100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis van de Psychologie $5.03   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis van de Psychologie

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van de lessen van Geschiedenis van de Psychologie.

Preview 4 out of 64  pages

  • June 4, 2021
  • 64
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Geschiedenis van de psychologie
1. Inleiding
>




Sapere aude = durf je verstand te gebruiken (Immanuel Kant) >> verlichtingsidealen




3 algemene thema’s: mens, maatschappij, methode

 Inzichten en empirische bevindingen rond mens en menselijk gedrag (filosofie, empirische voorlopers)
 Het mens- en maatschappijbeeld (trends van individualisatie en sociaal management)
 Wat is wetenschap? (belang van wetenschappelijke methode)


A. Hedendaagse + traditionele benaderingen vd geschiedenis vd psychologie
Diversiteit in psychologie

 Subdisciplines: Neuropsychologie, sociale psychologie
 Benaderingen: experimenteel VS filosofisch
 Verschillende studiedomeinen voor gelijkaardig lijkende termen : leren & geheugen, redeneren & intelligentie
 Afbakening t.o.v. andere disciplines zoals antropologie: parenting VS kinship, dans bijen VS dans mensen
 Doelstelling: voorspellen/beheersen van gedrag VS verstaan van eigen gedrag zodat je niet moet voorspellen


Hedendaagse kijk van de psychologie (vanaf 1970)

 Men wil verduidelijking van de hedendaagse situatie
o Begrijpen van deze chaotische situatie, conceptueel nadenken over wat psychologie is
o Onderzoek naar (status van) discipline zelf
 Mogelijke discontinuïteit: vragen zijn verschillend
 Status van psychologie, zelfreflectie, relatie tussen psychologie en haar domein >> men wil afstappen van het
domein, zoeken naar de relatie tussen psychologie en haar domein
 Geschiedenis wordt hier opgevat als metapsychologie (reflecteren over onze discipline zelf, over psychologie)

1

,Traditionele visie van de psychologie (voor 1970)

 Overzicht van het verleden
 Continuïteit v verleden naar heden: vragen zijn dezelfde, methode is verschillend (bv. introspectie, geen exp.)
 Psychologie zelf wordt niet in vraag gesteld

 Context: psychologie is nieuwe wetenschap die tracht zichzelf te bewijzen t.o.v. andere disciplines
 Geschiedenis van psychologie wordt gebruikt om dit eigen domein te ondersteunen (vanaf 1880)
o Verhaal: Vroeger bestudeerde men ook al elementen van het geheugen, maar nu doet men dat op een
wetenschappelijke manier >> nu kunnen we echte verwezenlijkingen laten zien
o Opeenvolging van grote namen die de psychologie als aparte discipline hebben doen oprijzen 
psychologen als intellectuele erfgenamen: teruggaand tot Aristoteles en Plato, elke auteur die schreef
over psychologische onderwerpen wordt gedoopt tot psycholoog ‘avant la lettre’

 Gekende citaten die deze traditionele visie ondersteunen
o ‘Die Psychologie hat eine lange Vergangenheit, doch nur eine kurze Geschichte.’
- Hermann Ebbinghaus (1850-1909) >> Ebbinghaus is opvolger van Wundt
= de psychologie heeft een lang verleden (bv. Plato), maar een korte geschiedenis (Wundt, 1879)

o “… nothing which is supposed to be new is ever really new.”
- Boring (1929)
= nu ontstaat er een nieuw domein, maar eigenlijk bestond het al veel langer (avant la letter)



MAAR! Je kan de geschiedenis op verschillende manieren bestuderen

Twee visies niet beschouwen als een zwart-wit tegenstelling >> er bestaan uitzonderingen van de traditionele visies
die toch ook meer nadacht over de discipline, het nadenken over de discipline kan toch ook niet zonder dat verleden
>> er is relevant historisch werk



B. Hoe de geschiedenis van de psychologie beschrijven
Mogelijke valkuilen

Whig geschiedschrijving

 Eigenschappen
o Teleologische visie op de geschiedenis >> de geschiedenis/tijd heeft een doel
o Wetenschap is vooruitgang (dus wat wij nu doen moet beter zijn dan wat onze voorgangers deden)
>> hedendaagse wetenschap is noodzakelijk correct, of minstens superieur t.o.v. verleden.
>> hoe briljante wetenschappers de waarheid ontdekten, die we nu nog steeds kennen = triomfalisme
o Fouten zijn dwalingen, ruis in de geschiedenis (moeten we dus niet bestuderen)
o Negeren van ideeën die niet conform zijn, deze worden weg gefilterd (alleen stijgende lijn bestuderen)

 Bedenkingen
o Vooruitgangsgedachte is niet het enige in wetenschap, wetenschap is complexer
o In wetenschap zitten soms fouten en die zijn zeker even interessant als de successen
o Kritiek op wetenschap als immer-vooruitgang boekend, dienend tot zuiver welzijn van mensheid



2

,Presentisme (‘nunc pro tunc’ = het nu voor het toen pakken, hineininterpretieren, projectie)

 Eigenschappen
o Op basis van hedendaagse ideeën of voorstellingen kijken naar d geschiedenis
o Hedendaagse ideeën en perspectieven worden op een anachronistische wijze gebruikt in de
voorstelling en interpretatie van het verleden. (bv. Jeanne d’Arc was een feministe, want feminisme is
pas later ontstaan, we kunnen ze daarom niet hiermee beschrijven)  Anachronisme = en term
gebruiken terwijl die niet past bij die tijd
o Relevantie van het verleden voor huidige situatie (van psychologie) (bv. Geschiedenis gebruiken om te
bewijzen dat een huidige theoretische positie de juiste is)

