100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ALLE BSM / BEWEGING EN SPORT STOF SAMENGEVAT $4.70
Add to cart

Summary

Samenvatting ALLE BSM / BEWEGING EN SPORT STOF SAMENGEVAT

 31 views  1 purchase
  • Course
  • Level

ALLES wat je moet weten over BSM/ beweging en sport

Preview 4 out of 31  pages

  • June 6, 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
, 1. Testen van fit- en/of gezondheid
Bij de verschillende testen om fitheid of gezondheid te testen, meet je verschillende
eigenschappen. Deze eigenschappen onderverdelen we in antropometrische eigenschappen
en grondmotorische eigenschappen.
- Met antropometrische eigenschappen worden eigenschappen bedoeld zoals
lengte, gewicht, je bloeddruk, BMI en vetpercentage. Eigenschappen die je dus kunt
meten. De rekensom die wordt gebruikt bij je BMI berekenen (of Quetelet-index) is
gewicht (kg) : lengte^2 (m). Een andere manier is het nomogram van Deurenberg.


Let wel op, je BMI-waarde zegt echter niets over je lichaamsstelling. Er wordt geen rekening
gehouden met je bouw, botmassa, spierweefsel en vetweefsel.
Een andere manier, naast het nomogram, om het vetpercentage te meten is een
huidplooimeting. Deze is daarentegen vrij onnauwkeurig. Een nauwkeurigere manier is een
hydrostatische weging. Hierbij wordt de testpersoon is een bak water gedompeld. Op basis
van de hoeveelheid water die je verplaatst kunnen ze je vetpercentage nauwkeurig meten.
- Grondmotorische eigenschappen (of motorische basiseigenschappen) kun je
onderverdelen in kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, lenigheid en coördinatie.
Tussen deze basiseigenschappen in zitten nog een drietal combinaties: snelkracht,
krachtuithoudingsvermogen, snelheid uithoudingvermogen. Al deze eigenschappen
samen bepalen ons prestatievermogen.
Kracht: het vermogen om door middel van spierwerking een object (met veel of weinig
weerstand) te verplaatsen.
Snelheid: de afstand die je binnen een bepaalde tijd kunt afleggen. Dit kan snelheid op een
sprint zijn maar ook snelheid op een langere afstand.
Uithoudingsvermogen: het vermogen om een belasting zo lang mogelijk vol te houden. Dit
kun je onderverdelen in een aeroob (met zuurstof) en anaeroob (zonder zuurstof)
uithoudingsvermogen.
Lenigheid: de bewegingsuitslag dat een gewricht (waar een spier overheen loopt) kan
maken.
Coördinatie: de mogelijkheid van verschillende onderdelen van het lichaam om harmonieus
(onderling) samen te werken.
Je meting moet betrouwbaar zijn. Daarom moet je vier belangrijke punten in de gaten
houden:
- Gebruik het juist meetinstrument. Dit noemen ze validiteit of geldigheid.
- Iedereen dient de test onder dezelfde omstandigheden uit te voeren (binnen/buiten,
harde/zachte ondergrond, tijdstip, weer).
- Iedereen dient dezelfde meetinstrumenten te gebruiken, in de kleinste dingen kunnen
verschillen zitten.
- Iedereen moet deze meetinstrumenten op dezelfde manier gebruiken.
De oudste test is de Moper fitheidtest, verscheen in 1980 en was gericht op kinderen van 12
t/m 18 jaar. In 1982 werd het tweede deel uitgebracht, deze was gericht op kinderen van 9
t/m 11 jaar. Pas in 1991 verscheen de Eurofittest.

,Overzicht verschillende fitheidstestjes

Kracht Snelheid Uithoudingsvermogen Lenigheid Coördinatie
Maximaal test 10x5 meter Shuttleruntest Sit & reach Flamingo test
Hangen 50 yard Coopertest V-sit reach Zeshoek-
gebogen armen sprinttest 1 mijltest Schouder- obstakel
Standsprong Side-step test Hoosier duurloop strech
hoog/ver Sneltikken met Buigen met
1 hand gestrekte
Quick feet test armen




2. Energierelevantie
De mens is constant in beweging, zelfs tijdens rust. Denk hierbij aan autonome processen
zoals de spijsvertering, ademhaling en het pompen van je hart. Om dit te doen, zijn er
spieren nodig, die spieren hebben weer energie nodig. De energie haalt de mens uit voedsel.
De stoffen waar we energie van krijgen noemen we ook wel energetische stoffen.
Koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol zijn energetische stoffen die we uit voedsel halen
en opslaan in ons lichaam, als bron voor energie. Deze vormen van energie gebruiken we
uiteindelijk voor de resynthese van ATP.
Elke beweging begint met een splitsing of een afraak van ATP (Adenosine-tri-fosfaat).
Hierdoor ontstaat energie om te bewegen. ATP is universeel en wordt gebruikt bij alle
bewegingen in ons lichaam. ATP splitst zich in ADP (Adenosine-di-fosfaat) + P (fosfaat) +
energie (om te bewegen).
ATP > ADP + P > ENERGIE
ATP is de bron van elke beweging die we maken, maar er is maar een beperkte voorraad in
je lichaam. Zodra het op is zal je door middel van resynthese aan nieuwe energie moeten
komen. Afhankelijk van de snelheid onderscheiden we drie energiesystemen.
ENERGIE > ADP + P > ATP
- Creatinefosfaat-systeem (fosfaatsysteem)
- Anaeroob-systeem (melkzuursysteem)
- Aeroob-systeem (zuurstofsysteem)


