100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide College aantekeningen Burgerlijk recht 3 $4.27
Add to cart

Class notes

Uitgebreide College aantekeningen Burgerlijk recht 3

 24 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide college aantekeningen van alle colleges, ook het actualiteitencollege. In deze aantekeningen zijn ook toevoegingen uit het boek verwerkt. De arresten zijn met een kleurtje aangegeven.

Preview 4 out of 39  pages

  • June 4, 2021
  • 39
  • 2020/2021
  • Class notes
  • C.m.d.s. pavillon, a. kolder, l.b.a. tigelaar
  • All classes
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 45 Flashcards
$5.34 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat zijn de vereisten voor een onrechtmatige daad?

Answer: De vereisten zijn: a. Onrechtmatige daad b. Toerekening c. Causaliteit d. Schade e. Relativiteit Dit volgt uit art. 6:161 BW

2.

Welke vormen onrechtmatige daad bestaan er?

Answer: Inbreuk op een recht, strijd met een wettelijke plicht en de strijd met de maatschappelijke betamelijkheid

3.

Wat volgt er uit het arrest Der Bildtpollen Aanwas B.V.-Miedema?

Answer: Uit het arrest Der Bildtpollen Aanwas B.V.-Miedema volgt dat bij de vaststelling van een onrechtmatige daad naast de kelderluik-criteria ook rekening moet worden gehouden met de aard van de schade, de gebruikelijkheid van de daad en de aard van de gedraging. Is er bijvoorbeeld een noodsituatie, een commerciële gedraging of een alledaagse activiteit? En in wiens belang voert de schadeveroorzaker de daad uit?

4.

Wanneer is een waarschuwing effectief?

Answer: Een waarschuwing is effectief wanneer onoplettendheid niet plaats vindt en wanneer men hun gedrag aanpast waardoor de schade niet ontstaat.

5.

Geef een samenvatting van de wettelijke criteria bij de vaststelling van aansprakelijkheid bij een sport en spelsituatie.

Answer: Bij een sport en spelsituatie geldt een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Spelers kunnen van elkaar verwachten dat er een misslag plaatsvindt, ook in een ander speelveld (tennisbal-arrest). Hoewel een misslag te verwachten is, is het expres natrappen bij voetbal niet te verwachten en te accepteren (arrest natrappen). Ook nadat het fluitsignaal ter beëindiging van een wedstrijd heeft geklonken, moet men de misslagen nog verwachten. Wanneer een onevenwichtige situatie ontstaat, kan dit met zich meebrengen dat de sport en spelsituatie is afgelopen (ijsvoetballen-arrest).

6.

Wanneer is iemand aansprakelijkheid voor zuiver nalaten?

Answer: Iemand is aansprakelijkheid voor zuiver nalaten wanneer diegene subjectieve kennis heeft van het gevaar en heeft nagelaten om het slachtoffer ervan te behoeden.

7.

Wat is besloten in het arrest Pos/Van den Bosch?

Answer: In het arrest Pos/Van den Bosch is besloten dat een derde, C, aansprakelijk kan zijn voor een wanprestatie tussen twee anderen, B en C, in het geval dat C wist of behoorde te weten van het nadeel dat zou ontstaan en van de ernst van het nadeel. In casu had C niet alleen kennis van het nadeel, maar ook was er een vertrouwensrelatie tussen A en C.

8.

Wat is de maatstaf bij beroepsaansprakelijkheid?

Answer: De maatstaf bij beroepsaansprakelijkheid is die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot. Een beginnend arts is bijvoorbeeld niet minder aansprakelijk dan een ervaren arts.

9.

Leg uit hoe de aansprakelijkheid is geregeld voor personen van 13, 15 en 17 jaar oud.

Answer: De aansprakelijkheid is als volgt geregeld voor personen van 13, 15 en 17 jaar oud: a. Voor schade veroorzaakt door een handelen van een 13-jarige zijn de ouders aansprakelijk. Voor een nalaten is niemand aansprakelijk, art. 6:169 BW. Er moet volledig worden geabstraheerd van de leeftijd bij het vaststellen van de aansprakelijkheid, zie het arrest Sneeuwballende kinderen. b. Voor een schadeveroorzaking van een 15-jarige is de persoon zelf aansprakelijk en de ouders zijn medeaansprakelijk voor zover hen een verwijt betreft, art. 6:169 lid 2 BW. De bewijslast ligt bij de ouders. c. Een 17-jarige is aansprakelijk voor zijn eigen gedraging, art. 6:162 BW.

10.

Welke vereisten gelden voor de aansprakelijkheid van hulppersonen?

