Werkcollege 1-3 aantekeningen deel 1 BMW Weefsels (Universiteit Utrecht)
21 views 0 purchase
Course
Weefsels (BMW10705)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit document bevat een samenvatting van alle opdrachten die moeten worden gemaakt voor de werkcolleges 1-3 van het blok BMW Weefsels aan de Universiteit Utrecht. De samenvatting bevat de behandelde stof die wordt gepresenteerd tijdens de werkcolleges. Van alle vragen heb ik een lopende samenvatting...
,Werkcollege 1
Opdracht 1:
transportepitheel en
bloed-hersenbarrière
Er zijn verschillende
manieren waarop stoffen
vanuit het bloed over het
endotheel heen naar andere cellen getransporteerd kunnen worden:
- Transcellulair transport = actief en passief transport (bijvoorbeeld om
glucose uit het lumen, door de cel, naar het bloed te transporteren)
- Paracellulair transport = vindt plaats tussen cellen, door junctions
(ionen en water).
- Transcytose = Een deel van het celmembraan splitst zich af van de rest
en vormt een blaasje. Dit blaasje is gevuld met de te transporteren
moleculen en zal zich door de cel bewegen. Aan de andere kant versmelt
het weer met het celmembraan en exciteert het blaasje zijn inhoud
(macromoleculen, eiwitten)
- Carrier= Een transporteiwit medieert het transport van kleinere
moleculen.
Capillairen =
een laag
endotheelcellen,
tot een buisje
opgerold en
omringd door
een basale
membraan.
Eromheen zitten
pericyten die de cappilairen versterken. Je hebt een aantal
soorten:
- Continueuze capillairen = bevatten tight junctions,
waardoor uitwisseling van stoffen gereguleerd is. Transport
vindt plaats met transcytose (spieren, bindweefsel en
longen)
- Gefenestreerde capillairen = bevatten tight junctions.
Echter lopen er in deze capillairen perforaties door de
endotheliale cellen waardoor er meer uitwisseling van
stoffen mogelijk is. De laag van het basale membraan over
de endotheellaag heen, is wel volledig intact (organen
waarbij snelle uitwisseling van stoffen moet plaatsvinden, zoals nieren en
darmen)
- Sinusoïden (discontinueuze capillairen) = bezitten weinig tight
junctions. In het endotheel zitten grote perforaties, waardoor de laag
endotheelcellen niet continu is. Ook is het basale membraan niet continu.
Hierdoor is maximale uitwisseling mogelijk van macromoleculen en cellen
(lever, de milt en het beenmerg)
2
, Hersen-bloedbarriere = barrière in de hersenen waarbij
continueze capillairen betrokken zijn
Barrière blokkeert de toegang van stoffen zoals glucose
Gefaciliteerd transport is noodzakelijk
Andere organen met een barrière:
1. Thymus - thymische epitheelcellen gefuseerd aan
elkaar middels desmosomen en tight junctions. Dit
zorgt ervoor dat de thymus niet ongereguleerd wordt blootgesteld
aan antigenen.
2. Longen
Klieren in de dunne darm
Cryptes = simpel en tubulaire klieren waar weefselvernieuwing plaatsvindt.
Exocriene klieren die zich tussen de villi bevinden. Ze bestaan uit drie soorten
secretiecellen:
(slijm)Bekercellen = scheiden mucines uit die een beschermende functie
hebben
Paneth cellen = exocriene cellen met secretiegranules in het apicale
cytoplasma. Ze scheiden defensines, deze breken membranen van micro-
organismen en bacteriële celwanden af
Enteroendocriene cellen = cellen die verschillende hormonen uitscheiden.
De cryptes zijn klieren, de rest zijn secretiecellen.
Klieren in de slokdarm
Bestaat uit 4 hoofdlagen (binnen buiten): mucosa, submucosa, muscularis
en adventitia.
Mucosa = niet verhoornde meerlagig plaveisel epitheel
Submucosa = bevat de klieren (esophageal glands) die mucus uitscheiden
voor de bescherming van de mucosa. De mucus wordt via buizen
uitgescheiden naar het lumen. Dichtbij de maag is er nog een andere groep
van klieren (esophageal cardiac glands) die ook mucus uitscheiden.
Klieren in de maag
Onder te verdelen in 4 delen: de cardia, fundus, corpus en de pylorus.
Cardia en pylorus - productie van mucus
Fundus en corpus - het uitscheiden van de maagsappen
Bestaat uit 4 lagen: de mucosa, submucosa, muscularis en serosa
Mucosa en submucosa -grote, longitudinale plooien; deze plooien worden
rugae genoemd
De maag heeft een eenlagig cilindrisch epitheel met invaginaties naar het
lamina propria. Deze invaginaties vormen ‘’maagkuilen’’ (gastric pits) en elke
kuil heeft een opening dat naar het lumen van de maag toe gaat. Zij scheiden
dikke laag van mucus uit. Hierin zitten bicarbonaationen en zij beschermen de
mucosa tegen het maagzuur.
Parëtale cellen = bevinden zich tussen de muceuze nekcellen en
produceren zoutzuur en intrinsieke factoren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaauerbach. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.48. You're not tied to anything after your purchase.