, ontwikkelingen verdween de beek uit de stad. Bij de herbouw van de wijk, na een grote
vuurwerkramp in 2000, heeft het waterschap de beek weer aangelegd door de wijk. Maar wel
zo dat de beek past bij de stedelijke uitstraling van de wijk.
In veel nieuwbouwwijken wordt het regenwater van daken en goten naar zogenaamde wadi’s
(brede greppels of laag liggende grasveldjes) of straten met doorlatende (poreuze) stenen
geleid, waarna het langzaam de grond in zakt.
Stap 2 is bergen. Als het water niet voldoende ter plaatse kan worden vastgehouden, moet
het worden opgeborgen in plassen, meren of kanalen. Een bijzonder retentiegebied is een
‘groene berging’ (groen vanwege het gras dat erin groeit wanneer het bassin niet gebruikt
wordt voor wateropvang). Zo’n bergingsgebied is speciaal ingericht om overtollig water op te
vangen.
Bij een lange periode met veel neerslag raakt de bodem verzadigd en stromen de
bergingsgebieden over het teveel aan water mag worden afgevoerd. Afvoeren wil zeggen:
het water wordt naar een ander gebied gebracht. Via rivieren en kanalen wordt zoveel
mogelijk water op zee geloosd. Als niet al het overtollige water kan worden afgevoerd, is er
sprake van wateroverlast.
► Watertoets: bij nieuwe besluiten op het gebied van de ruimtelijke ordening (bijv. bouw van
een woonwijk/ nieuw industrieterrein) wordt duidelijk beschreven wat de gevolgen van die
bouw zijn voor de veiligheid, de wateroverlast, de waterkwaliteit en de verdroging.
● Bij het maken van gemeentelijke bestemmingsplannen of de uitvoering van een
bouwproject moeten altijd de waterschappen worden betrokken.
Een waterschap regelt waterhuishouding en is verantwoordelijk voor het beheer, de
bescherming en het onderhoud van dijken en duinen. Het waterschap zorgt ook voor de
beheersing van het grondwaterpeil en voor de waterkwaliteit.
In de beschrijving van de bouwplannen een aparte paragraaf over het water opgenomen
worden.
Er zijn twee belangrijke criteria:
─ Er mag geen gebouw worden neergezet op een plaats die nodig is voor de uitvoering van
de drietrapsstrategie. Hetzelfde geldt voor de aanleg van wegen of andere infrastructuur.
─ Waterproblemen mogen nooit worden afgewenteld in ruimte of in tijd. Dus geen
waterproblemen veroorzaken bij de buren en het waterprobleem nu oplossen; niet later.
6. Welke adviezen heeft de Tweede Deltacommissie aan de regering uitgebracht en
waarom?
Bij het vaststellen van de veiligheidsnormen per dijkringgebied let men op de mogelijke
schade bij een overstroming in dat gebied.
Mogelijke schade bij overstroming:
‒ ligging ten opzichte van zeeniveau
‒ oppervlakte gebied
‒ aantal inwoners
‒ waarde van de investeringen
(woningen, economische activiteiten, infrastructuur).
Overstromingsrisico is de vermenigvuldiging van de kans op een overstroming met het
(financiële) gevolg van de overstroming.
Kans x schade = risico
► Het overstromingsrisicobewustzijn van Nederlanders moet groter worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavanalphen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.