Taalontwikkeling op school is een grote toets waarbij je veel lesstof moet bestuderen. Ik heb alle boeken samengevat die aangegeven waren in de studiehandleiding. Toets vorig jaar met een dikke 7 gehaald ;)
Hoofdstukken die je moet leren voor de toets (aangegeven in studiehandleiding)
October 31, 2014
October 31, 2014
15
2013/2014
Summary
Subjects
taal leren op de basisschool
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
Leraar Basisonderwijs PABO
Taal leren op de basisschool
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Jolijnweijers
Reviews received
Content preview
Taalontwikkeling op school
Hfdst. 2 blz19 2.1
Ieder kind verwerft in de eerste levensjaren een indrukwekkende hoeveelheid taal. Ze verwerven de
taal spelenderwijs. Als kinderen 4 jaar zijn is het aantal woorden dat ze gemiddeld kennen opgelopen
tot 3000. Aan het eind van de basisschool gem. 17.000 woorden.
Kleuter leert woord: allerlei zaken uit de werkelijkheid met elkaar combineren.
*Toepassing van een woord: taalontwikkeling
* begrip in te vullen en af te bakenen: cognitieve ontwikkeling.
Kinderen verwerven taal al doende, bij allerlei activiteiten in vele verschillende contexten in
communicatie met anderen.
2.2.2
Verklaring van taalverwervingsproces: drie theorieën:
*De imitatietheorie Door de taal die ze horen te herhalen. Kinderen imiteren de klanken, woorden
en zinnen die ze om zich heen horen. Meer factoren spelen een rol, immers maken mensen geen
‘rare’ zinnen
* De creatieve constructietheorie Kinderen zijn geen napraters: ze zijn actief en creatief met taal
in de weer. Druk aan het uitzoeken hoe taal in elkaar steekt en bedenken eigen taalconstructies.
#Kind probeert met taal die het om zich heen hoort onbewust regelmatigheden te ontdekken en zelf
‘regels’ op te stellen, hypotheses. Kinderen vormen hun eigen ideeën over de betekenis van woorden
en de inhoud van taalregels. Leiden gemeenschappelijke kenmerken en construeren zo voor zichzelf
een betekenis van een woord. Volgens de theorie creëren kinderen zelf de regels van het
taalsysteem: ze bouwen hun kennis stap voor stap op. Niet alleen passief napraten, maar ook actief.
* De interactietheorie Volwassenen spelen in op taalleerbehoeftes van kinderen. Laat zien hoe
kinderen en ouders samen praten. De theorie leert ons wat we als volwassenen moeten doen om het
taalverwervingsproces te stimuleren. Afstemming op het taalniveau van de kinderen!
^ Ouders stimuleren peuters vaak tot praten en gaan dan juist zorgvuldig in of door op wat ze
inbrengen. Kinderen krijgen alle ruimte om zelf initiatieven te nemen en met nieuw verworven taal
te experimenteren. Taalontwikkeling vereist veel zelf praten + initiatief van het kind.
% Beheydt belang van het bieden van taal: 1‘Al doende leert met’, 2Kinderen merken dat ze
bepaalde dingen nog niet kunnen uitdrukken noticing; letten op bepaalde nieuwe taalelementen
3. Door actief taalgebruik zullen kinderen hypotheses uittesten en geconfronteerd worden met
corrigerende feedback.
*taalaabod Kinderen voorbeelden geven om na te volgen. Kinderen laten groeien in taal.
Begrijpelijk en net boven het niveau.
*taalruimte Kinderen initiatief laten nemen in een gesprek, zelf laten experimenteren
*feedback Correcte vormen aanbieden. Juistheid bijstellen. Scaffolding; volwassenen bouwen
steigertje om het kind omhoog te helpen en zo tot hogere taalprestaties te laten komen.
‘Zone van de naaste ontwikkeling’: Wat een kind nu met hulp van de volwassene doet, kan het straks
alleen.
@ Supportive stijl is ondersteunend kinderen veel ruimte geven in een gesprek, tutorial stijl is
gesprekken meer zelf sturen en veel vragen stellen.
& Luisteren is taalinput en praten is taaloutput
,Hfdst. 3 Weet wat je moet doen
3.1
Waar komen taalzwakke kinderen vandaan?
