Samenvatting hoofdstuk 11 gezondheid en 12 transport van biologieboek Nectar
HAVO 5
Met deze samenvatting heb ik een 8,1 op het SE gehaald en een 7,9 op her CE
11.1
- Lederhuid = binnenste deel van de huid
- Vet zit in het onderhuidse bindweefsel vlak onder de lederhuid, het helpt tegen
afkoeling.
- Zweet uit de zweetklieren in de lederhuid helpen tegen oververhitting.
- De zon stimuleert de cellen in de onderste laag van de opperhuid,
de kiemlaag. Pigmentvormende cellen in de kiemlaag gaan meer pigment vormen en
werkt als uv-filter. Door UV gaat delingsactiviteit van cellen in kiemlaag omhoog.
Dikkere huid beschermt DNA tegen mutagene werking van uv-licht.
- Uv-straling zorgt voor mutaties, dat zorgt tot celdeling en zo ontstaat een tumor.
- De hoornlaag is de buitenste laag van de huid. Gaat vochtverlies tegen en voorkomt
binnendringen virussen en bacteriën.
- Infectie = besmetting. De ziekteverwekker is het lichaam binnengedrongen.
- Je bent gezond als je je zowel lichamelijk als geestelijk als maatschappelijk goed
voelt. Je leefstijl en erfelijke factoren hebben invloed op je gezondheid.
11.2
- Tetanus kun je oplopen in diepe wonden door straatvuil. Alle spieren verkrampen
hierbij. Het bloedt weinig, dus de bacteriën blijven zitten.
- Bij een vaccinatie worden er antistoffen geïnjecteerd, in combinatie met antibiotica.
- Antistoffen zijn stoffen die gifstoffen of ziekteverwekkers onschadelijk maken.
- Ogen, luchtwegen, mond, maag en vagina hebben geen huid. Daar zijn andere
afweermechanismen voor. Traanvocht, slijmvliezen, trilharen, maagsap en pH.
- Macrofagen zijn witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen in het
afweersysteem.
- Als bacteriën of virussen door de beschermende barrière komen, komen witte
bloedcellen (vooral macrofagen) in actie. Ze kunnen van vorm veranderen, uit een
haarvat kruipen en binnengedrongen bacteriën, virussen en schimmels in zich
opnemen door fagocytose. Daarna breken ze deze af met enzymen.
- De macrofagen maken geen onderscheid tussen verschillende typen bacteriën. Deze
vorm van afweer heet daarom niet-specifiek en is aangeboren. Ook de barrières en
koorts zijn niet-specifieke vormen van afweer.
- Na inenting of besmetting met ziekteverwekker vormen witte bloedcellen antistoffen.
- Door bij dieren bloedplasma met antistoffen te nemen, krijg je antiserum. Dit
gebruiken artsen als patiënten een verzwakt afweersysteem hebben of bij tijdsnood.
- Een moderne methode om aan antistoffen te komen, is productie met behulp van
cellen uit muizen. Laboranten isoleren de witte bloedcellen en laten elke cel
samensmelten met een tumorcel. Deze maakt dan de juiste antistof en kan snel
delen. Daaruit ontstaan dan veel klonen, waarbij antistoffen van 1 type ontstaan:
monoklonale antistoffen.
11.3
- Vaccineren is een manier om ernstige ziektes onder de bevolking te voorkomen.
- Bij elk vaccinatieprogramma is er de afweging tussen het risico op overlijden aan de
ziekte en de kans op bijwerkingen van de vaccinatie.
- Als er te veel ziekteverwekkers je lichaam binnenkomen schakelt het lichaam over op
een ander afweersysteem. Dit bestaat uit speciale witte bloedcellen, de lymfocyten,
die ziekteverwekkers kunnen herkennen door herkenningseiwitten genaamd
, antigenen. Deze zitten in alle cellen maar lymfocyten reageren alleen op
lichaamsvreemde antigenen.
- Lymfocyten ontstaan in het rode beenmerg. Er zijn 2 hoofdtypen met een eigen
functie. De B-lymfocyten of B-cellen rijpen in beenmerg en maken antistoffen. De T-
lymfocyten of T-cellen rijpen in thymus en stimuleren werking van T- en B-cellen.
Sommige T-cellen kunnen eigen lichaamscellen die zijn geïnfecteerd opsporen en
vernietigen ze, zodat ze niet kunnen vermeerderen. Ze kunnen ook sommige typen
kankercellen vernietigen.
- Elke B- en T-cel reageert op 1 type antigeen. Het lichaam heeft die lymfocyten
speciaal daarvoor geselecteerd, dit heet specifieke afweer.
- De activering van B- en T-lymfocyten vindt meestal plaats in de verzamelplaats van
witte bloedcellen, de lymfeknopen.
- Antigenen koppelen aan een lymfocyt met een passende receptor.
- Na vertering van ziekteverwekker worden antigenen naar lymfeknopen gebracht.
Hierdoor kan specifieke afweer sneller opstarten. Na activeren delen B- en T-cellen
en vormen elk klonen. De T-helpercellen stimuleren de B-cellen om veel antistoffen
aan te maken tegen het specifieke antigeen. Antistoffen gaan door het hele lichaam
via bloedplasma, weefselvocht en lymfe en hechten aan hun specifieke antigenen.
- Antibiotica worden gebruikt bij ernstige infecties. Ze maken deling en groei van
bacteriën (werkt niet tegen virussen) onmogelijk. Zo heeft lichaam genoeg tijd om
antistoffen te vormen.
- Resistente bacteriën hebben enzymen die de antibiotica onmiddellijk afbreken.
Multiresistente bacteriën zijn ongevoelig voor meerdere typen antibiotica.
- Na een tijdje blijven er alleen geheugencellen na, die bij een tweede infectie meteen
specifieke afweerreactie starten: je bent immuun.
- Als je zelf de antistoffen hebt gemaakt heet het actieve immuniteit.
- Als immuniteit het gevolg is van natuurlijke oorzaak, een ziekte, heet het natuurlijke
actieve immuniteit.
- Na meerdere vaccinaties maak je steeds sneller antistoffen.
- Bij een vaccinatie zijn de antigenen kunstmatig ingebracht maar maak je zelf
antistoffen aan, dus dat heet kunstmatige actieve immuniteit.
- Immuniteit die ontstaat door antistoffen die je kant en klaar ontvangt bij geboorte of
door moedermelk (natuurlijk) of door prik (kunstmatig) heet passieve immuniteit.
- Auto-immuunziektes vernietigen lymfocyten eigen lichaamscellen.
- Bij orgaantransplantaties moet er een sterke overeenkomst zijn tussen HLA-
antigenen van donor en ontvanger.
11.4
- Bij een allergische reactie reageert afweersysteem afwijkend en heftig op stoffen.
- Bij mensen zonder allergie hechten antistoffen aan antigenen. Fagocyten herkennen
het en ruimen het op.
- Bij mensen met allergie maken veel van een ander type antistof. Deze hechten niet
aan de antigenen van de stof, maar aan de mestcellen. Dit zijn witte bloedcellen die
vooral voorkomen in slijmliezen van luchtwegen.
- Wanneer een mestcel in contact komt met antigenen barst het open en komt
histamine vrij.
- Antigenen die dit type reactie veroorzaken heten allergenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijekoopmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.