Answer: De vereisten die gelden voor de aansprakelijkheid van hulppersonen zijn: a. Een fout b. Van een ondergeschikte c. Die in voldoende verband staat met de opgedragen taak. De aard, het tijdstip en de plaats van de fout moeten worden meegewogen, alsmede de sfeer op de werkvloer (Partycentrum Groots Kievietsdal en Houdgreep collega).

Burgerlijk recht 3 –
Hoorcollegeaantekeningen
Hoorcollege 1 – Aansprakelijkheid/onrechtmatige daad 1
C.M.D.S. Pavillon

In het aansprakelijkheidsrecht bestaan twee fases: de vestigingsfase waarin de
aansprakelijkheid wordt vastgesteld en de omvangfase waarin de schade wordt begroot.

Het uitgangspunt van het aansprakelijkheidsrecht is: ieder draagt zijn eigen schade. Wel kan
er een hele goede grond zijn waarom de schade afgewenteld moet worden op iemand
anders. Die gronden worden onderzocht bij dit vak. Zo’n grond is de rechtvaardiging van de
verplaatsing van de schade. Dit kan door schuld, het feit dat iemand anders het risico moet
dragen en wanneer iemand profijt heeft van de schade.

Functies van het aansprakelijkheidsrecht
Een slachtoffer kan recht hebben op compensatie. Dat is de grootst functie van het
aansprakelijkheidsrecht. Het uitgangspunt hierbij is het volledig herstellen van de schade.
Het bepalen in welke gevallen schade wordt gecompenseerd, heet selectie. Verder heeft het
recht tot doel: preventie (voorkomen van schade). Hier moet een evenwicht bestaan tussen
vrijheid en veiligheid. Verder zijn doelen rechtshandhaving, erkenning van leed en onrecht,
genoegdoening (tegemoetkoming in het leed, art. 6:106 BW) en ‘straffen’/ontneming van
voordeel (art. 6:104 BW).

Fout versus risicoaansprakelijkheid
Een fout is een toerekenbare onrechtmatige daad die door een persoon is verricht. Dit is
schuldaansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag. Het gaat om de dader die zelf de
fout in is gegaan. Risicoaansprakelijkheid is een kwalitatieve aansprakelijkheid. Soms is
iemand in een hoedanigheid aansprakelijkheid. Dit is in ieder geval bij de volgende factoren:
profijt van de activiteit, iemand creëert een gevaar en iemand is beter in staat om de schade
te vergoeden (draagkracht en verzekerbaarheid).

Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen
De foutaansprakelijkheid is geregeld in art. 6:162 BW. Er zijn vijf vereisten voor het
vaststellen van een onrechtmatige daad:
- Onrechtmatige daad (lid 2)
- Toerekeningen (lid 3)
- Causaliteit (dientengevolge, lid 1)
- Relativiteit (art. 6:163 BW)
- Schade
De vereisten lopen in werkelijkheid soms door elkaar heen.

Er zijn drie categorieën onrechtmatige daden:
- Inbreuk op een recht


1

, - Strijd met een wettelijke plicht
- Schending van een zorgvuldigheidsnorm. Dit is de strijd met het ongeschreven recht
dat het maatschappelijke verkeer betaamt.

Een rechtvaardigingsgrond neemt de onrechtmatigheid weg. De rechtvaardigheidsgronden
zijn:
- Noodweer
- Overmacht
- Noodtoestand
- Ambtelijk bevel

Vormen van onrechtmatige daad
Inbreuk op een recht
Het moet gaan om een inbreuk op een subjectief recht. Een subjectief recht beschermt een
hoogwaardig belang, zoals een eigendomsrecht. Denk aan het onterecht leggen van een
conservatoir beslag. Verder ziet het op persoonlijkheidsrechten waar een inbreuk op wordt
gemaakt, zoals lichamelijke integriteit. Een inbreuk op een recht is niet zonder meer
voldoende om van een onrechtmatige daad te spreken. Er moeten nadere omstandigheden
zijn. Dit blijkt heel duidelijk uit het arrest Zwiepende tak. Casus: vier vrienden liepen door
een bos. Een jongen duwt tegen een tak, deze zwiept terug in het oog van een andere
jongen en hij raakt zijn oog kwijt. De hoge raad geeft aan dat er sprake moet zijn van
onzorgvuldig handelen om te spreken van een onrechtmatige daad. De enkele schade of
kans of schade is niet genoeg. Het moet gaan om een schade die zo waarschijnlijk en zo
ernstig is dat men zich onthoudt van het gedrag naar normen van zorgvuldigheid.

Strijd met wettelijke plicht
Een wettelijke plicht is erg ruim. De afbakening is de relativiteit: de wet moet beogen de
schade te voorkomen om te spreken van strijd met de wettelijke plicht.

