Samenvatting inleiding strafrecht
Voorbereiding lesweek I
Strafrechtelijke legaliteitsbeginsel: art 1 Sr
Lex scripta: alle strafbepalingen moeten geschreven zijn (wettelijke strafbepaling,
WIFZ of WIMZ)
Het verbod van terugwerkende kracht: de strafbepaling moet bestaan wanneer de
betreffende gedraging is begaan (voorafgane)
Lex certa/ bepaalheidsgebod: wet moet duidelijk zijn
Verbod van analogie: het uitleggen van de bepaling mag door de rechter maar die
mag de wet niet te ruim uitleggen ->
Interpretatiemethode:
Wetshistorische: ontstaansgeschiedenis
Grammaticale: letter van de wet
Systematische: plaats van de regel
Teleologische: maatschappelijk doel
Strafbepaling:
Delictsomschrijving bestaande uit bestanddelen: omschrijving van het strafbaar
gestelde gedrag
Kwalificatie: naam van het strafbare feit
De strafmaat: maximaal op te leggen straf
Komen aan bod bij de eerste vraag van 348 en 350 Sv ( bij 350 allemaal individueel
bewijzen)
Elementen:
ONgeschreven voorwaarden voor strafbaarheid
Op het moment dat bij de eerste vraag van 350Sv het feit bewezen kan worden gaan
we ervanuit dat alle elementen aanwezig zijn
Wederrechtelijkheid: het gedrag moet in strijd zijn met het recht
(rechtvaardigingsgronden nemen de wederrechtelijkheid weg
Verwijtbaarheid: kunnen we de verdachte zijn gedrag verwijten?
(schulduitsluitingsgronden nemen de verwijtbaarheid weg)
Elementen komen aan bod bij vraag 3 van art. 350 Sv (hoeven niet bewezen te worden)
Wanneer elementen in de strafbepaling zijn opgenomen is het element een bestandsdeel
geworden
Rechtvaardigingsgronden: OVAR
Overmacht noodtoestand 40 Sr (inslaan ruit om iemand te redden)
Noodweer 41 lid 1 Sr (verdediging)
Wettelijk voorschrift 42 Sr
Bevoegd geven ambtelijk bevel 43 lid 1 Sr
Schulduitsluitingsgronden: OVAR
, Psychische overmacht 40 Sr
Noodweerexces 41 lid 2 Sr (slachtoffer maakt iets voor de 2e keer mee)
Ontoerekeningsvatbaarheid 39 Sr
Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel 43 lid 2 Sr (wanneer iemand denkt dat het een
officieel bevel is)
Afwezigheid van alle schuld (ongeschreven)
Elementair materieel strafrecht: H1 + H4.1 + H8.5
Een strafbaar feit:
Het moet gaan om een menselijke gedraging -> handelen of nalaten met een wil
Die past binnen een wettelijke delictsomschrijving -> voldoen aan de bestanddelen
Die wederrechtelijk is -
En aan de schuld van de verdachte te wijten is
Formeel omschreven delictsomschrijving: de gedraging is strafbaar
Materieel omschreven delictsomschrijving: het gevolg is strafbaar (doodslag 287 Sr)
Verschillende soorten strafbare feiten:
Misdrijven: opzet en schuld zijn als bestanddeel vereist
Overtredingen:
Commune delicten: delicten die staan in het Wetboek van strafrecht
Delicten uit bijzondere wetgeving: hierbinnen is een verdeling gemaakt waarbinnen feiten
zijn onderverdeeld naargelang welk rechtsgoed zij beschermen: openbare orde, de zeden,
persoonlijke vrijheid
Krenkingsdelicten: krenking van een rechtsgoed wordt strafbaar gesteld (mishandeling)
Gevaarzettingsdelicten: het veroorzaken van gevaar voor een in een bepaalde
delictsomschrijving beschermd rechtsgoed strafbaar gesteld (rijden onder de invloed)
Concrete gevaarzettingsdelicten: het gevaar heeft zich voorgedaan
Abstracte gevaarzettingsdelicten: wettelijk vermoeden dat bepaalde
gedragingen gevaarlijk zijn
Formele delicten: een bepaalde handeling is voldoende
Materiele delicten: krenkingsdelicten -> het gevolg is strafbaar
Kwaliteitsdelicten: richten zich tot personen in een bepaalde hoedanigheid
Algemene delicten: kunnen door iedereen worden gepleegd
Commissiedelicten: strafbare feiten die door handelen worden begaan
Omissiedelicten: het niet verrichten van een handeling
Rechtsmacht: bereik dat die staat aan een strafwet heeft gegeven. Rechtsmacht is een
voorwaarde om een verdachte te kunnen veroordelen
De Nl staat heeft de bevoegdheid een strafwet van toepassing te verklaring op een feit dat in
Nl is begaan -> territorialiteitsbeginsel (2 -> 8d)
Ne bis idem 68 Sr:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanlaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.44. You're not tied to anything after your purchase.