De relatie tussen burger en bestuur is een zeer actueel thema (BLM, Corona). Belgangrijk hierbij is
vertrouwen, legitimiteit, openbaarheid van bestuur, deliberatieve democratie, burgerdemocratie,
politieke vernieuwingen, participatie, etc.
Het is ook controversieel: burgers kunnen protesteren en zo zaken blokkeren (“te veel macht aan de
burgers”) OF wat doet de overheid nog en waar is ze voor nodig als de burgers alles doen?
Burger en bestuur, een complexe relatie:
Het openbaar bestuur is een verzamelnaam die meerdere onderdelen omvat, en ook de burger kan in
verschillende hoedanigheden in contact komen met de overheid:
Openbaar bestuur:
Politieke overheid: regering en parlement.
Publieke
Ambtelijke overheid: administratie, … .
Sector
Semi-overheid: overheidsentiteiten met een bepaalde mate van autonomie (EVA’s).
Middenveld met publieke taken: de overheid voert niet al haar taken zelf uit (vakbonden).
Burger: kiezer, partner, belastingbetaler, gebruiker, klager en als onverantwoordelijke.
Burgerrollen:
De hoedanigheid waarin de burger in contact treden met het bestuur. De burger als:
Kiezer: de burger als kiezen is de klassieke rol die wordt toegeschreven aan de burger.
De burger duidt vertegenwoordigers aan die zullen instaan voor zijn belangen.
Beperkte rol.
Partner: de burger formuleert actief oplossingen voor maatschappelijke problemen.
Burger en bestuur werken samen om zaken te realiseren of de burger verzet zich tegen
oplossingen en stelt zelf beleidsplannen voor.
Belastingbetaler: de burger wil zo weinig mogelijk betalen en wilt dat zijn geld op een
efficiënte wijze gespendeerd wordt.
De burger wenst efficiëntie en economische en maatschappelijke meerwaarde.
Het bestuur moet zich verantwoorden waar het geld naartoe gaat.
Gebruiker: de burger wil een goede dienstverlening.
De burger wordt gezien als een klant.
Deze rol focust zich vooral op de noden van de burger en de relatie tussen burger en
bestuur.
Klager: de burger wil gehoord worden en wil dat er rekening wordt gehouden met zijn
verzuchtingen wanneer de dienstverlening niet correct verloopt.
Er is nood aan systemen voor het ontvangen en behandelen van klachten
(klachtenbehandeling en klachtenmanagement).
Onverantwoordelijke: de burger leeft regels niet na of heeft ongeoorloofde verwachtingen.
De overheid zal inspectie- en controlediensten installeren of ethische codes
ontwikkelen voor onverantwoorde vragen.
1
,Kwaliteitsdimensies:
In de praktijk lopen deze verschillende burgerrollen door elkaar. Hierdoor kunnen ze verschillende
verwachtingen hebben t.o.v. de overheid en kunnen hun rollen botsen met elkaar of elkaar aanvullen.
Gevolg: de burger heeft verschillende kwaliteitsdimensies om het bestuur te beoordelen. De overheid
moet rekening houden met de manieren waarop de burger met hun in contact kan treden.
Kiezer en partner: beleidsvoering evalueren.
Spanning tussen bevolking en vertegenwoordigers wegwerken door meer openheid,
inspraak, referenda, etc.
Belastingbetaler en gebruiker: klachtgerichtheid en organisatie van de overheid evalueren.
Klantgerichte dienstverlening: nood aan klantvriendelijkheid, handvest van gebruiker
overheidsdiensten, meer duidelijke formulieren, etc.
Organisatie van de dienstverlening: nood aan efficiëntie, minder hiërarchie,
netwerkorganisaties, etc).
Klager: het klachtenmanagement van de overheid evalueren.
Nood aan een redelijke en billijke behandeling door het bestuur door oa. de
motiveringsplicht, het gelijkheidsbeginsel, ombudsman, etc.
Onverantwoordelijke: de overheid evalueren o.b.v. het ethische perspectief.
Nood aan voorlichting, ethische codes, etc.
Verschillende mensen nemen een andere rol in afhankelijk van hun positie als burger. Dit zorgt voor
spanningen tussen mensen onderling en ook binnen één persoon die verschillende rollen opneemt.
Toepassing: Vlaams regeerakkoord 2014-2019
“We ambiëren een slanke en performante overheid, waar correcte beslissingen op het meest
geëigende niveau gebeuren”
Belastingbetaler en gebruiker.
