9.1 Verdragen
9.1.1 Volkenrecht en verdragenrecht
Volkenrecht is het recht dat tussen staten geldt. Het moderne volkenrecht is gericht op de
erkenning en waarborging van de soevereiniteit van staten en hun onderlinge samenwerking
en op het waarborgen van rechten van burgers. Staten kunnen onderling nieuw recht maken
door het sluiten van verdragen. Het verdragenrecht is de belangrijkste bron van het
volkenrecht en omvat al het recht in verdragen. Een verdrag kan ook betrekking hebben op
de oprichting, samenstelling en bevoegdheid van een internationale organisatie. Staat de
organisatie alleen de samenwerking tussen regeringen ten dienste en kunnen de staten niet
tegen hun zin gebonden worden aan besluiten daarvan, dan is er sprake van een
intergouvernementele organisatie (NAVO). Wanneer staten aan een internationale
organisatie hun zeggenschap en bevoegdheden overdragen, is er sprake van een
supranationale organisatie (EU, VN). Een verdrag tussen twee staten is een bilateraal
verdrag. Zijn er meer staten bij het verdrag betrokken dan is sprake van een multilateraal
verdrag.
9.1.2 Totstandkoming van een verdrag
Bij de totstandkoming van een verdrag hebben regeringen de belangrijkste rol. De nationale
parlementen kunnen een verdrag alleen in zijn geheel af- of goedkeuren. Elke wijziging van
een multilateraal verdrag wordt besproken tijdens een intergouvernementele conferentie.
Bij bilaterale verdragen vindt alleen onderling overleg plaats tussen de twee staten. Nadat
de ontwerptekst is aangenomen, wordt deze ondertekend door de betrokken ministers van
de deelnemende staten. Na de ondertekening van een verdrag mogen de deelnemende
staten geen handelingen meer verrichten die het verdrag zijn voorwerp en doel ontnemen
(feitelijk zinloos maken). De definitieve verdragstekst wordt bekendgemaakt en in beginsel
ter goedkeuring voorgelegd aan de nationale parlementen. Art. 91 Gw bepaalt dat
Nederland pas aan een verdrag gebonden is als de Staten-Generaal dit heeft goedgekeurd,
tenzij dit niet vereist is. De Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geeft drie
mogelijkheden voor net verkrijgen van goedkeuring:
1. Goedkeuring is niet vereist (art. 7 Rgbv)
2. Stilzwijgende goedkeuring (art. 5 Rgbv), een verdrag is stilzwijgend goedgekeurd als
niet 20% van de Kamerleden binnen dertig dagen na de sluiting van het verdrag
vraagt om goedkeuring daarvan
3. Uitdrukkelijke goedkeuring (art. 6 Rgbv), dit is vereist voor verdragen die een ieder
verbindende bepaling bevatten. De uitdrukkelijke goedkeuring wordt verleend bij
wet (art. 4 Rgbv)
Pas door de goedkeuring van het verdrag worden de deelnemende staten verdragsluitende
staten. Als de goedkeuring is verkregen kunnen de regeringen van de verdragsluitende
staten het verdrag bekrachtigen (ratificeren). Hiermee verklaart de verdragsluitende staat
aan de andere partijen bij het verdrag dat de staat zich volkenrechtelijk gebonden acht. Na
de ratificatie treedt het verdrag in werking op de datum die in het verdrag of door de
verdragsluitende partijen in een aparte overeenkomst is bepaald.
9.1.3 Doorwerking in het Nederlands recht
Verdragen die rechtstreeks werkende (self-executing) regels bevatten, zijn net als
supranationale verordeningen en rechtstreeks werkende richtlijnen bronnen van Nederlands
, Staatsrecht Hoofdstuk 9
staatsrecht. Burgers kunnen direct bij de Nederlandse rechter een beroep doen op
rechtstreeks werkende internationale regels
9.2 Intergouvernementele organisaties
9.2.1 Verenigde Naties
Na WO II is de Verenigde Naties (VN) opgericht met als doel de vrede en veiligheid in de
wereld te bewaren en om toe te zien op de naleving van de mensenrechten. Het Handvest
van de BN is het oprichtingsverdrag dat tevens dient als een soort grondwet voor de VN,
waaraan alle VN-leden zijn gebonden. Organen van de VN: Veiligheidsraad, de Algemene
Vergadering, de Economische en Sociale Raad en het Internationaal Gerechtshof.
Algemene Vergadering (art. 9 e.v. Handvest van de VN)
In de Algemene Vergadering hebben alle VN-leden een stem. De besluiten van de Algemene
Vergadering (resoluties) zijn adviserend en niet bindend voor de lidstaten
Veiligheidsraad (art. 23 e.v. Handvest van de VN)
Vijf landen hebben een permanente zetel in de Veiligheidsraad: VS, China, Rusland, UK en
Frankrijk. De overige tien zetels worden bij toerbeurt telkens voor twee jaar bezet door de
andere leden van de VN. Voor het aannemen van besluiten van de Veiligheidsraad moeten
negen landen (alle permanente leden) voorstemmen. Hieruit volgt dat zij een vetorecht
hebben waarmee zij resoluties kunnen tegenhouden. Daarnaast heeft de Veiligheidsraad
twee tribunalen opgericht, dit zijn bijzondere gerechten voor een bepaalde gelegenheid.
Internationaal gerechtshof (art. 92 Handvest van de VN)
Het Internationaal Gerechtshof (Internationaal Hof van Justitie) beslecht geschillen tussen de
VN-leden op basis van arbitrage. VN-leden kunnen zelf per geschil besluiten of zij zich
gebonden achten aan de uitspraak van het gerechtshof. De vijftien rechters worden gekozen
door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad.
Economische en Sociale Raad (art. 61 Handvest van de VN)
Gespecialiseerde hulporganisaties die wereldwijd werkzaam zijn op allerlei gebieden, WHO,
Wereldbank, Unicef.
Internationaal Strafhof
Op basis van het Statuut van Rome. Onafhankelijk en permanent hof dat zich richt op het
vervolgen van het misdrijf genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en
het misdrijf agressie waar ook ter wereld. Het instituut is opgericht op voordracht van de VN
maar is geen orgaan van de VN! Het Internationaal Strafhof kan pas alle oorlogsmisdrijven
ter wereld berechten als alle landen in de wereld het Statuut van Rome hebben
geratificeerd.
9.2.2 NAVO
Opgericht om op militair gebied intensief samen te werken. De NAVO is bedoeld om de
veiligheid van lidstaten te verzekeren en het grondgebied van alle lidstaten te beschermen.
Voor alle NAVO-besluiten is consensus nodig, alle lidstaten moet mee instemmen. De
lidstaten hebben dus allemaal een vetorecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximehendrix. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.