100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontstaansmechanismen Van Ziekten ((B-KUL-E07C9B)) $10.61
Add to cart

Summary

Samenvatting Ontstaansmechanismen Van Ziekten ((B-KUL-E07C9B))

 97 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de onderwerpen; atherosclerose, calcium, DM, hartfalen, hepatobiliair, koorts, nierpathologie, oncologie, respiratoir systeem en pijn. Met lesnotities erin verwerkt! Als je dit studeert met de powerpoints ernaast voor de afbeeldingen dan is je examen gegarandeerd een succes.

Preview 6 out of 50  pages

  • June 5, 2021
  • 50
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Calcium- en botstofwisseling

• Rol van (geïoniseerd) calcium, vrij Ca = speelt een rol in botmetabolisme, enzymatische
reacties, bloedstolling, membraanpotentialen, spiercontractie

• Vooral in bot 99%, kleine fractie in bloed, gebonden = aan albumine, als je calcium meet in
het bloed meet je alles (vrij, gecomplexeerd en gebonden = totale calcemie), vrije fractie is v
belang in metabole reacties

• 3 belangrijke organen: bot, darmen en nieren voor calciumhomeostase, voor opname is
maag/darm belangrijk, nieren belangrijk voor uitwateren v calcium, grootste deel w
geretineerd, uitwisseling met het bot (geen statische structuur)

• Calcium- en fosfaatwisseling: effectororganen = skelet, darm, nieren en calciotrope
hormonen = PTH, calcitonine (antiparathormoon, minder !), vitamine D

• Parathormoon komt v bijschildklier, als calcium in het bloed daalt, gaat PTH omhoog, calcium
uit voeding, bot en nier, PTH gaat ook de aanmaak v actief Vit D stimuleren, dit zorgt ervoor
dat er calcium en fosfor absorptie is vanuit de darm, maar er w ook meer fosfor uitgewaterd

• Bijschildkliercel: Ca receptor voelt het als Ca daalt, PTH w gestimuleerd, stijging v calcium
geeft onderdrukking v secretie (familiale hypercalcemie, families waar het sensing proces
een beetje vertraagd is, R minder gevoelig waardoor Ca meer gaat stijgen)

• Calcitonine: uit schildklier, remt de botafbraak, calciumverlagend effect, tegengesteld aan
PTH)

• Vitamine D: uit voeding of huid (zonlicht), in lever = 25-hydroxyvitamine, in nier 1.25-
dihydroxyvitamine = calcitriol, stimulatie voor de conversie door laag calcium en fosfaat of
hoog PTH, calcitriol bevordert calciumopname uit de darm

• Bot is dynamisch: osteoclasten eten het bot op en het w terug aangemaakt door
osteoblasten (ev formation en resorption)

• Hyperparathyreoïdie
o Primaire: verhoogde afgifte van PTH uit bijschildklieren, leidt tot hypercalciëmie, kan
door vorming adenoom→ hyperplasie (vergroting) → carcinoom
o Secundaire: gevolg v daling v serumcalcium, gestoorde nierfunctie of Vit D deficiëntie,
hyperplasie v bijschildklieren
o Tertiaire: secundaire maar leidend tot autonome functie vd bijschildklieren en stijging v
serumcalcium, persisterend na correctie vd uitlokkende factor (nier vervangen)

• Primaire hyperparathyreoïdie
o Meer fosfor uit bot, maar daalt in bloed
o Hypercalciëmie en hypofosforemie (verlies via urine)
o Vaak zonder symptomen
o Soms bot ziektes, abdominale symptomen (buikklachten), psychische stoornissen en
nierziekte

, o Symptomen meer in detail
❖ Vaak asymptomatisch
❖ GI: Anorexia en braken
❖ Renaal: polyurie, polydipsie
❖ CZS: Moeheid, adynamie
❖ Kort QT-interval
❖ Metastatische calcificaties
❖ Renaal:
Nefrolithiasis (nierstenen)
Nefrocalcinosis (verkalking vd nieren)
❖ Gastrointestinaal:
Maagulcera
Pancreatitis
❖ Musculoskeletaal
Proximale spierzwakte
Pseudojicht (minuscussen die verkalken)
Osteoporose (bone disease, snellere afbraak dan aanmaak van bot)
Osteitis fibrosa cystica generalisata (cysten die opgevuld w met fibreus
weefsel)

o Behandeling
❖ Indien asymptomatisch: afwachtend
❖ Anders: chirurgie (parathyroidectomie)

• Hypercalciëmie
Oorzaken
o Vaak voorkomend: primaire hyperparathyreoïdie, maligne ziekten bv humorale
hypercalciëmie (PTH-related peptide), botmetastasen en ziekte v Kahler (PTH down)
o Minder freq voorkomend: status na niertransplantatie (tert hyperpara), endocriene
oorzaken

Behandeling
o Oorzakelijk (veel vocht geven, want er treedt dehydratatie op)
o Hydratatie +/- lisdiuretica
o Bifosfonaten vaak bij osteoporose
o Calcitonine
o Corticosteroïden
o Dialyse (zeldzaam)