- Schooltaal (CAT- cognitieve abstracte taalvaardigheid) is anders dan de taal thuis (DAT – dagelijkse
algemene taalvaardigheid)
- Er is een grote groep leerlingen in i.p.v. een of enkele kinderen
- Leerkrachten en leidsters in de voorschool moeten een lesprogramma afwerken
Consequenties voor de taalontwikkeling:
Schooltaal en huistaal Op school wordt gepraat over andere onderwerpen, met een andere
bedoeling en in een andere context. De moeilijkheidsgraad van schooltaal heeft te maken met de
hoge cognitieve (verstandelijk vermogen) belasting = de hoeveelheid denkwerk die je moet
verrichten om een tekst te begrijpen. + het ontbreken van contextuele steun, het gaat om kennis
buiten het hier en nu, niet alleen kenmerken uit eigen omgeving maar ook verder weg.
* Schooltaal is formeel, precies, bondig en wordt gekenmerkt door veel moeilijke niet-alledaagse
woorden die staan voor complexe begrippen.
*Veel kinderen struikelen over schooltaal doordat er te veel cognitieve belasting is en te weinig
contextuele ondersteuning. Laat als leraar foto’s/voorwerpen zien of activeer voorkennis!
Veel kinderen in de klas, groepsgrootte De gemiddelde spreektaal en spreekbeurten per kind is
relatief laag in de klas. Kinderen moeten hun behoefte om te praten aan passen aan de regels die de
leerkracht stelt. De enthousiaste veelpraters worden ‘beurtdiefjes’, die maar al te graag een (spreek)
beurt wegkapen. Beurthaaien komen als een flitsende aanvaller. Laat niet alleen de veelpraters aan
het woord komen! * Minibeurten dragen niets bij aan de taalontwikkeling. Je moet belangstelling
tonen voor wat de leerlingen melden. De uitwisseling is in een kringgesprek vaak veels te kort. Voer
liever 5 diepgaande, authentieke kringgesprekken dan 30 vraag-antwoord-doorgaanroutine
gesprekken.
Veel verschillende thema’s en/of vakken op het rooster Je kunt niet zomaar wat babbelen,
kinderen moeten wat leren. De schooltaal wordt uitgebreid en verdiept. Minder taalvaardige
leerlingen krijgen minder passend taalaanbod en de (school) taal gaat als het ware over hun hoofd
heen. Leerwinst, motivatie om mee te doen aan de interactie neemt af. Het is voor de leraar moeilijk
om geconcentreerd te zijn op de leerinhoud en tegelijkertijd oog te hebben voor de
taalontwikkelingskansen die zich voordoen. Schooltaal boven niveau van kinderen? Creëer context!
Of preteaching het vooraf behandelen van moeilijke woorden waardoor de cognitieve last wordt
verkleind.
# 3 belangrijke aandachtspunten voor taalontwikkelende interactie in de klas:
1. Organiseer lessen zo dat leerlingen veel kunnen praten, laat niet alleen veel praters aan het
woord, bouw voorkennis op en geef veel ondersteunende context.
2. Voer echte gesprekken, stel authentieke vragen en neem leerlingen serieus
3. Wees bij alle lessen alert op taalontwikkelingskansen voor het kind.
3 Taalgroeimiddelen
Blz. 46 - 3.2
Daar waar taal wordt gebruikt, zijn de succesfactoren voor taalontwikkeling in te zetten.
* TAALAANBOD voorziet leerlingen van de taal die ze nodig hebben voor hun taalontwikkeling.
De voedingsboden voor taalgroei. Taalaanbod wordt pas een groeimiddel als het bevat:
# Betrokkenheid: het onderwerp moet de leerlingen interesseren. Betrokkenheid.
# Begrijpelijkheid: leerlingen moeten het taalaanbod snappen anders komt de boodschap niet over.
, # Boven niveau: leerlingen moeten op taalgebied een stukje verder komen. Taal afstemmen dat het
begrijpelijk is en dat de taalleerder er tegelijkertijd iets nieuws bijleert. Prikkel om bij te leren! Geef
nieuwe woorden, nieuwe betekenissen, zinsstructuren en nieuwe taalfuncties.