 Bedenkingen
o Valkuil: leidt tot misleidend beeld
o Maar: geschiedschrijving (interesses, prioriteiten, vragen) steeds vanuit het nu (cultureel en
intellectueel klimaat) >> we kunnen niet anders dan met onze huidige concepten en visies kijken naar
dat verleden, DUS in zekere zin is het altijd presentistisch; is kennis van de werkelijkheid überhapt
mogelijk? Alles wordt altijd vanuit een bepaald perspectief bekeken (het nu kijken naar het verleden)
 perspectivisme
>> “A large-scale, historical survey of the sort I am writing must be, to some degree, presentist –
that is, concerned with how psychology got the way it is.” - Leahey (2004)


‘Great men view’ (grote persoonlijkheden)

 Eigenschappen
o “The history of the world is but the biography of great men” – Thomas Carlyle (19eE filos./historicus)
= als je de geschiedenis van de wereld wil kennen, moet je de levensgeschiedenis van individuele grote
namen bestuderen  Geschiedkundige feiten zijn voornamelijk het resultaat van de inspanningen van
opeenvolgende grote persoonlijkheden
o Vooral mannen, weinig vrouwen
o Great men view staat in tegenstelling tot Zeitgeist (tijdsgeest)
 Dankzij Wundt hebben we een psychologie als wetenschap (great men view)
 In die periode (1860-1870) was die periode tijd voor een nieuwe wetenschap, en is het een
beetje toevallig dat Wundt een laboratorium oprichtte (Zeitgeist)

 Bedenkingen
o Steeds ook externe en contextfactoren
o Overschatting van belang van individuen: ‘L’art c’est moi, la science c’est nous’ - Claude Bernard >>
wetenschap is iets collectief, kunst is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie
o Dus: demystificatie van ‘helden’, met erkenning van hun verdiensten
o Trouwens: ook helden zijn mensen (ook weer een psychologisch ‘verhaal’ mogelijk, wat dan weer zou
aantonen dat het misschien toch niet zo’n helden zijn, en het meer context zou zijn)

Simplificatie

 Eigenschappen
o In de geschiedenis gaat het vaak over ‘de grote lijnen’ en niet alle facetten (is bijna onmogelijk)
 Gevolg: een “gestroomlijnde” versie van het verleden (zonder al die details)
o Secundaire literatuur en niet de oorspronkelijke bronnen  Gevolg: een geschiedenisboek als een
samenvatting van samenvattingen
3

, Strekkingen

1. Internalisme VS externalisme

 Lijkt een valse tweedeling: de invloed van context (op ontwikkeling van een wetenschappelijke discipline) is er
natuurlijk wel, maar er is ook altijd interne vooruitgang / regulering (altijd dus beide factoren)

Internalisme

 R. Merton (jaren 1930) (naam niet kennen)
 Wetenschapsgeschiedenis puur als ontwikkeling van het onderzoek, de theorieën en de ontdekkingen van een
discipline
 Niet nodig om te kijken naar externe factoren (vb. economische, sociale, culturele); niet naar context kijken

Externalisme

 Geschiedenis van een wetenschap is te begrijpen vanuit sociale context, zoals sociaal-politieke klimaat of
economische mogelijkheden



2. Sociaal constructivisme

 Ontstaand in +/- 1960 door ontwikkelingen binnen wetenschapsgeschiedenis, -filosofie, sociologie van kennis
 Men ging de wetenschap zelf bestuderen: gedetailleerde studie van wetenschappelijke praktijk (nieuw!)
 Resultaat: wetenschap is niet enkel het begrijpen van de werkelijkheid, maar je moet het vooral begrijpen als
een product van complexe sociale processen (interactie tussen wetenschappers)
 Een van de implicaties: zelfs wetenschappelijke kennis is niet puur objectief: gaat wetenschap dan nog wel
over iets – als het zo geconstrueerd wordt door een groep mensen – is het dan nog wel puur objectief?


Implicatie sociaal constructivisme

 Ook psychologische dimensie in begrijpen van ‘wetenschappelijk gedrag’ (naast de sociale dimensie)
o Een wetenschapper is onderhevig aan fenomenen van perceptie (bv. hoe men betekenis ziet in dingen
die tevoren niemand zag)
o Een wetenschapper is onderhevig aan fenomenen van cognitie (bv. hoe wetenschappers hun
theorieën ontwerpen en beslissen wat hun resultaten betekenen)
o Een wetenschapper is onderhevig aan fenomenen van persoonlijkheid (bv. sommige mensen meer
kans om wetenschapper te worden, of wat motiveert een wetenschapper)
o Een wetenschapper is onderhevig aan fenomenen van communicatie (bv. hoe wetenschappers hun
werk aanvaard krijgen, of hoe controverses worden opgelost)
o Een wetenschapper is onderhevig aan fenomenen van groepsdynamica (bv. hoe zijn de
wetenschappelijke disciplines georganiseerd, krijgen jonge mensen vlug


Bedenkingen bij sociaal constructivisme

 Wetenschap is een complex gebeuren (het gaat niet altijd over de realiteit, ook al is dit niet typisch voor de
wetenschap – er bestond een wetenschapper die zijn feiten zelf fabriceerde)
 Relativiteit van kennis! = hoe we bepaalde dingen nu zien is niet altijd hoe we dingen later gaan zien
 Bestaan van externe, objectieve werkelijkheid (misschien niet kenbaar los van menselijke conceptualisaties)?
 Andere visies mogelijk (strikt empirisme = wetenschap werkt vanuit data, hierop worden theorieën gebaseerd)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisekox. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81849 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.03
  • (0)
  Add to cart