100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Algemene Economie 1 Periode 1 $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Algemene Economie 1 Periode 1

 162 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 14 pagina's voor het vak Algemene Economie aan de HAN

Preview 3 out of 14  pages

  • October 31, 2014
  • 14
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Algemene economie:

Prioriteiten stellen: wat vind je het belangrijkste?
Op alle niveaus in de samenleving wordt de spanning gevoeld tussen onbegrensde behoeften aan de
ene kant en de beperkte middelen aan de andere kant. Deze spanning tussen behoefte en middelen
heet schaarste.
Als beide partijen niet weten wat ze gaan doen zit je in een strategische situatie. Beide partijen
hebben last van onvolledige informatie. Als je voor jezelf gaat noem je dat de dominante strategie.
De economische wetenschap bestudeert hoe mensen keuzeproblemen aanpakken. Ze analyseert het
omgaan van mensen met schaarse, op verschillende manieren bruikbare middelen, waarmee ze hun
doelstellingen willen bereiken. Deze definitie bevat verschillende doelstellingen:
- Het analyseren van menselijk handelen
- Het bestaan van doelstellingen
- De wens deze te bereiken
- De schaarste van de beschikbare middelen
- De verschillende gebruiksmogelijkheden van de middelen
Consumenten zullen ernaar streven hun persoonlijke behoeften zo goed mogelijk te bevredigen. De
mate waarin zij slagen daarin noemen we welvaart. De welvaart is groter wanneer de schaarste
afneemt. De beschikbare middelen zijn schaars in die zin dat het gebruik ervan in de ene richting
betekent dat van aanwending in een andere richting – de alternatieve aanwending – moeten worden
afgezien. De kosten van het opgeofferde alternatief worden de opportunity costs genoemd.
Behalve schaarse goederen, oftewel economische goederen, bestaan ook niet-schaarse goederen,
oftewel vrije goederen. Zij staan onbeperkt ter beschikking. Een aparte categorie vormen de niet-
reproduceerbare goederen. Daarbij gaat het om goederen die in behoeften voorzien, maar die
eenmalig en uniek is. Produceren of productie is het voortbrengen van goederen en diensten. Bij de
productie worden twee soorten goederen gemaakt: kapitaalgoederen en consumptiegoederen. Bij
kapitaalgoederen gaat het om machines, vrachtwagens, fabrieken en kantoren. Het zijn goederen die
op hun beurt weer worden gebruikt bij de productie van andere goederen en diensten. Pas als een
goed gekocht is door de eindafnemer, de consument, wordt het een consumptiegoed genoemd. Bij
de productie worden productiefactoren ingeschakeld. Er zijn 3 belangrijke productiefactoren: natuur
of natuurlijke hulpbronnen, kapitaalgoederen en de mensen die de machines bedienen en
onderhouden. De lichamelijke en geestelijke inspanning van de mensen in het productieproces
maken de productiefactor arbeid uit.
Bij productie in een bedrijf, tijdens het productieproces, worden grondstoffen en halffabricaten met
behulp van arbeid en kapitaal omgevormd tot producten. Productie is een transformatieproces van
inputs en outputs.
Meestal vindt de productie plaats binnen een organisatie: een geordende groep mensen die
samenwerken om bepaalde doelen te bereiken. Organisaties die economische goederen produceren
heten bedrijven. Binnen de categorie bedrijven worden de ondernemingen onderscheiden. Dit zijn
bedrijven die naar winst streven. Winst is het positieve verschil tussen de totale verkoopopbrengsten
en de totale kosten. Een tweede kenmerk van een onderneming is dat deze risico aanvaardt, omdat
de uitkomsten van het productieproces onzeker zijn. Behalve ondernemingen en zelfstandige
bedrijfsorganisaties zijn overheidsorganisaties actief als producent. De kosten van de organisaties
worden, zolang de samenleving het geleverde product het geld waard vindt, betaald als
belastingopbrengsten.
Individuen en groepen mensen die bij de bedrijfsvoering zijn betrokken worden aangeduid als de
participanten in de onderneming. We onderscheiden ze als volgt:
- De ondernemingsleiding, die zijn arbeidskracht levert en daarvoor als vergoeding ontvangt.