Zorgvuldigheidsnorm
Dit is de strijd met maatschappelijke betamelijkheid. Het is een ongeschreven norm die niet
nader in de wet in uitgewerkt. Het geeft de rechter veel ruimte. De zorgvuldigheidsnorm is
voortgekomen uit de arresten Zutphense Waterleiding en Lindenbaum Cohen. In Lindebaum
Cohen is de zorgvuldigheidsnorm ‘gemaakt’.

Volgens de leer Smit bestaat er geen zelfstandige categorie ‘inbreuk op een recht’. Als het
eng wordt geïnterpreteerd, is het een zelfstandige categorie. Namelijk als de schade komt
van een opzettelijke inbreuk dan is de inbreuk op een recht een onrechtmatige daad. Als het
ruim wordt opgevat, is het geen zelfstandige categorie, want er is altijd iets extra’s nodig
voor een onrechtmatige daad, zoals onzorgvuldigheid. Dit vloeit ook voort uit het Taxus-
arrest. Casus: iemand had een taxusplant op een omheining van een weiland gelegd. De
paarden in het weiland hebben dit gegeten. Een taxus is dodelijk voor paarden, dus zij zijn
overleden. Volgens de rechter was er geen onrechtmatige daad, want de mensen behoorden
niet te weten dat een taxus dodelijk is voor paarden.

In 1965 kwamen de kelderluik-criteria tot leven. Deze gebruik je om te bepalen of er sprake
is van gevaarzetting. Ze zijn als volgt geformuleerd:


2

, 1. De waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste
oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht,
2. De hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan,
3. De ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben,
4. En de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen.
De eerste drie factoren bepalen het risico en dit moet worden afgewogen tegen de
veiligheidsnormen. Hoe groter het risico op schade, hoe minder bezwaarlijk het is om
maatregelen te nemen.
Deze criteria hangen nauw samen met art. 6:174 BW. De vraag of een opstal gebrekkig is,
wordt bepaald aan de hand van kelderluik. Hier wordt later op terug gekomen.

Sportschool Fit for free. Casus: een moeder bezoekt haar zoon in Fit for Free. Zij valt over
een verhoging van zo’n 8 centimeter en loopt letsel op. Moeder doet een beroep op art.
6:162 en 6:174 (gebrekkig opstal). Het kleurverschil tussen de vloer en de verhoogde vloer is
moeilijk te zien. De kelderluik-criteria moeten worden toegepast om te beslissen of de
sportschool aansprakelijk is. De rechtbank vindt bij de eerste factor dat mensen veel heen en
weer lopen in de sportschool waarbij men kijkt naar de sportapparaten (of in casu keek
mevrouw naar haar zoon) en niet naar de vloer. Volgens de rechtbank mag de eis worden
gesteld dat de verhoging zichtbaar is, ook voor incidenteel bezoek. Aan factor 1 is voldaan.
Bij factor 2 wordt volstaan met dat er een risico van een val is, omdat men naar de
apparatuur kijkt. Bij de ernst van de gevolgen, stap 3, neemt de rechtbank mee dat een val
op fitnessapparaten voor ernstig letsel kunnen zorgen. De rechtbank acht het niet
bezwaarlijk om verdere maatregelen te nemen, stap 4. De sportschool is dus aansprakelijk.

De hoge raad heeft handen en voeten proberen te geven aan de zorgvuldigheidsnorm door
categorieën te onderscheiden. De grootste categorie is gevaarzetting. Hierbinnen zijn
subcategorieën. Een andere categorie is OSVO: ongelukkige samenloop van
omstandigheden. Dan is er geen aansprakelijkheid. In de categorie ‘sport en spel’ is er een
hogere drempel voor aansprakelijkheid. Verder is er doen en nalaten. De rol van
maatschappelijke normen is heel belangrijk bij tuchtrechtspraak.

Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema. Casus: meneer Bildtpollen is een dijkbeheerder en hij
heeft schapen. Hij stort rottende uienresten op de dijk voor de schapen. Aan zijn erf grenst
het erf van uienteler Miedema. De uien van Miedema gaan rotten door de rottende uiten
van de dijkbeheerder. Er was erg veel bedrijfsschade. Miedema stelt de dijkbeheerder
aansprakelijkheid op grond van gevaarzetting. De hoge raad is van mening dat het hof het bij
het verkeerde eind heeft, want het hof heeft alleen gekeken naar de kans op schade. In ‘de
kans op schade’ kunnen de eerste twee kelderluik-factoren worden teruggevonden in deze
uitspraak. De kans op schade is er zeker, maar er is niet voldoende gekeken naar andere
factoren. Er moet worden gekeken naar de aard van de schade (verschil tussen zaak- en
letselschade: letselschade is erger) en naar de gebruikelijkheid (voegt de hoge raad toe aan
het vierde criteria). Over dit laatste werd veel kritiek gegeven. Tevens voegt de hoge raad
een nieuwe factor toe: de aard van de gedraging. In deze uitspraak worden de kelderluik-
criteria dus als het ware herzien en er worden aanvullingen gegeven. De toevoegingen zijn
hier waarschijnlijk gebruikt, omdat het ging om zaakschade.




