97 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 1 van infectie en immuniteit I. Inclusief overzichten bij chronologie inductie koorts, componenten van aangeboren en verworven afweer, replicatie micro-organismen, activatie lymfocyten, lymfocyten en hun functies, compleme...
1. Waarom is een RNA-virus instabiel vergeleken met een DNA-virus?
2. Hoe groot zijn aerosolen?
a. < 5 μm
b. 5 – 10 μm
c. > 10 μm
d. 10 – 20 μm
Basisprincipes immunologie • Hoorcollege
3. Wat verstaan we onder ‘’binnengedrongen’’?
4. Barrières van het immuunsysteem worden alleen gevormd door epitheellagen.
a. Juist
b. Onjuist
5. De functie van het aangeboren systeem is alleen het doden van bacteriën.
a. Juist
b. Onjuist
6. Dendritische cellen maken deel uit van het aangeboren systeem.
a. Juist
b. Onjuist
7. Dendritische cellen activeren T-helpercellen.
a. Juist
b. Onjuist
8. T-helpercellen activeren alleen cytotoxische T-cellen.
a. Juist
b. Onjuist
9. Cytokines spelen een rol in het aangeboren én adaptieve systeem.
a. Juist
b. Onjuist
I&I I → week 1 → vragen → 1
,10. Welke cellen horen bij het adaptieve systeem?
⬜ Basofiele granulocyten
⬜ B-cellen
⬜ Bloedplaatjes
⬜ Dendritische cellen
⬜ Eosinofiele granulocyten
⬜ Erytrocyten
⬜ Macrofagen
⬜ Monocyten
⬜ Neutrofiele granulocyten
⬜ NK-cellen
⬜ Plasmacellen
⬜ T-cellen
11. Wat zijn geen micro-organismen?
⬜ Virussen
⬜ Schimmels
⬜ Prionen
⬜ Parasieten
⬜ Bacteriën
12. Immunoglobulinen horen bij de humorale immuniteit.
a. Juist
b. Onjuist
13. Welke cel of eiwit is nodig om een bacterie extracellulair te bestrijden?
14. Immunoglobulinen zijn afkomstig van T-celreceptoren.
a. Juist
b. Onjuist
15. Hoe ontstaat diversiteit van T- en B-celreceptoren?
16. Alle lymfocyten zullen prolifereren
a. Juist
b. Onjuist
17. Antistoffen en lymfocyten die in perifere weefsels terechtkomen, komen niet
meer in de circulatie terecht.
a. Juist
b. Onjuist
I&I I → week 1 → vragen → 2
,18. Welk immuunsysteem reageert sneller?
a. Aangeboren
b. Adaptief
19. Commensalen zijn onderdeel van de fysiologische barrières.
a. Juist
b. Onjuist
20.Van welke fagocyten zijn meer aanwezig?
a. Leukocyten
b. Monocyten
21. Fagocyten kunnen potentieel gevaar herkennen.
a. Juist
b. Onjuist
22. Welke cytokine verzorgt een verhoogde doorlaatbaarheid van bloedvaten?
a. IL-1
b. IL-6
c. TNF
23.Wat doet complement?
Algemene aspecten van de microbiologie • Hoorcollege
24.Bacteriën kunnen zelfstandig repliceren.
a. Juist
b. Onjuist
25. Hoe kleuren grampositieve bacteriën?
a. Blauw
b. Oranje
c. Paars
d. Rood
26.Bacteriën komen voor als staven of coccen.
a. Juist
b. Onjuist
27. Welke bacteriën hebben een dubbele membraan?
a. Gramnegatief
b. Grampositief
I&I I → week 1 → vragen → 3
, 28.Hoe groot zijn virussen?
a. 10-20 μm
b. 10-20 nm
c. 50-300 μm
d. 50 -300 nm
29.Wat is het verschil tussen bacteriën en virussen?
30.De mens is microbiologisch steriel.
a. Juist
b. Onjuist
Fagocytose • E-module
31. Waarom levert de neutrofiele granulocyt de grootste bijdrage?
⬜ De neutrofiele granulocyt heeft een grotere fagocyterende capaciteit dan
andere fagocyterende cellen, zoals de macrofaag.
⬜ De neutrofiele granulocyt is als eerste op de plek van ontsteking.
⬜ De neutrofiele granulocyt is de meest voorkomende witte bloedcel in ons
lichaam.
32.Wat is een opsonine? Wat is de functie en werkingsmechanisme ervan?
33. Bij welke ziekte kan de intracellulaire killing niet plaatsvinden omdat
fagocyten geen actieve zuurstofmetabolieten en waterstofperoxide kunnen
maken?
a. Neutropenie
b. Complement factor 3 deficiëntie
c. Leukocyten adhesie deficiëntie type I
d. Myeloperoxidase deficiëntie
e. Ziekte van Chediak-Higashi
f. Chronische granulomateuze ziekte
34. Waarom krijgen baby’s een ernstige infectie pas na de leeftijd van 6
maanden?
35.Wat is een linksverschuiving?
36.Wat doet een neutrofiele granulocyt als fagocytose en intracellulaire killing niet
werkt?
37. Wat zijn de functies van antistoffen?
I&I I → week 1 → vragen → 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.