“Tegen 2020 kunnen alle administratieve transacties tussen overheid en burgers, lokale
besturen en ondernemingen langs digitale weg”
Gebruiker.
Toepassing:
“Het dorp is het niveau waar burgers (…) zelf initiatief (kunnen) nemen om hun omgeving zo
leefbaar mogelijk te houden. Het is het niveau waarop een participatief beleid concreet
gestalte kan krijgen door deze ‘collectieve zelfredzaamheid’ vanuit de overheid te stimuleren,
te ondersteunen en te faciliteren”.
Partner.
“Inspraakprocedures gebeuren op de meest nuttige en efficiënte wijze. Het planologisch
instrumentarium wordt gemoderniseerd, met het oog op uitvoeringsgerichtheid, juridische
houdbaarheid en flexibiliteit”.
Partner, gebruiker, belastingbetaler, kiezer.
2
,Burgerschapsstijlen:
= de manier waarop burgers zich gedragen wanneer ze in contact treden met de overheid. (≠
burgerrollen). Hierbij moet je rekening houden met 3 zaken: politieke interesse van de burger, het
politieke zelfvertrouwen van de burger (het gevoel hebben dat ze iets te zeggen hebben, de politiek
begrijpen, …) en participatie.
Politieke interesse: de burger informeert zich over wat er speelt in de politieke wereld.
Politiek zelfvertrouwen: de burger heeft het gevoel dat hij het systeem kan bevatten en dat hij
zaken kan veranderen.
Participatie: de burger intervenieert indien dit mogelijk is en zal politieke activiteit vertonen.
Zo komen we tot een classificatie van neen burgerschapsvormen
Uitgebluste burger (++-)
Politieke interesse, politiek zelfvertrouwen, geen participatie.
Conventioneel actieve burger (+++)
Politieke interesse, politiek zelfvertrouwen, participatie.
Politiek actief d.m.v. conventionele participatiemogelijkheden (vb. adviesorganen).
‘Monitorial citizen’ (+++)
Politieke interesse, politiek zelfvertrouwen, participatie.
Politiek actief d.m.v. minder traditionele wegen (vb. actiegroepen, manifestaties).
Verlegen burger (+--)
Politieke interesse, geen politiek zelfvertrouwen, geen participatie.
Bescheiden burger (+-+)
Politieke interesse, geen politiek zelfvertrouwen, participatie.
Onbescheiden burger (-+-)
Geen politieke interesse, politiek zelfvertrouwen, geen participatie.
Opportunistische burger (-++)
Geen politieke interesse, politiek zelfvertrouwen, participatie.
Passieve burger (---)
Geen politieke interesse, geen politiek zelfvertrouwen, geen participatie.
Grootste groep (30% van de burgers).
Instrumentele burger (--+)
Geen politieke interesse, geen politiek zelfvertrouwen, participatie.
Burgerrollen en burgerschapsstijlen kunnen gecombineerd worden om zo te zien wat ze zullen doen.
Buitenstaanders zijn niet geïnteresseerd in participatie (passieve houding).
De kiezer zal niet stemmen
De partner participeert niet behalve uit eigenbelang.
De afwachtende burger handelt vooral uit eigenbelang (op voordelen of nadelen reageren,
anders niet actief participeren).
De kiezer zal niet gemotiveerd zijn om naar het stemhokje te gaan.
Niet actief, Actief,
wantrouwen, Lokaal, praktisch, Geen sterke inhoudelijk,
Co-producent eventueel voor concreet, dicht identificatie, intellectueel,
het individueel bij huis eigenbelang democratisch
voordeel bevlogen
Waarom participeren:
OESO: de relatie tussen de bevolking en de overheid versterken kan bijdragen tot het maken van
betere beleidsbeslissingen. Er zijn hoge verwachtingen: nieuwe ideeën genereren, vertrouwen
creëren, democratie en burgers versterken.
“Strengthening relations with citizens is a sound investement in better policy making and a core
element of good governance. It allows government to tap new sources of policy-relevant ideas,
information and resources when taking decisions. Equally important, it contributes to building public
trust in government, raising the quality of democracy and strengthening civic capacity. Such efforts
help strengthen representative democracy, in which parliaments play a central role.”
Participation + functioning of government
(Dalton)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisabethS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.