3

, Jetblast-arrest. Casus: een mevrouw ging achter een opstijgend vliegtuig staan en door de
lucht uit het vliegtuig werd zij tegen een blok beton ‘aangesmeten’. Zij raakte ernstig
gewond. Als kelderluik wordt toegepast, is er een hele grote waarschijnlijkheid dat de
vereiste oplettendheid en voorzichtigheid niet kan worden verwacht. Het gevaar wordt
namelijk aanvaard door achter het vliegtuig te gaan staan. De overheid/eigenaar van het
vliegtuig moet ervoor zorgen dat mensen worden gewaarschuwd voor het gevaar. De nadruk
wordt gelegd op de vierde factor in dit arrest. Bepalend is of dat de voorzorgsmaatregel
daadwerkelijk effect is. Iets is pas een afdoende maatregel als wordt voorkomen dat de niet-
oplettendheid plaatsvindt. Er stond een bord, maar dat werkte blijkbaar niet goed genoeg,
want mensen pasten hun gedrag niet aan.

Hoorcollege 2 – Aansprakelijkheid/onrechtmatige daad 2
C.M.D.S. Pavillon

Begrenzing van de aansprakelijkheid
Sport en spel
De grote vraag in dit college is: waar houdt de aansprakelijkheid op? Een andere manier om
hierna te kijken is om te bepalen hoe hoog de lat ligt voor aansprakelijkheid. Bij een sport en
spelsituatie ligt de lat hoog. Het tennisbal-arrest schetst dit: twee vrienden zijn aan het
tennissen en houden pauze. De ene vriend zit op een bankje en de andere slaat nog een paar
ballen. Een van de ballen raakt de vriend die pauze houdt in het oog en hij verliest zijn oog.
Onrechtmatige daad slaagt niet. Volgens het hof zou de gedraging een onrechtmatige daad
zijn buiten de spelsituatie, maar binnen die situatie moeten de spelers wederzijds verwachten
dat er af en toe een misslag is. Hier wordt ook het criterium uit Zwiepende tak gebruikt. Wat
is belangrijk? Er is nog sprake van een sport- en spelsituatie; dit is niet beëindigd door de
pauze. Het geldt ook voor spelers op een andere baan. Ook dan moet een misslag worden
verwacht. Maakt het dan uit dat er spelregels worden overtreden? Het is onvermijdelijk dat
de spelregels af en toe niet worden nageleefd. Dit wordt uitgewerkt in het arrest Natrappen.
Deze wordt behandeld in het boek. Het uitgangspunt uit ‘Natrappen’ is: ‘dat de vraag of een
andere deelnemer aan een sport als voetballen onrechtmatige heeft gehandeld door een
gedraging waardoor aan een andere deelnemer letsel is toegebracht, minder spoedig
bevestigd moet worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in het kader van de
sportbeoefening zou hebben plaatsgevonden. De deelnemers aan een sport als voetballen
hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over
en weer van elkaar te verwachten, terwijl gedragingen die een overeenkomstig gevaar in het
leven roepen, buiten het kader van de sport door de deelnemers aan het maatschappelijk
verkeer als regel niet van elkaar behoeven te worden verwacht en mede daarom veelal niet
aanvaardbaar zijn.’

Een ander belangrijk arrest over het wel of niet beëindigd zijn van de sport- en spelsituatie is
IJsvoetballen. Vrienden gaan ijsvoetballen; ze hebben allemaal een grote opgeblazen ‘bal’
aan. Het fluitsignaal gaat en het spel is afgelopen. Het slachtoffer heeft de bal uitgetrokken
en staat aan de rand van de ijsbaan. Een vriend geeft hem voor de grap een duw met die bal
nog aan. Het slachtoffer valt en loopt letsel op. Is er sprake van sport en spel? Volgens de
rechtbank betekent het enkele feit dat het fluitsignaal klonk niet per se dat het spel is
afgelopen. Ook niet dat mensen de ijsbaan al hadden verlaten. Echter, dat het slachtoffer de
bal had uitgetrokken en dat dit zichtbaar was voor anderen leidt tot een onevenwichtige
situatie. Dit zorgt ervoor dat de situatie is afgelopen. De ander had de bal nog wel aan en hij


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liselotbaron. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added