• Hypocalciëmie
Oorzaken
o PTH-gerelateerd: hypoparathyreoïdie (postoperatief), PTH-resistentie, magnesiumtekort
o Vitamine D gerelateerd: Vit D deficiëntie, malabsorptie, chronische nierinsufficiëntie
o Medicamenteus: bifosfonaten, calcitonine
o Diversen: pancreatitis, acute rabdomyolyse (spierafbraak)
o Coeliakie: intolerantie voor gluten slide 30

, Kliniek
o Neuromusculaire hyperexcitabiliteit & neuropsychiatrische manifestaties (krampen,
tetanie, depressie…)
o Behandeling: calcium, vitamine D

• Vitamine-D-tekort
Oorzaken
o Onvoldoende zonlicht en tekort in voedsel
o Malabsorptie (pancreasinsufficiëntie)
o Veranderd metabolisme (resistentie)

Gevolgen
o Spierzwakte en botpijn
o Vitamine D laag, calcium laag, fosfaat laag, PTH hoog, alkalisch fosfatase hoog
o Indien hypocalciëmie: paresthesieën en tetanie
o Gestoorde botmineralisatie (osteomalacie (volwassenen), rachitis (kinderen))

Behandeling
o Vitamine D of metabolieten

• Osteoporose
Inleiding
o Afgenomen botmassa en verslechtering v microarchitectuur van het botweefsel (te
weinig bot, normale mineralisatie = voldoende kalk)
o Verhoogd risico op fracturen
o Toename met leeftijd
o Botafbraak > botaanmaak
o Botmassa: piekbotmassa – botverlies
o Botmineraaldichtheid (BMD) dat meten via DEXA (hoe gemakkelijker stralen door
wervels gaan, hoe brozer ze zijn)
o WHO classificatie: T-score = aantal SD tov gem waarde v jongvolwassenen, osteoporose
is onder de -2.5 T, grijze zone is osteopenie
o Primaire osteoporose (postmenopauzaal, seniel = eigen aan de ouderdom))
o Secundaire osteoporose (medicatie bv glucocorticoïden, andere aandoeningen of ziekten
bv hypogonadisme)

Determinanten
o Leeftijd, vrouwelijk geslacht, blanke ras, eerdere osteoporotische fracturen
o Aandoeningen die het skelet beïnvloeden = immobilisatie, Vit D deficiëntie, genetische
aandoeningen…
o Aandoeningen met een verhoogde val-kans = cardiovasculaire aandoeningen, musculaire
aandoeningen, extrinsieke factoren zoals inrichting vh huis

Behandeling
o Inname v calcium en vitamine D
o Fysieke activiteit, rookstop, matigen alcoholgebruik, reductie valrisico, farmacologische
therapie (bifosfonaten = krachtige inhibitoren v osteoclastische botresorptie, calcitonine)
o SERM’s = selectieve estrogen receptor modulator, minder fracturen maar meer
cardiovasculaire aandoeningen

, o Geneesmiddel dat inwerkt op RANKL, zodat niet binden op receptor en geen signaal
geven aan de osteoclast


• Osteomalacie
o Vitamine D gebrek, gemene botpijn en spierzwakte, botmassa genoeg bewaard, maar bot
w broos, want te weinig kalk in het bot (mineralisatie), doorgebogen beentjes vd
kinderen k ontstaan

• Ziekte v Paget
o Bepaling: osteïtis deformans, gelokaliseerde botziekte bij oudere mensen, meer
osteoclastische activiteit, structurele desorganisatie (onevenwicht ontstaat tussen
osteoclast en osteoblast act), verstoring v vorm, structuur en functie v bot, voorkeur bij
bekken, femur…
o Kliniek: asymptomatisch, botpijn, gewrichtspijn, deformiteiten
o Verwikkelingen: fracturen, zenuwcompressie, hartfalen
o Behandeling: bifosfonaten

,Atherosclerosis en ischemisch hartlijden

Atherosclerose als oorzaak van hart- en vaatziekten

• Nummer 1 doodsoorzaak wereldwijd, heel lang onopgemerkt en plots een acuut event
• Verkalking vh slagadersysteem, progressieve vernauwing vh bloedvatlumen door
cholesterolopstapeling
• Het is een systeemziekte, progressief proces over vele jaren, bij patiënten met
cardiovasculaire risicofactoren, lange tijd asymptomatisch