*TAALRUIMTE Biedt leerlingen de gelegenheid om taal te produceren en om met taal te
experimenteren. In taalruimte kunnen kinderen beseffen dat ze iets nog niet kunnen uitdrukken. Ze
gaan dan heel goed letten op bepaalde elementen in het taalaanbod. Ze ontdekken wat ze nog niet
wisten, gaan op zoek en bouwen dan nieuwe kennis van de taal op.
-Beurtruimte: stimuleren tot taalproductie; minder taalvaardige ook vaak aan het woord laten komen
- Onderwerpsruimte: Onderwerp dat vanuit leerling komt samen met hem uitbouwen. Stimuleren
om dieper op het onderwerp in te gaan.
*FEEDBACK Biedt leerlingen reacties op hun taaluitingen waardoor ze deze kunnen verbeteren,
uitbreiden en verfijnen. Let op hoe leerlingen iets zeggen. #Verbeter taalvorm fouten of een onjuiste
inhoud van een uiting. + verhelderen een vorm van feedback. Betekenisonderhandeling: Samen met
een leerling op zoek gaan naar een manier om de boodschap helder te krijgen. Struikelblokjes zijn
opstapjes voor taalleren.
#betekenisonderhandeling: meaning negotiation, doorgevraagd over welke betekenis moet worden
toegekend. Taalleerders kunnen hun grenzen verleggen doordat ze zich duidelijker willen uitdrukken
of iets preciezer willen begrijpen. Ruimte zijn om samen uit te vinden wat er precies wordt bedoeld.
#Revoicing/ hertalen. Leerkracht vertaalt de uiting van het kind en speelt deze terug. Rest van de
groep blijft ook betrokken bij het probleem.
#Bevestigen
Hoofdstuk 4. Pas taalgroeimiddel 1 toe: Taalaanbod. Blz. 57
Interactie betekent wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding. De spreker beïnvloedt de luisteraar met
taal en met houding, uitdrukking en gebaren. Een spreker wordt op zijn beurt beïnvloed door het
non-verbale gedrag van de luisteraar. Vertrouwdheid met het onderwerp en de taal die daarbij past
zijn de basisvoorwaarden voor een gesprek. Verzorg rijk en goed afgestemd taalaanbod. Als de
kinderen vol zijn van het onderwerp en de daarbij behorende taal hebben opgenomen, weet je zeker
dat ze erover willen en kunne praten. $ Taalaanbod is de zwiep die je geeft om het vliegwiel van het
gesprek aan het draaien te krijgen.
-Betrokkenheid: Kinderen nemen niets op als het ze niet interesseert.
1. Breng betrokkenheid tot stand Haak aan bij de interesses en ervaringen van de leerlingen.
Maak een verbinding tussen de bedoeling en de belangstelling van leerlingen om het onderwerp
dichterbij te brengen. Boor ervaringen aan, activeer voorkennis!Bied ervaringscontexten aan! Laat
voorwerpen of afbeeldingen bekijken! Motivatie leidt tot ontvankelijk zijn voor info die jij biedt.
Ervaringscontexten lenen zich voor om jouw taalaanbod te ondersteunen, om nieuwe woorden aan
te bieden en om de betekenis van reeds bekende woorden uit te breiden en te verdiepen.
2. Houdt betrokkenheid vast Hoe jonger het kind hoe kleiner de spanningsboog. Biedt veel visuele
ondersteuning. Heb oogcontact met alle leerlingen! Stel meedenkvragen! Wissel werkvormen af.
3. Herstel betrokkenheid betrek leerlingen door trucjes weer bij de les
-Begrijpelijkheid:
1. Stem je taalaanbod af op het niveau van de leerlingen Je moet de boodschap op verschillende
manieren kunnen verwoorden en vereenvoudigen. – Spreektempo, woordkeuzes en zinsbouw
afstemmen op alle kinderen in de groep.
2. Benadruk belangrijke informatie Gebruik van spreekaccent, isoleren ( voor en na belangrijkste
info een pauze laten vallen). Of vooropplaatsing / topicalisatie. Je opent de zin met het belangrijkste
woord. Door belangrijke informatie letterlijk te herhalen benadruk je ook. – Parafrase: Je herhaalt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jolijnweijers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.