, - De werknemers, die arbeidskracht leveren en daarvoor ontvangen: salaris en secundaire
arbeidsvoorwaarde
- De vermogensverschaffers
- Leveranciers van grondstoffen en machines, die daarvoor een betaling ontvangen
- De afnemers die een prijs betalen en daarvoor goederen ontvangen
- De overheid die de infrastructuur en de rechtsorde levert en daarvoor ontvangt: belastingen
en tarieven voor overheidsdiensten.
Elke onderneming opereert binnen een maatschappelijke omgeving. Het gaat hierbij om de
omgevingsfactoren of het ondernemingsklimaat waarbinnen de onderneming haar activiteiten
ontplooien. Daarbij denken wij aan participanten. Daarna aan concurrentieverhoudingen, de
algemene economische situatie, de betrekking met het buitenland, de economische orde. Verder
weg gelegen omgevingsfactoren zijn de demografische ontwikkeling, de ontwikkeling techniek, het
systeem van normen en waarden, het politieke systeem en rechtsorde.
Concurrentieverhoudingen: de omgeving van de onderneming wordt sterk beïnvloed door de
concurrentieverhouding die bestaan op elk van de markten waarop de onderneming optreedt. Deze
worden op hun beurt bepaald door de marktvorm en door het marktgedrag. De marktvorm is het
geheel van objectief waarneembare omstandigheden waaronder de concurrentie plaatsvindt. Het
marktgedrag bepaalt in hoeverre concurrenten elkaar fel bestrijden of juist proberen met elkaar tot
afspraken of onderling afgestemd gedrag te komen.
De economische situatie: de tweede factor van belang is de economische situatie. Voor een
onderneming is de stand van de conjunctuur van groot belang. In een tijd van hoogconjunctuur
draait de economie volop en kan het bedrijf zijn producten verkopen. Gaat hij te ver omhoog dan kan
de economie over zijn toeren raken. Tijdens de periode van laagconjunctuur is de economie
lusteloos. Er is onvoldoende vraag naar producten. Ze moeten de productie krimpen. Ze moeten
mensen ontslaan.
De betrekking met het buitenland: de economie is een open economie, in die zin dat ongeveer
driekwart procent van de nationale productie wordt uitgevoerd.
De economische orde: de manier waarop de economie in Nederland is ingericht, heet een
georiënteerde markteconomie. Dat wil zeggen dat consumenten en producenten in eerste aanleg vrij
zijn in het nemen van hun consumptie- en productiebeslissingen. Maar het moet wel plaatsvinden
binnen de overheid opgelegde randvoorwaarde.
De overheid oefent niet alleen invloed uit op de afloop van het economische proces door zich daar
meer of minder intensief mee te bemoeien. De overheid draagt ook zorg voor de infrastructuur en
stuurt de economie door haar beleid ten aanzien van verkeer en vervoer en de ruimtelijke ordening.
Ze zorgen voor arbeid, veiligheid en rechtsorde.
Er zijn ook omgevingsfactoren die niet door de economie worden verklaard, dit zijn de data van de
economie. De verklaring ervan laat hij aan de wetenschap over:
- De demografische ontwikkeling
- De ontwikkeling van de techniek
- De normen en waarden
- Het politiek systeem
- De rechtsorde
De leiding van een onderneming die winst wil maken is voortdurend bezig te reageren, of beter nog
te anticiperen op de snel wisselende omgeving. Het geheel van bestuurlijke beslissingen en
handelingen dat de prestaties van de onderneming op de lange duur bepaalt, noemen we de
strategie van de onderneming. Na de eerste stap, het onderzoek van de omgevingsfactoren, wordt
een strategie geformuleerd. Dit komt op de eerste plaats neer op het formuleren van een mission
statement: wie zijn we en wat willen we?

