Samenvatting ‘Dit is onderzoek!’ Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief
onderzoek.
Hoofdstuk 1 – Wat wil de onderzoeker weten?
1.1 Wat is de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag?
Probleemstelling: het voorstel dat je schrijft om een onderzoek op te stellen. Een probleem waarvan je
niet weet hoe je het moet oplossen. Oplossing: informatie verzamelen.
Achtergrond van het onderzoek: waar komt het idee van het onderzoek vandaag, waar is het op
gebaseerd?
Doelstelling: het doel dat je met het onderzoek wil bereiken.
Je taak als onderzoeker is om informatie te leveren die anderen kunnen gebruiken om problemen te
signaleren en op te lossen. Het is de taak van de beleidsmakers om een oplossing voor dit probleem
te zoeken.
Toegepast onderzoek: in toegepast onderzoek is het belangrijk aan te geven waar de te verzamelen
informatie toe dient. Wat wil je ermee bereiken?
Zuiver wetenschappelijk onderzoek: het doel om met onderzoek louter kennis te verzamelen is een
kenmerk van zuiver wetenschappelijk onderzoek.
Bij de ontwikkeling van een onderzoeksvraag begin je meestal breed en eindig je vaak smal. Dit geldt
ook voor de inleiding: eerst geef je veel informatie, waarnaar je tot een onderzoeksvraag komt.
Ethische voorwaarden onderzoek: zie blz. 15. Als er aan deze voorwaarden is voldaan, mag een
onderzoek gestart worden.
1.2 Gaat het om een open of gesloten vraag; kwalitatief of kwantitatief onderzoek?
Open onderzoeksvraag: Hoe gaat iemand die slecht kan lopen de trap op?
Gesloten onderzoeksvraag: Hoe vaak komt fysiek, verbaal en vandalistisch agressief gedrag voor
onder kinderen? De onderzoekers weten naar welke variabelen ze moeten kijken.
In de gesloten onderzoeksvraag kunnen de onderzoekers gebruikmaken van een vaststaand
observatieschema waarin de scoringscategorieën al vastliggen. In de open onderzoeksvraag weten de
onderzoekers niet precies wat ze moeten verwachten; ze kunnen dus geen observatieschema maken
waarin ze dingen moeten aankruisen.
Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek
Open onderzoeksvraag, kan tijdens het Gesloten onderzoeksvraag: ligt vast
onderzoek worden aangepast
Relatief weinig voorkennis: geen vaste vragen- of Meer voorkennis: vaste observatielijst
observatielijst
Verkrijgen van inzichten Harde, getalsmatig onderbouwde, feiten
Beschrijvingen Numerieke tabellen/grafieken
Uitgangspunt analyse: uitgewerkte gespreks- of Uitgangspunt analyse: enquêteonderzoek
observatieverslagen, foto’s en video’s (want
moeilijk weer te geven door middel van cijfers)
Data: foto’s en video’s Data: datamatrix die vaak op systematische wijze
met behulp van statistische programmatuur
geanalyseerd worden
Als de onderzoeksvraag smal is en je weet wat je inhoudelijk kunt verwachten als je gaat interviewen
of observeren, doe je meestal kwantitatief onderzoek. In kwantitatief onderzoek gaat het om de vraag
of er een relatie is tussen twee variabelen, en om de vraag hoe sterk dat verband tussen de
variabelen is.
1
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
, lOMoARcPSD|2697772
Verifieerbaarheidseis: er moet gecontroleerd kunnen worden hoe een onderzoeker tot zijn conclusies
is gekomen. Geldt voor zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek (voor kwantitatief onderzoek
makkelijker dan kwalitatief onderzoek).
Reproduceerbaarheidseis: je onderzoeksverslag zo maken, dat iemand anders in staat is het
onderzoek over te doen. In kwantitatief onderzoek lastiger; toch moeten je conclusies plausibel zijn en
je werkwijze transparant.
1.3 Waarover wil de onderzoeker iets zeggen? Eenheden en kenmerken.
Onderzoekseenheden: over wie of wat wil de onderzoeker iets zeggen?
Kenmerken van de eenheden: waar wil de onderzoeker iets over zeggen?