• Mechanisme atherosclerose en atherotrombose: Plaques worden opgebouwd in de wanden
vd arteries, ze reduceren of blokkeren volledig de bloedflow, het begint vermoedelijk door
schade aan de binnenkant van een arterie (endotheel), substanties die in het bloed aanwezig
zijn zoals cholesterol, vetten en afvalproducten accumuleren in de beschadigde zone van de
arteriële wand, chemische reacties gebeuren en zorgen ervoor dat cholesterol moleculen
oxideren en dit initieert een inflammatoir respons, de endotheel cellen zetten signalen vrij
om monocyten aan te trekken, door de geoxideerde cholesterol w de monocyten omgezet
tot macrofagen, ze eten en verteren de cholesterol moleculen, hierdoor veranderen de
macrofagen in foam cellen, die accumuleren en vormen een plaque, de plaque groeit en de
arteriële wand verdikt en w harder, de gladde spiercellen in de arteriële wand beginnen te
vermenigvuldigen, ze bewegen naar de oppervlakte van de plaque, ze helpen mee met de
formatie van een fibreuze cap die de plaque bedekt, de doorgang w smaller en de bloedflow
gaat omlaag, dus w er minder zuurstof geleverd aan de organen, na een bep tijd kan de
plaque openbreken zodat het vrijkomt in de bloedstroom, bloedflow kan op andere plaatsen
gestopt worden, als gevolg is er weinig zuurstof die de plek bereikt rond de geblokkeerde
arterie, het weefsel sterft af (ischemie = verminderde bloedvoorziening)

• Risicofactoren op hart- en vaatziekte (5)
o Roken
❖ Zorgt voor bloeddrukstijging
❖ Hartritme gaat omhoog
❖ Vermindert de bloedflow vh hart
❖ Reduceert de hoeveelheid zuurstof dat de weefsels bereikt
❖ Verhoogt het risico op bloedklonters
❖ Beschadigt de bloedvaten
❖ Verdubbelt het risico op een stroke (minder bloed naar de brains)
❖ STOP MET ROKEN! Nicotinevervangers en rookstopbegeleider

o Hoge bloeddruk = hypertensie door vet- en suikerrijk eten, obesitas, roken, te weinig
fysische activiteit
❖ Grootste boosdoener voor hart- en vaatziekten
❖ Geeft geen symptomen
❖ Hoe lager, hoe beter
❖ Systolisch: 140-159 is graad 1 hypertensie met een diastole van 90-99
❖ Bloeddruk = CO * SVR, hypertensie 1ste en/of 2de gaat omhoog
❖ Primaire hypertensie: de oorzaak is niet gekend, zoutinname, overgewicht
❖ Secundaire hypertensie: bij chronisch nierlijden, nierarterie stenose,
endocrien (tumoren cushing cortisol vrij en cohn aldosterone vrij),
zwangerschapshypertensie, medicatie

, ❖ Behandeling: ingewikkeld en voor elke patiënt verschillend, stap 1
behandeling vd oorzaak, stap 2 zoutreductie, vermagering, rookstop…, stap 3
medicamenteuze behandeling (beta blockers, calcium antagonisten,
diuretica, ACE inhibitoren, centraal werkende inhibitoren)

o Hoge cholesterol (LDL, slechte cholesterol) = hypercholesterolemie
❖ LDL is de boosdoener (low density lipoprotein)
❖ Lever produceert cholesterol
❖ Behandeling: statines (LDL-reductie en stabilisatie vd cholesterolplaque),
ezetimibe (blokkade v opname cholesterol via de darm), PCSK9-inhibitoren
(klein ew, komt tssn in de opname v LDL door de LDL R in de levercel, dus dit
blokkeren we, zodat er meer R aanwezig zijn en meer LDL k vangen en
afbreken)
❖ Statine zorgt voor plaque stabilisatie: cap hervormen qua samenstelling; van
vettige emulsie naar fibreuze emulsie, van heel instabiel naar harde stevige
cap die niet makkelijk zal scheuren, acute obstructie v bloedvat w kleiner

o Obesitas en beweging (ivm hoge bloeddruk)
❖ 150min per week moet je bewegen (pos effect op veel dingen!)

o Diabetes
❖ Suikerziekte, vooral type 2 (insulineresistentie en obesitas)
❖ CV bescherming door striktere glycemiecontrole? Enkel veel resultaat bij
myocardinfarct
❖ SGLT2 inhibitoren, want glucose w gereabsorbeerd en dat is belangrijk
osmotisch actief, want water w mee gereabsorbeerd en zo krijg je
hypertensie, dus als je dat blokkeert is er meer glucose in de urine

o Hoe meer risicofactoren je hebt hoe meer kans op een stroke of hartinfarct
o Controle vd risicofactoren: rookstop, gewichtsverlies, fysieke activiteit, gezonde
voeding, totaal cholesterol verlagen, bij diabetes het geglycosyleerd Hb minder dan
7%, bloeddruk laten dalen



Hart- en vaatziekten

• Atherosclerose is een systeemziekte: afh van waar het gebeurt een bep gevolg
o Hersenen: beroerte (CVA: cerebrovasculair accident)
o Hart: hartinfarct
o Nieren/abdomen: hypertensie, nierfalen, abdominale angor (zuurstoftekort dus na
de maaltijd buikpijn hebben)
o Perifere slagaders: aneurysma (vaatverwijding)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoniemstuviaverkoop. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.61  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added