Inhoud:
HC 1: Ondernemingsbegrip & Winstgenieters
HC 2: Totaalwinst
HC 3: Jaarwinst en goed koopmansgebruik
HC 4: Staking
HC 5: Personenvennootschappen
HC 6: Actiefzijde & passiefzijde balans
HC 7: Terbeschikkingstellingsregeling
HC 8: Grondslag transparantie personenvennootschap
HC 9: Voorperiode en inbreng BV
HC 10: Voorperiode en inbreng BV
, [Thil van Kempen] HC 1: Ondernemingsbegrip en Winstgenieters
Samenvatting huishoudelijk
• Studenteneditie Cursus Belastingrecht inkomstenbelasting 2020/2021
• Jurisprudentiebundel 2021
• Tentamen
• Voorbereiding donderdagcolleges: opdrachten uit syllabus maken
• Vragen tijdens college en via Canvas
Inkomstenbelasting
• Box 1: inkomen uit werk en woning
o Belastbare winst uit onderneming → (van natuurlijke personen, in de tweede helft ook deel Vpb-
plichtige lichamen)
o Belastbaar loon
o Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
o (…)
• Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang
• Box 3: Inkomen uit sparen en belegen
Winst uit onderneming
• Twee voorwaarden voor winst uit onderneming:
o Objectieve waarneming (activiteitstoets) → toegang tot het winstregime. Bij een heel duidelijke
onderneming, hoef je hier niet op in te gaan. Je moet wel de stap nemen om het winstregime in te
kunnen stappen.
o Subjectieve onderneming (geeft de winstgerechtigdheid van natuurlijke persoon bij activiteit
weer) → aan wie moet je de winst toerekenen?
▪ 1 persoons tandartspraktijk → objectieve onderneming = subjectieve onderneming
▪ 2 persoons bouwbedrijf → 1 objectieve onderneming, allebei een subjectieve
onderneming. De subjectieve onderneming(en) worden belast.
Objectieve waarneming (de moderne definitie van prof. Essers) i.e. toegangsdeur tot bron winst uit
onderneming. Dit toets je bij randgevallen als je twijfelt of het een onderneming is.
• Zelfstandige
• Duurzaam bedoelde activiteiten: BNB 2001/88 (je hebt bij aanvang van de activiteiten de intentie om het
duurzaam te doen, niet enkel incidenteel/tijdelijk)
o Voorbeeld: tandartspraktijk. Je wil dit duurzaam gaan doen, maar je krijgt een ongeluk en kan het
niet meer voortzetten. Het gaat erom wat je intentie is. Het is overmacht dat je het maar een half
jaar kunt doen. Voor het half jaar geniet je dus winst uit onderneming
• Gericht op risicodragende deelname (geen kapitaal nodig, BNB 1992/370 Fysiotherapeutenarrest)
o Dit kan zich uiten in bijvoorbeeld een investering in een vrachtwagen. Maar: het hoeft niet per sé
een investering te zijn. Je kunt ook gewoon debiteurenrisico (mogelijk niet betaald) lopen.
• Aan het economisch verkeer
o Ook iets wat illegaal is kan een onderneming zijn.
,Objectieve onderneming – met name ingewikkeld bij de afbakening
• Loon uit dienstbetrekking
o Vb. BNB 1989/199 → we kijken vooral naar de contractuele vastlegging. Dienstbetrekking =
loon, samenwerkingsovereenkomst waarbij je meedeelt in de winst en medezeggenschap hebt =
mogelijk onderneming.
o Met name belangrijk is de gezagsverhouding.
• Resultaat uit overige werkzaamheden
o BNB 1984/72: Kunstenaar met één opdrachtgever (de gemeente), hij maakt gebruik van een
subsidieregeling (verkoop aan de gemeente). Hij verkocht honderden kunstwerken per jaar.
Volgens de HR is het geen onderneming: geen deelname aan het economisch verkeer (gewone
markt) en hij loopt geen risico.
o BNB 1997/398
o BNB 1993/185: zie het rijtje van criteria van het Hof (Duurzaamheid + Hoeveel omzet + Hoeveel
opdrachtgevers + Tijdsinvestering)
• Inkomen uit sparen en beleggen
Objectieve onderneming – Afbakening t.o.v. box 3
• HR BNB 1981/299: Is arbeid naar aard en relatieve omvang van het vermogen gericht op het behalen
van een hoger rendement dan bij normaal vermogensbeheer? Het gaat dus om de verhouding tussen de
arbeid en de omvang van het vermogen.
