Tentamen Goederenrecht B2 (onderdeel van het vak Contracten- en goederenrecht B2)
Woensdag 26 juni 2013, 15.15 – 17.45 uur
(voor studenten met tentamentijd verlenging: 15.15 – 18.15 uur, zaal WN-C624)
Lees het onderstaande zorgvuldig:
- Dit tentamen bestaat uit 3 casus, onderverdeeld in 8 vragen. Het maximum aantal te behalen
punten is 100. Achter elke vraag staat het maximaal aantal te behalen punten vermeld.
- Het tentamen is verdeeld over 3 aparte antwoordformulieren: één antwoordformulier per
casus. U dient de drie antwoordformulieren allen in te leveren.
- Dit tentamen is geen open boek tentamen: u mag slechts gebruik maken van wetboeken,
arrestenbundels, en de uitgeprinte arresten die in het kader van dit vak zijn gepubliceerd op
Blackboard. In de wetten en arresten mogen slechts onderstrepingen en artikelverwijzingen
voorkomen en geen aantekeningen.
- Mobiele telefoons e.d. mogen niet op de tafels liggen en moeten zijn uitgeschakeld.
- Tassen moeten gesloten zijn.
- Er is voldoende antwoordruimte! U moet binnen deze aangegeven antwoordruimte blijven.
Formuleer uw antwoord derhalve kort en bondig. Het buiten het kader geschrevene wordt in
beginsel niet bij de beoordeling betrokken.
- Het is belangrijk dat u boven aan ELK antwoordformulier uw naam en
collegekaartnummer noteert!
- Elk antwoord dient behoorlijk te worden gemotiveerd en dient te worden afgesloten met een
conclusie. Verwijs in uw antwoord naar relevante wetsartikelen en artikelleden en rechtspraak:
- arresten mogen met de 'roepnaam' worden aangeduid;
- verwijzingen naar de wet, rechtspraak of literatuur zonder nadere toelichting leveren
geen punten op.
- Leg uw collegekaart voor u op tafel, zodat de surveillant(e) deze kan zien.
- U heeft 2½ uur de tijd om de vragen te beantwoorden (in geval van tentamentijd verlenging:
3 uur).
Veel succes!
1
,CASUS 1 (totaal 34 punten)
Johan de Vries is in augustus 2012 het restaurant “Pizzeria Florentino” in Amsterdam begonnen
in een door hem gehuurd pand aan de Binnenstraat. Onder meer vanwege een grootse
verbouwing van het pand heeft hij bij de bank een geldlenig afgesloten van € 80.000,-. Als
zekerheid voor de terugbetaling heeft de bank een pandrecht bedongen op de gehele huidige en
toekomstige inventaris van de pizzeria van Johan, alsmede op de gehele huidige en toekomstige
wijnvoorraad. Daartoe is een notariële pandakte verleden op 20 april 2012. Helaas gaat het mis
met de pizzeria; er komen nauwelijks gasten. Johan kan de schulden niet langer voldoen. Op 15
juni 2013 wordt Johan de Vries in staat van faillissement verklaard.
Ten tijde van het faillissement bevindt zich in de pizzeria een partij houten tafels en stoelen van
dezelfde soort die aan Johan zijn verkocht en geleverd door Piet’s Horeca BV. Uit de
administratie blijkt dat de rekening van 20 juli 2012 van de op die datum geleverde 40 stoelen en
10 tafels van totaal € 13.000,- door Johan is voldaan, maar dat de rekening van 15 augustus 2012
van de op die datum geleverde 8 stoelen en 2 tafels (identiek aan de eerder geleverde stoelen en
tafels) van totaal € 2.600,- niet is betaald. Op de door Piet’s Horeca BV gedane leveranties zijn
algemene voorwaarden van toepassing waarin het eigendomsrecht van de geleverde zaken wordt
voorbehouden zolang de betreffende rekening van deze geleverde zaken niet is betaald. Piet’s
Horeca BV vordert de afgifte van 8 stoelen en 2 tafels vanwege de niet betaalde nota van 15
augustus 2012.
Vraag 1 (10 punten)
Heeft de bank een pandrecht op alle stoelen en tafels?
