93 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 3 van infectie en immuniteit I. Inclusief overzichten bij effect cytotoxische T-cellen (CD8+), opstarten antivirale respons – T cellen en hepatitis B-infectie.
3. Circa 5-8% van het humane genoom bestaat uit retrovirussen.
a. Juist
b. Onjuist
4. In welke theorie is een virus een reductie van een eencellig organisme?
a. Escape
b. Regression
c. Viruses first
5. Wat is tropisme?
6. Via welke route kan besmetting met een virus plaatsvinden?
⬜ Direct contact
⬜ Aerogeen
⬜ Vector
⬜ Vehikel
7. Een virus beschikt over structurele en regulatoire eiwitten.
a. Juist
b. Onjuist
8. Bij een negatieve streng zit de 5'-positie aan het "begin" en de 3'-positie aan
het "eind“.
a. Juist
b. Onjuist
9. Uit welke stappen bestaat de virale replicatiecyclus?
I&I I → week 3 → vragen → 1
,10. Een positieve streng RNA-virus wordt door ribosomen herkend en afgelezen.
a. Juist
b. Onjuist
Antivirale therapie • Hoorcollege
11. Waarom is antivirale therapie niet altijd zinvol?
12. Wat is aangrijpingspunt voor een M2-remmer?
a. Afsnoering
b. Binding
c. Maturatie
d. Ontmanteling
e. Penetratie
f. Synthese virionen
13. Het herpessimplexvirus is een dubbelstrengs DNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
14. Hoe vindt transmissie van het herpessimplexvirus plaats?
15. Primo-herpessimplexvirusinfecties zijn veelal symptomatisch.
a. Juist
b. Onjuist
16. Wat is de eerste keus geneesmiddel in behandeling van een
herpessimplexvirusinfectie?
17. Het influenzavirus is een enkelstrengs DNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
18. Welk type influenza komt niet alleen bij mensen voor?
a. A
b. B
c. C
19. Welke verandering kan leiden tot een pandemie?
a. Antigeen drift
b. Antigeen shift
I&I I → week 3 → vragen → 2
, 20. Door de pathogenese van influenza ontstaat de kans op een secundaire
bacteriële infectie.
a. Juist
b. Onjuist
21. Humaan immunodeficiëntievirus is een enkelstrengs positieve RNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
22. Humaan immunodeficiëntievirus infecteert CD8+ cellen en leidt zo tot
opportunistische infecties.
a. Juist
b. Onjuist
23.Wat doet reverse transcriptase?
24.Hepatitis C-virus is een enkelstrengs negatief RNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
25. Waardoor wordt het hepatitis C-virus gekenmerkt?
26. Hoe vindt transmissie van hepatitis C-virus plaats?
27. Hoeveel procent van de hepatitis C-patiënten ontwikkelt een chronische
infectie?
a. 20%
b. 40%
c. 60%
d. 80%
28. SARS-CoV-2 is een enkelstrengs negatief RNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
I&I I → week 3 → vragen → 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.