Generalisatiepretentie van je onderzoek: over wie of wat (de eenheden) wil je uitspraken doen? Voor
wie gaan straks de uitkomsten van je onderzoek gelden?
Populatie: alle eenheden bij elkaar
Eigenschappen en kenmerken: in een onderzoek naar het verschil in ziekteverzuim tussen overheids-
en niet-overheidsbedrijven, zijn de eenheden ‘bedrijven’ waarschijnlijk Nederlandse bedrijven. De
eigenschappen die de onderzoeker van de bedrijven wil meten, zjn het ziekteverzuim en het feit of het
al dan niet een overheidsbedrijf betreft.
Maak aan het begin van je onderzoek een datamatrix, omdat soms zich het probleem voordoet dat de
kenmerken niet op dezelfde eenheden betrekking hebben.
Bij kwalitatief onderzoek zijn de kenmerken vaak minder helder dan bij kwantitatief onderzoek. Soms
moet je er ook door middel van onderzoek achterkomen wat de belangrijke kenmerken zijn. Een
verschil met kwantitatief onderzoek is dat je de pretentie tijdens het onderzoek kan bijstellen.
1.4 Wat is er al bekend over het onderwerp van onderzoek? Inhoudelijke oriëntatie.
Oriëntatie = je overlegt met collega’s en je opdrachtgever en je gaat kijken wat er op internet en in de
literatuur al bekend is over het betreffende onderwerp, voordat je tot een min of meer definitieve
formulering va de onderzoeksvraag overgaat.
Daarna is het verstandig een voorstudie te doen: naar de desbetreffende variabele en hoe je die meet.
Op basis van de resultaten van die studie kan dan aan de opdrachtgever een voorstel voor een
onderzoeksvraag worden gedaan. Ook kan een vooronderzoek worden gedaan. Dit alles gaat om
kwalitatief onderzoek.
Vaak is er geen vooronderzoek nodig, maar is het wel verstandig eerst literatuuronderzoek te doen,
voordat je met de definitieve onderzoeksopzet aan de gang gaat.
Het is verstandig om eerst in de literatuur en op internet te kijken of er onderzoeken zijn die verwant
zijn aan het onderwerp van jouw onderzoek om drie redenen:
Begrippen definiëren en meten.
Uit ander onderzoek kun je leren hoe anderen de begrippen die jij wilt onderzoeken hebben
gedefinieerd en vooral ook hoe ze zijn gemeten.
Methodologische aspecten.
Het is nuttig om te lezen hoe andere onderzoekers vergelijkbaar onderzoek hebben opgezet
en uitgevoerd en vooral ook wat hun ervaringen zijn.
Theorie.
Ook wanneer je een theorie zoekt die de door jou te onderzoeken fenomenen verklaart, moet
je zeker bronnenonderzoek doen.
Als je met bronnenonderzoek start is het cruciaal dat je de goede zoektermen gebruikt. Pin jezelf niet
vast op één begrip, maar gebruik alternatieven. Kijk ook naar verwante termen. Dit kan bijvoorbeeld in
een thesaurus; een soort woordenboek waarin je begrippen kunt opzoeken en waar dan bij elk begrip
een overzicht staat van min of meer vergelijkbare begrippen. Er zijn ook vakwoordenboeken. Verder
moet je op zoek gaan naar een juiste vertaling van je zoekterm. De hyperdictionary bekijkt of het een
gangbare zoekterm is, en geeft verwante termen. Kijk niet alleen op internet, maar ook in
gespecialiseerde bibliotheken en boekhandels. Ook kan gebruik worden gemaakt van sites waar je
vooral wetenschappelijke literatuur vindt: de Scholar-versie van Google, Scirus en Pubmed.
Ook boeken en vooral proefschriften zijn interessant. In proefschriften vind je vaak een goed
literatuuroverzicht. Nederlandse proefschriften zijn te vinden op DAREnet.