Vlak voor het faillissement heeft Johan de gehele wijnvoorraad verkocht aan Piedro Lomello die
in de Jordaan een gerenommeerd Italiaans restaurant runt. De wijnvoorraad omvat onder meer 20
flessen zeer exclusieve Chianti, die Johan van een bevriende relatie uit Italië geschonken heeft
gekregen. Johan heeft aan Piedro verteld van het dreigend faillissement en dat hij de pizzeria zal
moeten sluiten. Daags voor het faillissement worden deze flessen overgebracht naar het
restaurant van Piedro, en ze spreken af dat de koopprijs van € 3000,- op een later tijdstip door
Piedro aan Johan wordt voldaan.
Vraag 2 (12 punten)
Heeft de bank, als pandhouder, recht op afgifte van de 20 flessen Chianti die zich bij Piedro
bevinden?
In het door Johan gehuurde pand bevindt zich ten tijde van het faillissement een losstaande bar
(te beschouwen als een roerende zaak). Deze bar is in opdracht van Johan door timmerbedrijf
Groot gemaakt. De bar bestaat ondermeer uit een houten blad met ingebouwde tap. Een vriend
van Johan heeft voor hem de tekeningen gemaakt met afmetingen etc., en deze tekeningen zijn
door Johan aan het timmerbedrijf gegeven. Gelijktijdig heeft Johan de aan hem verkochte en
geleverde tap afgegeven aan het timmerbedrijf. Het voor de bar benodigde hout en het overige
materiaal is afkomstig uit de voorraad die het timmerbedrijf in eigendom heeft. De nota van het
2
, timmerbedrijf is niet door Johan betaald. Het timmerbedrijf hanteert algemene voorwaarden die
inhouden dat de door het timmerbedrijf gefabriceerde zaken diens eigendom blijven zolang deze
zaken niet zijn betaald. Timmerbedrijf Groot verlangt afgifte van de (losstaande) bar.
Vraag 3 (12 punten)
Heeft de bank een pandrecht op de (losstaande) bar?
CASUS 2 (totaal 36 punten)
Schuldenaar A heeft een schuld uit geldlening aan bank B. Voor de schuld is een hypotheekrecht
gevestigd op twee huizen. Het ene huis is eigendom van de ouders van A, het andere huis is
eigendom van (en bewoond door) A. De hypotheekakte bevat alle gebruikelijke voorwaarden.
Enige tijd later verhuurt A zijn huis aan C.
A raakt in verzuim met de betalingsverplichtingen onder de lening. B gaat daarom over tot
executie op grond van zijn hypotheekrecht. Om de schuld te verhalen, is executie van één huis
ruim voldoende. C vindt dat het huis van de ouders van A (executoriaal) verkocht moet worden.
De ouders van A zijn het daarmee niet eens en vinden dat het huis van A verkocht moet worden.
Vraag 1 (8 punten)
Is het standpunt van C of dat van de ouders van A juist, of heeft B de keuze welk huis wordt
verkocht?
Vraag 2 (14 punten)
Stel: het in vraag 1 bedoelde huis van A wordt executoriaal verkocht. Als gevolg daarvan gaat
niet slechts het hypotheekrecht van B teniet, maar ook dat van een tweede hypotheekhouder (D).
Uit de opbrengst moeten vier aanspraken worden voldaan. Geef aan welke aanspraken dat zijn,
alsmede of een bepaalde volgorde – en zo ja, welke volgorde – moet worden aangehouden bij de
verdeling van de bruto-opbrengst.
A heeft ook een oude schuld aan de fiscus ter zake van omzetbelasting. De fiscus legt tot verhaal
van die schuld beslag op de auto van A. De auto bevindt zich op dat moment bij garagehouder F,
die aan de auto onlangs een aantal normale reparaties heeft uitgevoerd. A heeft de rekening voor
de reparaties ondanks het verstrijken van de betalingstermijn nog niet voldaan, en F weigert
daarom de auto aan hem af te geven en legt bovendien beslag op de auto. U mag ervan uitgaan
dat beide beslagen geldig zijn gelegd.
Vraag 3 (14 punten)
Komt bij verhaal op de auto aan de vordering van de fiscus een hogere rang toe dan aan de
vordering van F?
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yoeri. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.71. You're not tied to anything after your purchase.