11.1 Inleiding
11.1.1 De vragen van de artikelen 348 en 350 Sv
Om een einduitspraak te kunnen doen in een strafzaak, moet de rechter na afloop van het
onderzoek ter terechtzitting drie vragen beantwoorden:
1. Formele vragen (voorvragen)
2. Materiële vragen (hoofdvragen)
3. Straftoemetingsvragen
De volgorde waarin deze vragen in de artikelen 348 en 350 Sv zijn vermeld, is dwingend.
De straftoemetingsvraag van art. 350 Sv is: moet een straf of maatregel opgelegd worden en,
zo ja, welke?
Bij de beantwoording van de formele vragen gaat het om
procedurele kwesties. Pas wanneer de rechter heeft
vastgesteld dat aan alle procedurele eisen is voldaan, zal hij
aan de materiële vragen kunnen toekomen. Door de materiële
vragen te beantwoorden onderzoekt de rechter of de verdacht een strafbaar feit heeft
begaan. Het doorlopen van het beslissingsschema leidt tot een einduitspraak (art. 138 Sv).
De wet geeft aan welke einduitspraken mogelijk zijn (art. 349 lid 1, 351 en 352 Sv):
Nietigheid van de dagvaarding
Onbevoegdheid van de rechter
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie
Schorsing van de vervolging
Vrijspraak
Ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR)
Veroordeling
11.1.2 Het onderscheid tussen de formele en materiële vragen
Door een einduitspraak eindigt de vervolging. Een nieuwe vervolging ter zake van hetzelfde
feit is niet automatisch uitgesloten op grond van art. 68 Sr (ne bis in idem). Daarvoor is
bepalend of de rechter de zaak reeds inhoudelijk beoordeeld heeft. Wanneer een
einduitspraak gedaan wordt op een formele vraag, betekent dit dat de rechter een
procedurele belemmering ziet om aan een inhoudelijke beoordeling toe te komen.
Aangezien hij nog niet inhoudelijk naar de zaak gekeken heeft, belet art. 68 Sr de OvJ niet om
een nieuwe vervolging in te stellen voor hetzelfde feit. Er is nog geen beoordeling van ‘het
feit’ geweest in de zin van art. 68 Sr.
Als de strafzaak eindigt in bijv. vrijspraak, heeft de rechter geoordeeld over de inhoudelijke
kant van de zaak en mag de OvJ niet voor ditzelfde feit een nieuwe vervolging starten. Of de
OvJ bij een einduitspraak op de formele vragen daadwerkelijk een nieuwe vervolging zal
, Hoofstuk 11 Het rechterlijk beslissingsschema
starten (voortzetting van dezelfde vervolging), hangt af van de omstandigheden die ertoe
hebben geleid dat de rechter is blijven steken in de voorvragen. Als dit een omstandigheid
betreft die nog te repareren is, kan een nieuwe vervolging zinvol zijn. Is reparatie echter
onmogelijk, dan zal de rechter, steeds opnieuw blijven steken in art. 348 Sv.
11.1.3 De grondslagleer
De OvJ heeft bij de inleidende dagvaarding een tenlastelegging opgesteld, dit is een
omschrijving van het feit waarvoor de verdachte is gedagvaard. De letterlijke tekst van deze
tenlastelegging vervult bij het beantwoorden van zowel de formele als materiële vragen een
belangrijke rol. In de formulering van art. 348 en 350 Sv komt dit ook tot uitdrukking: de
rechtbank onderzoekt op den grondslag der telastlegging de vragen van art. 348 Sv en
vervolgens beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging over de vragen
van art. 350 Sv. Deze gebondenheid aan de tekst van de tenlastelegging = grondslagleer.
Concreet brengt de grondslagleer met zich dat de rechter alleen feiten bewezen mag
verklaren die ten laste zijn gelegd.
11.2 De formele vragen
11.2.1 Inleiding
De rechter beantwoordt de vragen uit het beslissingsschema na afloop van het onderzoek
ter terechtzitting. De rechters trekken zich terug in de raadkamer om te beraadslagen over
de vragen van het rechterlijk beslissingsschema.
11.2.2 De eerste vraag: geldigheid van de dagvaarding
Om geldig te zijn moet een dagvaarding aan een aantal eisen voldoen
a) Betekeningsvoorschriften (externe eisen)
De betekeningsvoorschriften moeten ertoe leiden dat de dagvaarding de verdachte bereikt.
Is de verdachte niet ter zitting verschenen, dan zal de rechter dan ook als eerste
onderzoeken of de dagvaarding geldig is uitgereikt (art. 278 lid 1 Sv). De wijze waarop de
dagvaarding betekend (uitgereikt) dient te worden is geregeld in art. 585 e.v. Sv.
Uitgangspunt van deze regeling is dat de verdachte zo veel mogelijk de dagvaarding zelf in
handen krijgt. Van de betekening wordt een akte van uitreiking opgemaakt. De rechter kan
dus op deze akte zien of de dagvaarding rechtsgeldig is uitgebracht. Als de akte ontbreekt, is
de uitreiking naar alle waarschijnlijkheid mislukt. Dit maakt de dagvaarding nietig.
b) De eisen van artikel 261 Sv (interne eisen)
Aan de tenlastelegging wordt in Sv een aantal eisen gesteld, deze zijn opgesomd in art. 261:
1. De dagvaarding behelst een opgave van het feit (1) dat ten laste wordt gelegd, met
vermelding omstreeks welke tijd (2) en waar ter plaatse (3) het begaan zou zijn;
verder vermeldt zij de wettelijke voorschriften waarbij het feit is strafbaar gesteld (4)
2. Zij behelst tevens de vermelding van de omstandigheden waaronder het feit zou zijn
begaan (5)
Ad 1. Feit: de tenlastelegging moet een bepaald gebeuren beschrijven. Aan deze beschrijving
wordt een aantal eisen gesteld. Een tenlastelegging die te weinig specifiek, onduidelijk of
innerlijk tegenstrijdig is, kan niet dienen als grondslag voor een terechtzitting en zal derhalve
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximehendrix. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.