Hoorcollegedictaten van HC 1A en 1B van het vak Civiele Rechtspleging. Alle powerpointslides zijn in het document verwerkt en alles is (bijna) letterlijk meegetypt.
HC 1A: Inleiding tot het vak en het bewijsrecht
Overzicht
I. Het vak
1. Docenten
2. Organisatie
3. Inhoud
4. Varia
II. Inleiding bewijsrecht
1. Toepasselijkheid
2. Plaats in het procesrecht/kaders
3. Stellen, betwisten, bewijzen: een handleiding
Organisatie
• Hoorcolleges (14): in beginsel live via Blackboard Collaborate
• Alle colleges worden opgenomen en blijven beschikbaar
• Responsiecolleges (2)
• Discussieforum (Nestor)
• Tentamen
Het college over cassatie, week 7A, zal worden verzorgd door prof. M. Wissink.
Dit vak bestaat louter uit hoorcolleges. Het allerlaatste college, 7B op 4 juni, dat zal
eerder op de dag beginnen. Niet om 11:00, maar om 09:00 met aansluitend een
responsiecollege. Dat gaat om het allerlaatste college.
College opnames blijven beschikbaar. Als je over een paar weken dit college wil
terugkijken, dan zal je die niet gelijk in de lijst van beschikbare opnames zien. In dat
geval moet u even het bereik (data-bereik) vergroten in blackboard. De colleges zijn
niet weg, maar je moet even een instelling aanpassen.
De colleges zijn online. Hoe dat met het tentamen zit, dat is echt in de toekomst kijken.
Op dit moment moeten we ervan uitgaan dat dat ook online zal zijn. Als dat wijzigt dan
krijg je tijdig een melding.
Inhoud
Voortbouwen op Burgerlijk Procesrecht (bachelor): vijf verdiepende onderdelen
(capita selecta)
• Bewijsrecht
• Rechtsmiddelen (hoger beroep en cassatie)
• Beslag- en executierecht
• Arbitrage
• Incidenten
Burgerlijk procesrecht dat heeft u al gehad in de bachelor. Op die kennis en opgedane
inzichten bouwen wij voort. Dat doen we aan de hand van 5 onderwerpen. Het
bewijsrecht vormt de grootste component. Daarnaast nog vier andere onderwerpen.
Het executierecht, hoe moet je een arbitraal vonnis executeren? En zo zijn er nog wel
wat dwarsverbanden aan te leggen. Maar in hoofdzaak gaat het om deze vijf
onderwerpen gedurende zeven weken. Alle informatie staat ook in het Ten Geleide.
1
, • Literatuur: Thoe Schwartzenberg (bewijsrecht); artikelen (online) en delen uit
Asser (online)
• Jurisprudentie
• Collegestof
• Nader te publiceren stof
• Ten geleide (digitale klapper)
• Nadere aankondigingen/mededelingen op Nestor
• Het programma van de cursus
Nieuw boek. In dit boek staat eigenlijk genoeg voor ons om te weten. Ook daarin staat
niet alles, maar als basis is het een aardig boek. De hoofdstukken kunnen afzonderlijk
van elkaar worden bestudeerd en de onderwerpen van het bewijsrecht zijn op
overzichtelijke wijze bij elkaar gezet. Dit voor het bewijsrecht.
Dan hebben we ook nog artikelen. Die kan je allemaal online vinden. Ook waar we
delen van de Asser/procesrecht voorschrijven, die vind je ook online, in ieder geval in
rechtsorde.
Daarnaast nog de nodige jurisprudentie. Ook daarvan geldt ten opzichte van vorig jaar
enkele wijzigingen; sommige uitspraken verdwenen en een enkel bijgekomen.
Ook de colleges zijn tentamenstof en eventuele latere te publiceren stof.
Varia
• Dringend advies: ‘meestuderen’
• Neem deel aan live colleges
• Gebruik het discussieforum
• Houd Nestor (en andere communicatiekanalen) in de gaten
Voornemens een casus op Nestor te publiceren voorafgaand aan het college zodat wij
iets van oefening hebben. Dan zal de docent de casus behandelen tijdens het college.
Het gaat om de wijze naar het antwoord toe redeneren. Niet om het antwoord zelf.