2.1. Creatinefosfaat-systeem
CP > C + P + ENERGIE
Bij het creatinefosfaat-systeem wordt creatinefosfaat gesplitst. Dit levert energie op die
weer wordt gebruikt voor de resynthese van ATP. Dit systeem kan maar kort energie geven,
zo’n 5 á 10 seconden. Door te trainen kun je een soort fosfaatpoel aanleggen in je spieren.
Dan kun je de energie optrekken naar zo’n 15 á 20 seconden.

, Het CP-systeem zorgt voor een krachtexplosie van 90%-100% van je maximale vermogen.
Veel, maar het is maar voor een korte tijd beschikbaar. Voordelen van het CP-systeem zijn
dat het wel vrijwel direct te gebruiken is omdat CP opgeslagen ligt in je spiercellen en dat er
geen afvalstoffen bij vrijkomen.
Het herstellen bij dit systeem is kort. Na ongeveer een minuut heb je al weer 90% van je CP-
systeem beschikbaar.
2.2. Anaeroob-systeem
GLYCOSE > ENERGIE + MELKZUUR
Het anaerobe systeem (ook wel melkzuursysteem) neemt het na de eerste 5-10 seconden
over. Het anaerobe systeem levert energie voor de resynthese van ATP, door verbranding
van suiker/glucose. Deze verbranding wordt ook wel glycolyse genoemd. Dit is zonder
zuurstof. Het nadeel van glycolyse zonder zuurstof is een bijproduct dat we melkzuur
(lactaat) noemen. Te veel melkzuur in je spieren levert een aanzienlijke
prestatievermindering op. Je krijgt zure benen en die zorgen weer voor mindere coördinatie
en energierelevantie.
Dit systeem kun je gebruiken voor zo’n 30 á 60 seconden lang en kan ongeveer 80%-90%
van je maximale vermogen leveren. Daarna ontstaat er dus te veel melkzuur in je spieren.
De glycolyse (suikerverbranding) is in staat om snel energie te leveren doordat glycogeen
(suiker) ligt opgeslagen in en om je spieren. Dit herstel duurt langer dan het herstel van het
CP-systeem doordat je lichaam weer nieuw glycogeen moet aanmaken. (Het omzetten van
koolhydraten in suiker.)
Na 45 minuten kun je weer beschikken over 90% van het anaerobe-systeem. Alleen kan het
wel dat het zure gevoel in je benen er nog steeds zit. Je kunt het verwerken van melkzuur en
de lengte van energielevering redelijk trainen en dus het bereik van dit systeem een beetje
verlengen. Dit heeft vooral voordelen op sportactiviteiten die tussen de 2 á 3 minuten duren.
2.3. Aeroob-systeem
KOOLHYDRATEN/VETTEN + O2 > ENERGIE
Bij het aerobe-systeem vindt er verbranding van koolhydraten en vetten plaats. Dit gebeurt
in combinatie met zuurstof (we spreken daarom ook wel van het zuurstofsysteem). Doordat
dit een verbranding met zuurstof is zijn er dus geen negatieve bijproducten die vrijkomen.
Dit systeem is in staat om 50%-60% van je maximale vermogen te leveren. Je bent in staat
om dit erg lang te gebruiken. De eerste 30 tot 40 minuten dat je dit systeem gebruikt
verbrand je vooral koolhydraten. Dit komt omdat koolhydraten makkelijker toegankelijk zijn
dan vetten. Ze liggen dichterbij de spieren opgeslagen en zijn makkelijker afbreekbaar. Na
de eerste 30 á 40 minuten neemt de vetverbranding de energieleverantie over.

Fosfaat-systeem Melkzuur-systeem Zuurstof-systeem
CP = Creatine Fosfaat Veel energie 80%-90% Beperkte energie 40%-50%
Héél veel energie 90%- Beperkt beschikbaar (30 á Geen schadelijke
100% 40 sec) afvalstoffen
Zeer beperkt beschikbaar (6 Geen zuurstof > Anaeroob Zeer lang vol te houden
á 10 sec) Redelijk trainbaar Onbeperkte voorraad
Geen O2, geen lactaat Melkzuur als restproduct Zuurstof nodig > Aeroob
Beperkt trainbaar Goed trainbaar

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.70  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added