• HR BNB 2010/244 (windturbine-arrest): Deelname aan het economisch verkeer met (gebruik van)
productie-inrichting. Soms is arbeid helemaal niet nodig. Als jij een productie-inrichting hebt (denk aan
een windmolen in je tuin) en je verkoopt de energie, dan neem je deel aan het economisch verkeer en
loop je risico. Dat is voldoende, ook als er geen arbeid is. Als je de windmolen zou verhuren, zou je elk
maand een vast bedrag krijgen. Dan loop je minder (bijna geen) risico. Als je maar één debiteur hebt, is
het debiteurenrisico te verwaarlozen. In zo’n geval zou het geen ondernemerschap zijn.
Subjectieve onderneming
Als je een objectieve onderneming hebt vastgesteld, ga je opzoek naar alle natuurlijke personen met
winstgerechtigdheid.
Belangrijkste subjectieve ondernemingen
• Eenmanszaak
• Deelgerechtigheid vennoot in een personenvennootschap
Klusbedrijf Stijn & Dirk VOF
• Stijn en Dirk beginnen een klusbedrijf. Ze maken een
vennootschapsovereenkomst. Het enkele feit dat ze allebei iets
bijdragen aan de activiteit en afspreken samen zeggenschap te
hebben en de winst te verdelen, kan je spreken over een
personenvennootschap.
• Gaat de VOF iets doen met de intentie van de vennoten dat dit
duurzaam gebeurt? Het maakt niet uit als bijvoorbeeld één vennoot
maar voor een paar maanden meedoet. Je toetst op het niveau van de vennootschap. Als de VOF een
onderneming drijft, ben je door de toegangsdeur van de inkomstenbelasting. Je gaat dan opzoek naar de
subjectieve ondernemingen.
, Personenvennootschappen
Handelend onder eigen naam in het rechtsverkeer = stil
• Stille maatschap (je hebt een afspraak dat je de winst deelt, maar naar buiten toe werk je alleen)
Handelend onder de naam van het rechtsverband in het rechtsverkeer
• Openbaar beroep (dienstverlening waarbij de persoonlijke kwaliteiten van de persoon voorop staan, denk
aan een advocaat, tandarts, maar ook bijvoorbeeld een escort)
o Openbare maatschap
• Openbaar bedrijf
o VOF (vennootschap onder firma)
o CV (commanditaire vennootschap)
Subjectieve onderneming
• Ondernemer (art. 3.2 & 3.4 IB)
• Medegerechtigde (art. 3.3 lid 1 sub a IB)
• Wat is het belang van dit onderscheid?
• Wie is ondernemer/medegerechtigde?
Berekening belastbare winst uit onderneming (art. 3.2 Wet IB 2001)
Eerst de deur naar de winstbelasting openen met de objectieve toets!
• Stap 1: Winst per subjectieve onderneming vaststellen (art. 3.8-3.73 IB)
o Let hier op de investeringsaftrek (art. 3.41 in CB 3.2.22)
• Stap 2: Winst van de subjectieve ondernemingen bij elkaar optellen
• Stap 3 (voor ‘ondernemers’): Optelsom verminderen met de ondernemingsaftrek (art. 3.74-3.79 IB)
o Zie ong. 3.2.36 CB, moet je kunnen op tentamens
• Stap 4 (voor ‘ondernemers’): Uitkomst verminderen met MKB-vrijstelling (14%)
Ondernemer (art. 3.4 wet IB 2001) – twee voorwaarden
• De objectieve onderneming moet ‘voor rekening van’ de belastingplichtige worden gedreven
• De belastingplichtige is ‘rechtstreeks verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming’
Voor rekening van – twee voorwaarden
• Onbeperkte (i.e. onbegrensd) winstgerechtigdheid in objectieve onderneming
o Emz is 100%;
o Samenwerkingsverband is een deelpercentage
• Intentie om winst te genieten
o BNB 1954/9 niet echtgenote: wel economisch belang bij scheiding, maar dat is niet de intentie
van trouwen
o BNB 1990/134 niet erfgenaam: in zo’n geval ben je niet winstgerechtigd geworden met de
intentie om winst te genieten, je bent winstgerechtigd geworden omdat je erfgenaam bent. Je
voldoet niet aan het winstcriterium. Als je de intentie hebt om het voort te zetten en daar op
voorbereid bent, dan wel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavdham. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.