§1.1
- Aardrijkskunde = bestudeert en verklaart de opbouw of inrichting van de ruimte en van de
veranderingen die daarin plaatsvinden.
- Aardrijkskunde en geografie zijn hetzelfde, geografie is slechts een wat meer
wetenschappelijke benaming.
- Schaalniveaus:
+ Lokaal ⤏ plaatselijk
+ Regionaal ⤏ provincie
+ Nationaal ⤏ landelijk
+ Fluviatiel ⤏ stroomgebied van een rivier
+ Continentaal ⤏ werelddeel
+ Mondiaal ⤏ wereldniveau
- Functies van het landschap:
+ Draagfunctie = het dragen van menselijke activiteiten door het natuurlijke milieu.
+ Productiefunctie = het produceren van voedsel, water en delfstoffen.
+ Regulatiefunctie = het reguleren van bepaalde processen door de ecosystemen, zodat er
een natuurlijk evenwicht in stand wordt gehouden.
+ Informatiefunctie = het geven van informatie over het ontstaan van de aarde.
§1.2
- Soorten kaarten:
+ Thematische kaarten = geven een thema of onderwerp weer.
+ Overzichtskaarten = geven een overzicht van de ligging van plaatsen en gebieden.
↳ Topografische kaarten = geven zo nauwkeurig mogelijk de werkelijkheid weer.
Natuurkundige kaarten = geven de fysische gesteldheid van een gebied weer.
Staatkundige kaarten = geven gebieden in bestuurlijke eenheden weer.
- Onderdelen van een kaart:
+ Titel ⤏ geeft aan wat het onderwerp van de kaart is
+ Legenda ⤏ verklaring verklaring van kleuren en symbolen
+ Schaal ⤏ mate van verkleining van een gebied (kleine schaal = groot gebied en andersom)
+ Symbolen ⤏ grafische elementen die informatie geven over een gebied
+ Lettertype ⤏ geeft informatie over topografische eenheden door middel van cursief etc.
§1.3
- Bevolkingsgeografie = bestudeert de groei of afname van de bevolking, de
bevolkingssamenstelling en de bevolkingsspreiding.
- Bevolkingssamenstelling bestaat uit:
+ Leeftijdsopbouw
+ Etnische samenstelling
, - Opties bevolkingsspreiding:
+ Geconcentreerde bewoning/verspreide bewoning
+ Dichtbevolkt/dunbevolkt
+ Gehucht tot stedelijke zone
- Gebiedsbenamingen:
+ Gehucht
+ Dorp
+ Stad
+ Agglomeratie = een stad die vastgegroeid is aan voorsteden
+ Stadsgewest = agglomeratie die nauw verbonden is met omliggende dorpen
+ Stedelijke zone = twee of meer stadsgewesten die dicht bij elkaar liggen en nauw met
elkaar verbonden zijn
- Bij het gebruik van relatieve bevolkingscijfers is er een vergelijking mogelijk tussen groepen
mensen of gebieden van ongelijke grootte:
+ Per 1000 inwoners gebruik je promille ‰
+ Per 100 inwoners gebruik je procenten %
+ Per vierkante kilometer gebruik je km2
- Type bevolkingsgrafieken:
+ Pyramide ⤏ snelle groei (hoog geboorte- en sterftecijfer, hoge groene druk)
+ Granaat ⤏ langzame groei (laag geboorte- en sterftecijfer)
+ Ui ⤏ afnemende bevolking (dalend geboortecijfer en laag sterftecijfer, hoge grijze druk)
- Groene druk wordt veroorzaakt door kinderen en jongeren die niet werken maar wel
verzorgd moeten worden.
- Door vergrijzing neemt grijze druk toe, dit wordt veroorzaakt door de ouderen die niet
werken maar die wel verzorgd moeten worden.
- Groene en grijze druk zorgen voor een versterking van de demografische druk.
- Het migratiesaldo in een land kan zowel positief als negatief zijn. Als dit positief is dan is er
sprake van een vestigingsoverschot, als dit negatief is dan is er sprake van een
vertrekoverschot.
- Theorie van Malthus = de toename van de bevolkingsaantallen zal sneller verlopen dan die
van de voedselproductie. De voornaamste reden voor de langzame voedselgroei is de
beperkte hoeveelheid cultuurgrond.
- Deze theorie gaat niet op, omdat we tegenwoordig gebruik kunnen maken van import
vanuit andere landen en er modernere technieken voor voedselproductie bestaan.
- Demografisch transitiemodel = een model dat het geboortecijfer en sterftecijfer laat zijn
van de bevolking van een land naarmate de welvaart toeneemt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studyplatinum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.