2
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
, lOMoARcPSD|2697772
1.5 Gaat het om beschrijven, exploreren of toetsen?
Beschrijvend onderzoek
Bij kwantitatief beschrijvend onderzoek gaat het meestal om frequentievragen. Je wilt bijvoorbeeld
achterhalen hoe vaak een verschijnsel voorkomt. Je telt bij hoeveel studenten van het totaal aantal
studenten het verschijnsel zich voordoet. Je onderzoeksresultaat is vaak een tabel, een cirkeldiagram
of een histogram. De cijfers zeggen iets over de ernst en omvang van het probleem, maar niet zo veel
over de inhoud en de betekenis van het probleem. De betekenis kun je het best onderzoeken met een
kwalitatieve casestudie. Hierin kun je een aantal diepte-interviews houden.
Explorerend / verkennend onderzoek
Als je helemaal geen idee hebt over de oorzaken van een bepaald verschijnsel, is het verstandig om
te starten met kwalitatief verkennend onderzoek. Je kunt bijvoorbeeld eerst gaan observeren.
Aanvullend kun je open interviews houden. Het resultaat van een dergelijk verkennend kwalitatief
onderzoek kan een theorie zijn die een mogelijke verklaring vormt voor de oorzaken van het bepaalde
verschijnsel. Uit het materiaal dat je verzameld hebt doe je een gedachte op. Vervolgens ga je de
geldigheid van die gedachte na door nog eens in een andere situatie met andere personen te kijken of
die theorie klopt. Op die manier ga je door tot je het gevoel hebt een passende verklaring of theorie
gevonden te hebben.
Bij een kwantitatief explorerend onderzoek moet je van tevoren uiteraard al ideeën hebben over
mogelijk beïnvloedende factoren. Van tevoren moet je weten wat voor vragen je gaat stellen; je kan
namelijk een gestructureerde enquête afnemen. Bij de gestructureerde observatie moet je weten op
welk gedrag en welke gedragskenmerken je gaat letten. Met het kwantitatieve onderzoek onderzoek je
of de relevante aspecten invloed hebben, in welke mate ze invloed hebben en of ze mogelijk
samenhangen met andere factoren. Als je alle gegevens hebt verzameld, ga je met behulp van
statistische technieken onderzoeken of je verbanden en/of verschillen kunt ontdekken en vooral ook
hoe sterk die verbanden en hoe groot de verschillen zijn.
Verklarend / toetsend onderzoek
Wanneer je een idee hebt en je wilt weten of dat klopt spreken we van toetsend onderzoek. Je toetst
een nieuwe of een al eerder opgestelde theorie en je kijkt of je op dezelfde uitkomsten stuit. Een
theorie mondt altijd uit in een verwachting, die hypothese wordt genoemd. Als je in je onderzoek steun
vindt voor je hypothese, is de veronderstelling dat die theorie klopt. Er kan ook evaluatieonderzoek
worden uitgevoerd: nagaan of een bepaald product het gewenste effect heeft.
Kwalitatief toetsend onderzoek komt nauwelijks voor. Het enige toetsende onderzoek dat wel eens in
kwalitatief onderzoek voorkomt is de template benadering. Hierbij kijk je of een bepaalde situatie die
voorkomt in bijvoorbeeld de VS, zich ook in Nederland voordoet.
1.6 Is het onderzoek uitvoerbaar?
De vier factoren die de uitvoerbaarheid van een onderzoek bepalen zijn:
Tijd
Maak een tijdsbegroting en een planning.
Geld
Je kunt alvast een globale materiële, personele en tijdsbegroting maken om de haalbaarheid
te onderzoeken.
Bereidheid van respondenten
De bereidheid om aan een onderzoek mee te werken, hangt van een aantal factoren af:
- De instantie die het onderzoek uitvoert (commercieel bureau/universiteit/hogeschool)
- De wijze waarop je de mensen benadert
- De tijd die het kost
- De aantrekkelijkheid van het onderwerp
- Het nut van het onderzoek
- Een blijk van (materiële) waardering (=incentive)
Bereikbaarheid van respondenten (of bereikbaarheid bestaand materiaal)
Wanneer er geen bestand van namen en adressen bestaat, dan moet je eerst nagaan
hoeveel moeite en tijd het je gaat kosten om voldoende mensen in je steekproef te krijgen.
Hoofdstuk 2 – Kiest de onderzoeker een opzet waarmee hij zijn onderzoeksvraag kan
beantwoorden?
3
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller collectief_samenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.