, Vervolgens worden uit dit mission statement zoveel mogelijk gekwantificeerde doelstellingen
afgeleid, die aangeven welke resultaten op welk moment behaald moeten zijn. De strategie is het
samenhangende plan dat aangeeft hoe de doelstellingen zullen worden bereikt. Het uitvoeren van
een strategie doe je met een actieplan door middel van programma’s, begrotingen en procedures.
Het onderzoek van de omgeving van de onderneming valt uiteen in extern onderzoek en intern
onderzoek. Bij een externe onderzoek gaat het om kansen en bedreigingen die buiten de
onderneming liggen en die op de korte duur een gegeven vormen voor de ondernemingsleiding. Het
interne onderzoek beziet de sterke en zwakke punten van de onderneming zelf. Het gaar daarbij om
drie zaken:
- De structuur, de manier waarop de onderneming is georganiseerd
- De cultuur: het verwachtingspatroon, de overtuiging en de waarde van de mensen in de
organisatie
- De productiemiddelen: de mensen en hun vakbekwaamheden, de kwaliteit van het
management, de financiële middelen, machines, kantoren en fabrieken
Het doel van het management is deze interne grootheden zodanig te combineren dat de
onderneming een duurzaam concurrentievoordeel realiseert, waardoor winst kan worden gemaakt.
Bij de SWOT-analyse worden de Strenghts en Weaknesses van de onderneming geconfronteerd met
de Opportunities en Threats die de omgeving biedt om de formulering van een strategie te komen.
SK-strategieën: ontwikkel strategieën die sterktes gebruiken om kansen te benutten
ZK-strategieën: ontwikkel strategieën die kansen benutten om zwaktes te boven te komen
SB-strategieën: ontwikkel strategieën die sterktes benutten om bedreigingen het hoofd te bieden
ZB-strategieën: ontwikkel strategieën die zwaktes zo klein mogelijk maken om bedreigingen te
vermijden.
De bedrijfseconomie houdt zich bezig met de keuzevraagstukken die voortvloeien uit de schaarste
problemen waarmee bedrijven worden geconfronteerd. Een belangrijk onderdeel in de marketing:
het doelmatig en doelgericht beheersen van het productie en verkoopproces. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van verschillende instrumenten ook wel de marketing-mix genoemd: product, prijs, plaats
en promotie. De algemene economie houdt zich bezig met keuzevraagstukken die de volkshouding
als geheel aangaan. Het is vooral op het gebied van de micro-economie dat algemene economie en
bedrijfseconomie elkaar dicht kunnen naderen, bij analyse van het gedrag van
bedrijfshuishoudingen. De prijstheorie is het deel van de micro-economie waar de vraag centraal
staat hoe prijzen voor producten en voor productiefactoren tot stand komen. Het gaat erom hoe
producenten reageren op die prijssignalen en de productiefactoren toedelen aan de verschillende
productiemogelijkheden. Dit heet de allocatie van de productiemiddelen. Naast de prijstheorie
omvat de micro-economie de theorie van de externe organisatie (industrial organisation). Deze
probeert een analyse te geven van de concurrentieverhoudingen op markten die zoveel mogelijk
berust op vastgestelde feiten. Door de nadruk op de empirie is de onderneming in de externe
organisatie een beter herkenbaar en minder abstracte grootheid dan in de prijstheorie, waar ze niet
meer is dan een radertje in het prijsvormingsproces.
In Nederland hebben we kleine en middelgrote bedrijven. 90% van de bedrijven is klein.
Ondernemingen beginnen hun bestaan meestal als eenmanszaak. Leiding en eigendom zijn dan in
handen van één persoon, die met zijn gehele privévermogen aansprakelijk is voor de schulden van de
onderneming. Wanneer er behoefte is aan een taakverdeling en aan meer vermogen dan één
persoon in het algemeen kan opbrengen, kiezen ondernemers vaak voor vennootschap onder de
firma. Wanneer de hoofdelijke aansprakelijkheid als te groot risico wordt ervaren, is er aanleiding om
voor de rechtsvorm van een besloten vennootschap of naamloze vennootschap te kiezen. De bv en
nv zijn zelf rechtspersonen. Het vermogen van de vennootschappen is verdeeld in aandelen. Wie een
aandeel koopt wordt mede-eigenaar en neemt voor een bepaald bedrag deel in het risicodragend

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nerdje36. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart