100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefenen Socialezekerheidsrecht (casussen en tentamens) $7.50   Add to cart

Exam (elaborations)

Oefenen Socialezekerheidsrecht (casussen en tentamens)

1 review
 70 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Een document om leerstukken in het Socialezekerheidsrecht te oefenen. Het document bestaat uit casusvragen van het leerjaar 2019/2020 en 2020/2021 en 2 oefententamens. Het document bevat ook nog een aantal verduidelijkingen n.a.v. het vragenuur.

Preview 4 out of 43  pages

  • June 5, 2021
  • 43
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers

1  review

review-writer-avatar

By: caskroese • 1 year ago

avatar-seller
Oefenen Socialezekerheidsrecht Master Burgerlijk Recht
Casusvragen 2019/2020

Casus 1
Alexander Verborg (geboren op 10-10-1980) heeft sinds 1 januari 2014 een fulltime
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij Stichting Consument & Veiligheid (C&V) als
Onderzoeker. Hij verdient € 2.175,- bruto per maand (dagloon € 100,- bruto, uurloon € 13,16
bruto).

Alexander doet onderzoek naar veiligheid van gebruiksartikelen. Onlangs heeft hij een
rapport opgesteld waarin hij beweert dat het branden van kaarsen ongezond is. Op 1
augustus 2019 meldt Alexander zich ziek omdat hij overspannen is. Meer concreet lijdt hij
aan slapeloosheid, depressieve gevoelens en aan een te hoge bloeddruk. Hij verklaart dat
zijn huisarts hem om die redenen heeft aangeraden gedurende minimaal een maand zijn
werk niet meer te verrichten. Bij navraag door de Arbodienst blijkt dat hij een conflict heeft
met Marieke van de Ven, zijn direct leidinggevende, die weigert het kaarsenrapport te
publiceren wegens de betrokken commerciële belangen.

C&V doet Alexander een voorstel inhoudende dat hij passende arbeid gaat verrichten als
receptionist, met als argument dat hij dan geen contact hoeft te hebben met Van de Ven en
toch weer aan het werk is. Alexander accepteert het aanbod en gaat aan het werk per 15
augustus 2019. Na een paar weken blijkt dat het kaarsenrapport is uitgelekt naar de pers.
Leidinggevende Van de Ven verdenkt Alexander en confronteert hem met die verdenking.
Alexander zegt dat hij het rapport per ongeluk in een café heeft laten liggen. Van de Ven
wordt woedend.

De volgende dag (1 oktober 2019 belt Alexander naar C&V met de mededeling dat hij
wegens ziekte thuisblijft. C&V is zo ontstemd door het feit dat Alexander weer thuisblijft dat
zij de loondoorbetaling stopzet en een ontbindingsverzoek indient bij de kantonrechter.
Alexander verweert zich tegen het verzoek: er mag niet worden ontbonden omdat hij ziek is.
Ter zitting geeft hij echter toe dat hij niet verwacht dat het conflict nog zal worden opgelost.
Ook Alexander ziet niet in hoe hij nog door één deur kan met zijn werkgever. De
kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 december 2019 op grond
van verstoorde arbeidsverhoudingen. Vastgesteld wordt dat het ontbindingsverzoek geen
verband houdt met de ziekte. In de maanden oktober en november is Alexander niet meer op
zijn werk verschenen. C&V heeft hem ook niet opgeroepen.

Begin november wordt Alexander bij de keuring door de verzekeringsarts van het UWV
aangemerkt als ziek in de zin van de ZW.

Tijdlijn:
- 1 augustus 2019: 1e ziekmelding.
- 15 augustus 2019: passende arbeid.
- 1 oktober 2019: 2e ziekmelding (uitval passende arbeid), loonstop werkgever.
- 1 december 2019: einde arbeidsovereenkomst (o.g.v. ontbinding rechter).

a. Heeft Alexander op enig moment vanaf 1 augustus 2019 recht op een ZW-uitkering?
Zo ja, geef dan vanaf welk moment die uitkering zal worden verstrekt, en wat de
maximale duur van die uitkering en de hoogte van die uitkering zal zijn.

Bestaat het recht op een ZW-uitkering?
1. Verzekerde, art. 20 jo. 3 t/m 8c ZW:
● Art. 20 ZW: alle werknemers zijn verzekerd.
● Art. 3 ZW: wie is werknemer?

, ○ Een natuurlijk persoon.
○ Die niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt (art. 7a
AOW).
○ Die in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking
staat.
Alexander voldoet aan bovengenoemde vereisten want is een natuurlijk
persoon, die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en
werkzaam is o.g.v. een arbeidsovereenkomst en dus in privaatrechtelijke
dienstbetrekking staat.
2. Arbeidsongeschikt i.d.z.v. de ZW, art. 19 ZW:
● Ongeschikt zijn tot het verrichten van (de bedongen) arbeid = het o.g.v.
medische gronden naar objectieve maatstaven niet kunnen of mogen
verrichten van de in aanmerking komende arbeid.
I.c. is sprake van subjectieve arbeidsongeschiktheid door een
verstoorde arbeidsverhouding. Dit leidt niet rechtstreeks tot ziekte
i.d.z.v. art. 19 ZW maar wel tot lichamelijke en/of psychische klachten,
die aan te duiden zijn als medische beperkingen.
● Causaal verband tussen de ziekte en bedongen arbeid.
Alexander is arbeidsongeschikt i.d.z.v. de ZW; hij is bij een keuring door de
verzekeringsarts van het UWV aangemerkt als ziek i.d.z.v. de ZW.
3. Geen uitsluitingsgronden van toepassing, art. 19a t/m 19e ZW.
Er zijn geen uitsluitingsgronden van toepassing.

Geldend maken van een ZW-uitkering, art. 29 ZW

- 1 augustus 2019: 1e ziekmelding.
Nee, art. 29 lid 1 ZW bepaalt dat als er een recht op loondoorbetaling bestaat,
er geen ZW-uitkering kan worden uitgekeerd. Op 1 augustus 2019 is de
werkgever o.g.v. art. 7:629 BW verplicht het loon door te betalen aan
Alexander.

- 15 augustus 2019: passende arbeid.
Nee, als Alexander passende arbeid gaat verrichten verandert er t.a.v. de
eerste situatie (hierboven) niks.

- 1 oktober 2019: 2e ziekmelding (uitval passende arbeid), loonstop werkgever.
De werkgever legt o.g.v. art. 7:629 lid 3 BW een loonstop op. Een van de
redenen om als werkgever het loon te kunnen stopzetten is dat Alexander de
passende arbeid die hem wordt aangeboden niet verricht. De arbeid moet
echter wel passend zijn. Wat is passende arbeid? Als over deze vraag
discussie bestaat, moet o.g.v. art. 7:629a BW een deskundigenoordeel
worden gevraagd.
Nee, art. 29 lid 1 sub a ZW bepaalt dat er geen ZW-uitkering wordt uitgekeerd
indien de loondoorbetaling o.g.v. (o.a.) art. 7:629 lid 3 sub c BW ontbreekt. I.c.
gaat het erom dat Alexander de passende arbeid (zonder deugdelijke grond)
niet verricht.

- 1 december 2019: einde arbeidsovereenkomst (o.g.v. ontbinding rechter).
Het gaat hier om toepassing van art. 29 lid 2 sub c ZW: een werknemer die
binnen 104 weken uit dienst treed, heeft geen werkgever meer. Als de
werknemer heeft meegewerkt aan de beëindiging van zijn
arbeidsovereenkomst, kan hij geen aanspraak maken op de ZW-uitkering/de
ZW-uitkering niet geldend maken, art. 45 lid 1 sub j jo. lid 7 ZW:
● Art. 45 lid 1 sub j ZW: als er een benadelingshandeling is geweest
wordt het ziekengeld geweigerd.

, ● Art. 45 lid 7 ZW: wat is een benadelingshandeling? O.m. indien de
verzekerde zonder deugdelijke grond verweer heeft gevoerd tegen of
heeft ingestemd met beëindiging van de dienstbetrekking gedurende
104 weken van ziekte.
Hiervan is i.c. geen sprake aangezien Alexander zich erop stelt ziek te zijn, er
dus een opzegverbod is, zodat niet mag worden opgezegd (Alexander heeft
geen benadelingshandeling verricht). De kantonrechter kan hiervan afwijken
indien de beëindiging niks te maken heeft met ziekte, zoals i.c. het geval is:
verstoorde arbeidsverhouding.
Omdat Alexander zich wel heeft verweerd, gaat de benadelingshandeling niet
op!

b. Zou uw antwoord anders luiden indien Alexander de kantonrechter had laten weten
zich in deze moeilijke situatie te conformeren aan het oordeel van de kantonrechter?

Zoals uit het antwoord op vraag a. blijkt, kan de kantonrechter afwijken van de
benadelingshandeling als de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niks te maken
heeft met ziekte. Alexander had zich op het standpunt moeten stellen dat het wat
betreft de verstoorde arbeidsverhouding wel meeviel en hij best kon terugkeren om
een andere functie te bekleden. Hij is te makkelijk meegegaan in het oordeel dat
sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding, die met ziekte niks te maken zou
hebben.

Stel dat na toekenning van de ZW-uitkering Alexander op 1 januari 2020 bij wijze van
re-integratie 20 uur per week als onderzoeker gaat werken bij een nieuwe werkgever: de
ArboUnie B.V. op de afdeling productveiligheid. Zijn uurloon is even hoog als bij C&V.

c. Heeft Alexander in deze situatie nog recht op (uitbetaling van) een ZW-uitkering?

Hier moet er dus vanuit worden gegaan dat er geen benadelingshandeling is
opgelegd en Alexander het recht op een ZW-uitkering geldend kan maken.

Over het algemeen geldt dat de hoogte van de ZW-uitkering 70% van het dagloon
bedraagt (art. 29 lid 7 ZW). Uit de casus blijkt dat Alexander bij wijze van re-integratie
20 uur per week als onderzoeker gaat werken. Dit betreft passende arbeid. Heeft de
passende arbeid invloed op de ZW-uitkering? De ZW-uitkering komt niet tot een
einde, maar o.g.v. art. 31 lid 2 ZW kan hetgeen Alexander verdient bij ArboUnie B.V.
worden afgetrokken van zijn ZW-uitkering, maar niet helemaal. De wetgever wil op
deze manier stimuleren dat de werknemer passende arbeid gaat verrichten, omdat hij
financieel voordeliger uitkomt. O.g.v. art. 30 ZW wordt een werknemer verplicht
passende arbeid te aanvaarden. Dit wil niet zeggen dat zijn recht op een ZW-uitkering
met het verrichten van passende arbeid ook eindigt. Hij is namelijk nog wel ziek en
keert niet terug in zijn oude functie (bedongen arbeid), maar verricht passende
arbeid.

Dertien weken voorafgaand aan de wachttijd vraagt Alexander een WIA-uitkering aan.
Alvorens de aanvraag in behandeling wordt genomen vindt de Poortwachterstoets plaats.
UWV meent dat voldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht. Alexander is echter
minder dan 35% arbeidsongeschikt en komt niet voor een WIA-uitkering in aanmerking.

d. Wat kan Alexander nog doen als hij meent dat wel een loonsanctie opgelegd had
moeten worden? Ga ervan uit dat Alexander in de tussentijd een WW-uitkering heeft
ontvangen.

, Alexander meent dat er onterecht geen loonsanctie aan de werkgever is opgelegd.
Hij kan hiertegen in bezwaar en beroep gaan en stellen dat er wel een loonsanctie
opgelegd had moeten worden, zodat het UWV deze alsnog kan opleggen. Anders
zou Alexander het UWV aansprakelijk kunnen stellen voor de schade die is ontstaan
door het niet opleggen van een loonsanctie.

Casus 2
Froukje is werkzaam bij Tempa in de functie van regiocoördinator
jobcoaching/arbeidskundige voor 32 uur per week. In 2016 is Froukje behandeld voor
borstkanker. Nadien kreeg zij psychische klachten. Het dienstverband is op 1 februari 2017
van rechtswege geëindigd. Froukje komt vanaf dat moment in aanmerking voor een
ZW-uitkering. Per 1 april 2018 wordt aan Froukje een WGA-uitkering toegekend.

Froukje neemt in april 2018 contact op met Tempa. Zij zou graag weer wat werkzaamheden
willen oppakken. Gelet op de hoge werkdruk bij Tempa komt Froukje als geroepen. Het
bedrijf komt met Froukje overeen dat zij voor twee dagen per week tegen loonwaarde het
team van Tempa gaat ondersteunen per 1 mei 2018. De loongerelateerde WGA-uitkering van
Froukje wordt afgestemd op haar nieuwe inkomen. Froukje wordt op 1 juni 2019 vervolgens
ziek door een longontsteking. De bedrijfsarts van Tempa stelt vast dat zij het werk daardoor
niet kan verrichten.

a. Heeft Froukje aanspraak op loondoorbetaling bij ziekte en/of recht op een
Ziektewetuitkering? Zo nee, waarom niet? Zo ja, voor welke duur en hoogte?

O.g.v. art. 7:629 lid 1 BW geldt er sowieso een loondoorbetalingsverplichting bij
ziekte. Of Froukje ook recht heeft op een ZW-uitkering hangt af van de no-risk-polis.
Dit is een op werkgevers gerichte voorziening die werkgevers geheel of gedeeltelijk
bevrijdt van de plicht om bij ziekte het loon door te betalen. De werkgever moet
daarvoor een nieuwe dienstbetrekking aangaan met een werknemer die behoort tot
de doelgroep van art. 29b ZW, indien de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan de
dienstbetrekking recht had op een WIA-uitkering (lid 1 sub a): ja, Froukje kreeg op 1
april 2018 een WGA-uitkering toegekend. Aangezien Froukje hieraan voldoet, bestaat
er een mogelijkheid voor een beroep op de no-risk-polis zodat er een recht op
ZW-uitkering is. Het recht op de loondoorbetalingsverplichting en het recht op een
ZW-uitkering gelden tegelijkertijd. De werkgever kan de ZW-uitkering verrekenen met
de loondoorbetaling.

b. Stel dat het dienstverband van Froukje niet is geëindigd. Gedurende de periode
waarin de werkgever verplicht was het loon door te betalen, heeft Froukje met het
oog op re-integratie haar werkzaamheden bij Tempa voor twee dagen in de week
hervat. Na de toekenning van de loongerelateerde WGA-uitkering in april 2018 blijft
ze deze werkzaamheden verrichten zonder dat partijen hier nadere afspraken over
maken. Doen deze omstandigheden uw antwoord op vraag a anders luiden?

Hier is de vraag of er een nieuwe loondoorbetalingsverplichting is ontstaan. Op het
moment dat iemand uitvalt wegens ziekte, betaalt de werkgever het loon gedurende
2 jaar door o.g.v. art. 7:629 BW. Deze werknemer gaat re-integreren en passende
arbeid verrichten om bezig te blijven en uiteindelijk te kunnen terugkeren naar zijn
baan. Wanneer is sprake van passende arbeid en wanneer is sprake van bedongen
arbeid? Het onderscheid tussen deze 2 is van belang voor het al dan niet ontstaan
van een nieuwe loondoorbetalingsverplichting van 104 weken bij uitval van de
werknemer. Uit CRvB Oskam/Kummeling volgt dat:
- Er bij passende arbeid geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting geldt.
- Er bij bedongen arbeid wel een nieuwe loondoorbetalingsverplichting geldt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaraniels96. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50  6x  sold
  • (1)
  Add to cart