Inleiding bewijsrecht
Algemeen
• Belang van het bewijsrecht in civiele zaken
• Belang van goede beheersing van het bewijsrecht
• Plaats van het bewijs(recht) in het civiele proces
• Plaats van het bewijsrecht in de wet
Het eerste en direct het grootste onderwerp van dit vak. Bewijzen. Waarom is dat
uberhaupt van belang, ook in civiele zaken? Het is natuurlijk ook van belang in het
strafrecht, maar ook in civiele zaken is het bewijs een belangrijk onderdeel. En
waarom? Als partijen ergens over twisten, dan moet de rechter op een gegeven moment
wel een knoop doorhakken en dan komt iets vast te staan of juist niet vast te staan en
dat heeft gevolgen voor het verloop van de procedure. Het hangt af van de
bewijsrechtelijke positie van partijen. Om een beslissing te kunnen nemen moet een
rechter ergens van uit kunnen gaan. Van iets wat vast staat of juist niet vast staat. Dat
vaststaan moet u niet opvatten als onweerlegbaar natuurwetenschappelijk bewijs; zo
zwart wit is het eigenlijk nooit. Wij verlangen geen natuurwetenschappelijk bewijs en
dat zullen we zien als we het gaan hebben over het onderwerp waarderen van het bewijs
2
, van de rechter. Maar zover als natuurwetenschappelijk bewijs, dat is een te zware
maatstaf om aan te leggen. Dat hangt samen met een ander onderwerp, namelijk de
begrippen de processuele waarheid en de materiele waarheid. Maar daarover straks
meer.
Het bewijsrecht is dus van belang voor het kunnen beslissen door een rechter voor een
beslissing en uitspraak in een civiele procedure. Maar daarnaast is het van belang dat
zowel procespartijen dat goed in de vingers hebben. Waarom? Omdat de meeste zaken
worden gewonnen of verloren op de feiten. En eigenlijk nooit, bijna nooit, op het recht.
Als twee advocaten namens hun cliënten tegenover elkaar staan, die hebben net als u
rechten gestudeerd, en die weten heel goed wat een OD is en welke vereisten wet en
jurisprudentie aan zo’n vordering stellen. Waarover verschillen ze van mening? Over
de feiten dat er inderdaad onrechtmatig is gehandeld, dat er causaal verband bestaat.
Over die feiten, daarover gaat menig en het merendeel van de processen van de civiele
procedures.
Waar in het civiele proces komt dat bewijs en bewijsrecht naar voren? Hoe verloopt
een gemiddelde procedure in eerste aanleg? Dagvaarding (namens eiser), conclusie
van antwoord (namens gedaagde), mondelinge behandeling (comparitie), en idealiter
in de meeste gevallen volgt daarna vonnis. En ook wel een eindvonnis. Waar is dat
bewijsrecht dan gebleven? Dat zit inderdaad niet in het model. De wetgever gaat ervan
uit dat een gemiddelde procedure het zonder bewijslevering af kan. Dat is ook zo als je
in de praktijk kijkt.
Soms weet de rechter het niet na de mondelinge behandeling en dan komt er een
tussenvonnis. Dan draagt de rechter partijen op om nader bewijs te leveren.
Bewijsincident. Bewijs is een van de complicaties van een procedure. Een dergelijke
complicatie noemen we het bewijsincident. Dan duurt zo’n procedure meteen veel
langer. Als er bewijs geleverd moet worden, dan weet je een ding zeker; de procedure
gaat veel langer duren dan het standaardmodel dagvaarding, zitting, vonnis. Met name
bij getuigenbewijs zal dat tot een verlenging van de procedure leiden.
Waar vinden we het bewijsrecht in de wet? Eigenlijk overal. Maar, de kern van het
bewijsrecht en de kern van het recht voor zover we dat gaan bespreken, dat vind je in
de negende afdeling van de tweede titel van het eerste boek van RV. Dat begint bij art.
149 Rv. Daar vindt u de kern, basis, van het bewijsrecht gecodificeerd.
Eerder bevond dat bewijsrecht zich ook in Rv en daarnaast bestonden er een hele boel
bepalingen van bewijsrecht in formele wetten. Dat is sinds 1988 bij elkaar gebracht in
deze afdeling in Rv. Dat betekent niet dat u niet buiten die afdeling hoeft te kijken als
het gaat om het vinden van antwoorden van bewijsrechtelijke vragen. Die vindt u
namelijk nog steeds verspreid over de wet. Als u kijkt in art. 6:74 BW, dan staat daar
dat wanneer er sprake is van wanprestatie, ‘tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet
kan worden toegerekend’. Dat woordje ‘tenzij’ geeft in deze bepaling een aanwijzing
over hoe de bewijslastverdeling moet worden opgepakt. Wie moet namelijk bewijzen
of die tekortkoming nu juist wel of niet kan worden toegerekend? Daar komen we
morgen op terug. Maar zo zijn er veel meer bepalingen in het BW en andere materiele
wetten waaruit je bijvoorbeeld naar aanzien van de bewijslastverdeling (of
bewijswaardering) bepalingen van bewijsrecht kan afleiden. Maar wij keren terug naar
de centrale afdeling van 149 Rv e.v. de negende afdeling. Die bepalingen gaan we de
komende weken bij langs en toepassen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wendelaoudkerkpool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.