Leren wordt gedefinieerd als een blijvende verandering in gedrag of mentale processen, als gevolg
van een bepaalde ervaring. We spreken pas van leren als deze ervaringen tot een blijvende
verandering leidt. Ten tweede moet leren leiden tot een verandering in het gedrag of de mentale
processen.
In tegenstelling tot leren wordt instinctief gedrag sterk door genetische programmering beïnvloed.
Ervaring speelt hier dus een kleine tot zelfs geen rol. In het algemeen wordt het menselijk gedrag
veel sterker door leren beïnvloed en in veel mindere mate door instincten. Leren geeft ons de
flexibiliteit om ons snel aan veranderende situaties en nieuwe omgevingen aan te passen.
Sommige vormen van leren zijn tamelijk eenvoudig. De simpelste manier van leren is habituatie,
leren om niet te reageren op de herhaalde aanbieding van een stimulus, oftewel gewenning. Een
andere relatief eenvoudige vorm van leren is het mere exposure-effect. Men heeft door dit effect
een aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan men al eerder (of meer) aan is blootgesteld. Later
komen we terug op de wat complexere manieren van leren. Dit betreft twee vormen van stimulus-
respons-leren. Dit zijn vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stimuli en
responsen, zoals klassiek en operant conditioneren.
Week 2 Hoofdstuk 4 Geheugen
Het geheugen is een systeem dat informatie codeert, opbergt en weer terughaalt. De drie essentiële
functies van het geheugen zijn:
Het coderen van informatie
Omzetting van informatie in een vorm die het beste in het geheugensysteem past.
Het opslaan van informatie
Heeft te maken met het langdurig opbergen van gecodeerd materiaal.
Het terughalen van informatie
Deze heeft te maken met het lokaliseren en weer in het bewustzijn terugbrengen van
informatie.
De technische term voor een fotografisch geheugen is eidetisch beeld. Dit is een perfect voorbeeld
van een bijzonder duidelijke en langdurige vorm van een herinnering.
Zimbardo concludeert dat informatie onderdeel moet worden van je permanente geheugen door
drie stadia te doorlopen: eerst in het sensorisch geheugen, vervolgens in het werkgeheugen (oftewel
kortetermijngeheugen) en ten slotte in het langetermijngeheugen.
,Het eerste stadium: het sensorisch geheugen
Alle sensorische indrukken blijven in principe maar kort in het sensorisch geheugen hangen. De
informatie wordt maar net lang genoeg vastgehouden om te kunnen zien of de informatie belangrijk
genoeg is om door te gaan naar het volgende stadium. Er zou dus gesteld kunnen worden dat het
sensorische geheugen een soort sorteermachine is, die beslist welke informatie de aandacht verdient
en welke informatie niet.
Volgens Zimbardo ontdekte Sperling dat in dit eerste stadium van het geheugen veel meer informatie
vast wordt gehouden dan er ooit in het bewustzijn terecht zal komen. Na hiernaar een onderzoek
gedaan te hebben, vermoedde Sperling dat de werkelijke capaciteit van het sensorische geheugen
bestaat uit minstens negen items die op drie of vier items na uit dit stadium verdwijnen voordat het
bewustzijn bereikt is.
Elke sensorische zenuwbaan heeft zijn eigen aparte sensorische geheugen (dat zich ook weer
uitmondt in ons werkgeheugen). In het volgende schema is te zien welke sensorische opslagplaatsen
men bezit.
Niet het gehele sensorische geheugen bestaat uit visuele beelden. Vanwege alle verschillende
opslagruimten, bevat elk deel van het geheugen andere informatie.
Het tweede stadium: het werkgeheugen
In dit stadium wordt de pas verkregen informatie vastgehouden. Volgens Zimbardo et al. zou je het
werkgeheugen kunnen beschouwen als het ‘centrale verwerkingsschip’ van voor het gehele
geheugensysteem. In dit stadium vindt dan ook een bewuste verwerking van je ervaringen plaats. De
duur en capaciteit van het werkgeheugen zijn als volgt. De duur van de verwerking van ervaringen
duurt ongeveer 20 seconden. De capaciteit bedraagt ‘het magische getal’ 7. Dit wil zeggen dat
ongeveer zeven items plaats kunnen nemen in het werkgeheugen. Je kunt deze beperkingen
overigens op twee manieren omzeilen. Dit kan door middel van chunking en door middel van
repeteren.
