Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5599)
1
review
By: evavergeer • 2 year ago
Seller
Follow
rooswezenbeek
Reviews received
Content preview
Leerdoelen Hoofdstuk 7 Evolutie 4 VWO
7.1 Ontstaan van de mens
- Je weet wat het creationisme inhoudt. Je kunt uitleggen hoe de catastrofetheorie omgaat met
feit dat er fossielen gevonden worden.
Creationisme= geloof in een bovennatuurlijke schepper; god heeft alles gemaakt
Er werd ontdekt dat fossielen die gevonden werden in verschilllende afzettingslagen niet
leken op de levende organismen in dat gebied. Deze vonst was niet in lijn met het
scheppingsverhaal. Om de vonsten te plaatsen binnen het scheppingsverhaal is er de
Catastrodetheorie: een grote natuurramp was de oorzaak dat alle levende organismen in het
getroffen gebied stierven. Bij een nieuwe schepping na de catastrofe, kwamen er nieuwe
soorten.
- Je weet dat een evolutietheorie verklaart hoe soorten geleidelijk veranderen en hoe nieuwe
soorten ontstaan.
Evolutietheorie= theorie die de ontwikkeling van het leven op aarde verklaart
- Je kunt in een uitspraak over evolutie herkennen of die uitspraak overeen komt met de visie
van Darwin of van de Lamarck.
Lamarck: ging ervan uit dat een organisme de aanpassingen aan de omgeving, die hij tijdens
zijn leven ontwikkelde, doorgaf aan zijn nakomelingen.
Darwin: in een populatie verschillen individuen in eigenschappen en de leefomgeving oefent
een selectiedruk uit op hun overlevingskansen. Individuen die beter zijn aangepast aan hun
omgeving blijven langer leven en krijgen de meeste nakomelingen
*In the struggle for life, survival of the fittest*
De nieuwe populaties krijgen zo procentueel steeds meer individuen met de gunstige
aanpassing.(Dit is anders dan de theorie van Lamarck, die gebaseerd is op de aanpassingen
van het individu aan zijn omgeving)
- Je kunt uitleggen wat de rol is van (natuurlijke of kunstmatige) selectie op de ontwikkeling van
eigenschappen binnen een populatie.
Door de selectiedruk neemt de populatie met gunstige eigenschappen toe.
- Je kunt de evolutietheorie van Darwin aanvullen met recentere kennis tot de
neodarwinistische evolutietheorie en kunt deze theorie met de juiste begrippen gebruiken om
het veranderen van soorten uit te leggen.
Individuen die beter zijn aangepast aan hun omgeving leven langer en krijgen de meeste
nakomelingen. De nieuwe populaties krijgen zo procentueel steeds meer individuen met de gunstige
eigenschap.
- Je weet op welke manieren de erfelijke eigenschappen van organismen kunnen veranderen
(mutaties, recombinatie, crossing over).
(toevallige) Mutaties= is een verandering in het genetisch materiaal, waarbij het genotype
wordt veranderd
Recombinatie= het ontstaan van nieuwe combinaties van allelen bij de vorming van de
geslachtscellen
Crossing over=uitwisseling van gelijke stukken DNA tussen twee homologe chromosomen,
waardoor recombinatie van het haplotype optreedt.
- Je kunt uitleggen hoe selectiedruk op de savanne kon bijdragen aan de ontwikkeling van de
mensachtigen.
De individuen die het best waren aangepast op de omgeving kregen nakomelingen met dezelfde
gunstige eigenschap. Hierdoor ontstond er een mensachtige aangepast op de leefomgeving.
, - Je kunt uitleggen hoe mitochondriaal DNA en het Y-chromosoom gebruikt kunnen worden
voor het bepalen van migratiepatronen van Homo sapiens (Binas 94B)
Wetenschappers kunnen migratiepatronen afleiden m.b.v:
mitochondriaal DNA (erft over via de vrouwelijke lijn)
Mitochondriaal DNA muteert met een bepaalde gemiddelde snelheid ouderdom kan bepaald
worden
DNA van het Y-chromosoom (erft over via de mannelijke lijn)
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten
- Je kunt de begrippen ‘natuurlijke selectie ‘ en ‘selectiedruk’ op de juiste manier gebruiken bij je
uitleg over hoe een soort verandert ( =adapteert).
Voorwaarde van evolutie is het voorkomen van variatie in erfelijke eigenschappen, zodat er
natuurlijke selectie kan optreden. Een individu kan zich niet aanpassen. Binnen een
populatie kan selectie zijn op gunstige eigenschappen de populatie kan zich wel
aanpassen (=adaptatie)
Omdat de natuur constant verandert, stopt de adaptatie van een populatie nooit!
- Je weet dat het begrip ‘the fittest’ niet ‘de sterkste’ betekent, maar ‘het krijgen van de meeste
nakomelingen’.
The fittest: de individuen in een populatie die het best zijn aangepast aan de selectiedruk, de krijgen
de meeste nakomelingen.
- Je weet dat één individu zich niet kan aanpassen, maar een populatie wel. Je kunt uitleggen
hoe bij een constante selectiedruk bij elke nieuwe generatie het aandeel van gunstige
eigenschappen toeneemt.
Hoe beantwoord je vragen over het ontstaan van een groep soortgenoten met bepaalde
kenmerken met behulp van de evolutietheorie:
• Er was binnen een populatie variatie in de eigenschap …………
• De individuen met de allelen voor ………. hebben selectievoordeel, omdat
………………….
• Daardoor hebben de individuen met het allel voor ……………meer kans om zich voort te
planten dan de individuen die …………………………… hebben.
• De allelen voor ………………………..worden aan meer nakomelingen doorgegeven,
zodat het aantal individuen met …………………….. zal toenemen.
OF
• Er was binnen de populatie……variatie in de eigenschap ……..
• Het allel voor ……. heeft een grotere fitness (= voortplantingssucces) dan het allel
voor….., omdat ……….
• Hierdoor neemt de allelfrequentie van het allel ………toe.
- Je weet dat adaptatie ook een kwestie is van evenwicht tussen investeringskosten (energie)
en opbrengst (overlevingskans).
- Je weet wat co-evolutie is en kunt in een context co-evolutie herkennen.
Co-evolutie= evolutie waarbij soorten zich aanpassen aan elkaar en samen evolueren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rooswezenbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.