abstract fine, got my exam this achievement.
Seller
Follow
fleurtt
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 2 en 3
Recht kan worden onderverdeeld in:
- Objectieve recht
→ het geheel van regels en beginselen (van algemene aard) waarin is vastgelegd
wat we moeten doen, welke rechten we hebben en wat de inhoud is van die rechten.
- Subjectieve recht
→ de rechten die wij hebben.
→ dragers van deze rechten worden rechtssubjecten genoemd.
De relatie tussen recht en macht.
Recht heeft op een aantal manieren te maken met macht. In de eerste plaats omdat recht
algemeen dwingend is. Hierbij gaat het om de collectieve macht.
Maar in de tweede plaats kan deze macht niet willekeurig worden gebruikt. In de regels en
beginselen wordt bepaalt onder welke voorwaarden macht ingezet moet worden of
achterwege moet worden gelaten. Recht normeert dus de macht.
Functies van het recht
1) Coördinatie van maatschappelijk handelen
: Er zijn bepaalde zaken waar moraal en religie geen richtlijnen voor geven, het is
daarom handig om bepaalde regels te hebben die voorschrijven wat we moeten
doen. → bijvoorbeeld de afspraak dat iedereen rechts rijdt.
2) Precisering van maatschappelijke moraal
: Over veel normen is men het eens, bijvoorbeeld de norm dat doden niet mag. Maar
zodra deze normen concreet moeten worden toegepast in specifieke gevallen, dan
zijn veel mensen het niet eens, want wat als het zelfverdediging is?
Het recht maakt hier een einde aan door middel van preciserende regels, en door de
toepassing van die regels in concrete gevallen.
3) Realiseren van collectieve doeleinden
: er is een rechtsorde nodig om ervoor te zorgen dat de collectieve doeleinden
kunnen bestaan. → niemand zou zelf willen betalen voor dijken of lantaarnpalen.
Deze rechtsorde wordt gehandhaafd door regels, die erop gericht zijn om geschillen
te voorkomen of te beslechten door een onafhankelijk rechter / het recht te
handhaven.
,Primaire en Secundaire normen
→ Normen zijn prescriptief; ze zeggen wat er hoort te gebeuren
- Primaire regels
: Normen die bepalen hoe gedragsnormen tot stand kunnen komen, hoe we ze
kunnen veranderen, hoe we ze kunnen toepassen en sanctioneren.
- Secundaire regels
: Regels die vaststellen hoe we de primaire regels kunnen maken en veranderen.
, Hoofdstuk 4
Rechtsbronnen
: Deze bronnen bepalen de inhoud van het positieve recht.
→ rechtsbronnen zijn identificatie-criteria; het zijn criteria met behulp waarvan we kunnen
vaststellen wat de identiteit (→ inhoud) van het recht is.
Er is een verschil tussen kenbronnen en rechtsbronnen, kenbronnen zijn namelijk
verzamelingen gegevens, waaruit rechters, maar ook studenten leren welk recht bestaat.
Hierin wordt het recht beschreven en uitgewerkt enzovoort, terwijl in rechtsbronnen het recht
ontstaat.
Er zijn vier verschillende rechtsbronnen namelijk:
- De Wet
→ De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal
samen. → art 81 GW
→ In de Grondwet wordt ook aan de Provinciale Staten en aan de Gemeenteraden
een regelgevende bevoegdheid toegekend → art 127 GW
→ Bij koninklijk besluit kunnen onder bepaalde voorwaarden algemene regels
worden vastgesteld (AMvB’s) → art 89 GW
→ De regelgevende bevoegdheid kan ook aan andere organen worden gedelegeerd.
(bijvoorbeeld een minister)
Binnen de wetten is er een onderscheid:
- Wetten in formele zin
: hiervan wordt gesproken als de wet afkomstig is van de formele wetgever
→ Regering + Staten-Generaal.
- Wetten in materiele zin
: hierbij gaat het om algemene regels, ongeacht wat voor wet het is, die voor
Iedereen gelden.
→ kunnen worden gemaakt door; Ministers, Provinciale Staten,
Gemeenteraden, Regering of Regering en Staten-Generaal.
Er zijn ook combinaties mogelijk:
- Wet in formele zin, maar geen wet in materiele zin
→ Bijvoorbeeld de begrotingswetten
- Wet in formele en in materiele zin
→ Bijvoorbeeld het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht
- Wet in materiele zijn maar niet in formele zin
→ Bijvoorbeeld Gemeentelijke Verordeningen of Raamwetten / Kaderwetten,
hierin wordt bevoegdheid om nadere regelgeving te maken aan andere
organen opgedragen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurtt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.