Chunking is een proces waarbij stukjes informatie georganiseerd worden tot een kleiner aantal
betekenisvolle eenheden (chunks). Op deze manier creëer je ruimte in het werkgeheugen.
Repeteren of herhalen is een proces waarbij informatie steeds wordt herhaald om te voorkomen dat
het materiaal vervaagt in de tijd dat het in het werkgeheugen zit. Een betere manier om informatie
naar het langetermijngeheugen te transporteren is door middel van actief herhalen door verbanden
te leggen. Dit is een proces van het werkgeheugen waarin informatie actief wordt herzien en
verbonden wordt met kennis die je al in het langetermijngeheugen hebt opgeslagen.
In het boek van Zimbardo wordt verondersteld dat er een centrale besturing is in het werkgeheugen.
Deze centrale besturing richt je aandacht op de belangrijke input van het sensorische geheugen
, (bijvoorbeeld wanneer iemand je naam roept). Ook kan het werkgeheugen de aandacht richten op
stof die uit het langetermijngeheugen wordt teruggehaald (bij een tentamen). Ook wordt ervan
uitgegaan dat er een fonologische lus is, waar geluiden tijdelijk worden opgeslagen. In het derde deel
van het werkgeheugen, het schetsboek, worden visuele beelden opgenomen. Verder worden de
episodische buffer en de semantische buffer genoemd. De episodische buffer gaat over
gebeurtenissen en de semantische buffer gaat over woordbetekenissen.
De centrale bestuurder staat in contact met het sensorische geheugen, maar ook met het
langetermijngeheugen en het responssysteem (gedrag).
Akoestisch coderen: de omzetting van informatie in geluidspatronen in het werkgeheugen.
Deze verwerking kan leiden tot interessante geheugenfouten. Wanneer letters moeten worden
onthouden, worden bijvoorbeeld letters met dezelfde klank (D vs. T, enz.) of letters die er hetzelfde
uitzien (E vs. F, enz.) door elkaar gehaald. Ondanks deze fouten heeft akoestisch coderen als voordeel
het makkelijk leren van bijvoorbeeld taal.
Visuele en ruimtelijk coderen (schetsboek): het schetsboek van het werkgeheugen heeft grotendeels
dezelfde functie voor visuele en ruimtelijke informatie. Door dit deel van het geheugen kan je
bijvoorbeeld je sleutels terugvinden en heb je een soort plattegrond van je woonplaats in je hoofd.
Volgens de theorie van verwerkingsniveaus van Fergus Craik en Robert Lockhart zorgt ‘diepere’
verwerking – meer verbindingen maken met langetermijnherinneringen – ervoor dat nieuwe
informatie aan betekenis toeneemt en dus beter herinnerd kan worden.
Het derde stadium: het langetermijngeheugen
Woorden en concepten zijn in het langetermijngeheugen gecodeerd naar hun betekenis en op die
manier zijn ze weer verbonden met andere items die een gelijke betekenis hebben (Zimbardo,
Johnson & McCan, 2009, p. 151). Het langetermijngeheugen wordt voorgesteld als een enorm
netwerk van onderling verbonden associaties.
In het langetermijngeheugen is alle kennis over jezelf en de rest van de wereld opgeslagen. Dit deel
van het geheugen lijkt een eindeloze capaciteit te hebben. Hoe het mogelijk is dat het
langetermijngeheugen zo onbeperkt is, is nog niet bekend.
Het langetermijngeheugen is in te delen in twee ‘afdelingen’: het procedureel geheugen en het
declaratief geheugen. Het procedureel geheugen wordt gebruikt om ons de vaardigheden te kunnen
herinneren die we ooit hebben geleerd. Het declaratief geheugen (feitengeheugen) wordt gebruikt
voor het opslaan van indrukken, feiten en gebeurtenissen.
Het declaratief geheugen kan ook weer opgedeeld worden in het episodisch geheugen en het
semantisch geheugen. Het episodisch geheugen is het deel van het feitengeheugen waarin
herinneringen van persoonlijke gebeurtenissen liggen opgeslagen. Het semantisch geheugen is het
deel waarin de algemene kennis ligt opgeslagen.
Hieronder is het schema van geheugenverwerking nogmaals weergegeven, maar dan de
uitgebreidere versie ervan:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninaperumal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.