hooM&O SAMENVATTINGEN
Hoofdstuk 1
Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken. Een dienst is een ontastbaar product of een niet-fysiek goed. Dienstverleners maken geen
dingen, maar stellen kennis, vaardigheden en tijd ter beschikking om daarmee hun afnemers te
bedienen. Juristen zijn dienstverleners. Juridische diensten zijn een speciaal type dienst.
Organisatiekundig bezien wordt het leveren van een dienst door een dienstverlener in het algemeen
wel beschreven als: het bieden van toegang tot een bundel competenties en capaciteiten.
Organisatiekundig kan juridische dienstverlening worden beschreven als kennisintensieve
dienstverleners door hoogopgeleide professionals. Dit type wordt vaak aangeduid met de term
professional services. Tot deze vorm van dienstverlening behoort onder andere de dienstverlening
door accountants, medici en docenten. Een kenmerk van professional services is dat voor het
verrichten van de werkzaamheden over het algemeen theoretische kennis en praktische
vaardigheden die zijn vereist die alleen door langdurige opleiding en ervaring kunnen worden
verkregen.
Diensten laag kennisintensieve diensten kappers, loodgieters; ambacht/kunde; training voor
groot deel op de werkvloer; in opleiding veel nadruk op vaardigheden.
Diensten hoog kennisintensieve diensten artsen, juristen; vrij beroep, wetenschappelijk;
kwaliteit beroep soms geborgd door tuchtrecht; in opleiding veel nadruk op verwerving theoretische
kennis en inzichten.
Onder een juridische dienst verstaan we alleen diensten die hoogwaardige juridische expertise
vereisen en die alleen geleverd kunnen worden door juristen. Onder diensten met een juridisch
aspect wordt verstaan wanneer een handhaver een boete oplegt of wanneer een APK-keurmeester
een auto goedkeurt. Deze dienstverleners hebben wel specifieke kennis of vaardigheden die voor het
leveren van deze diensten belangrijk zijn, maar ze beschikken niet over hoogwaardige,
specialistische, juridische expertise.
Bij organisaties met juridische dienstverlening als kernactiviteit moet je denken aan rechterlijke
instanties, rechtsbijstandsverzekeraars, gerechtsdeurwaarders, advocatenkantoren of
notariskantoren.
In organisaties die andere kernactiviteiten hebben zijn vaak wel juristen werkzaam op een juridische
stafafdeling of binnen een andere afdeling van een organisatie. Ook binnen deze laatste, niet-
juridische organisaties, leven juristen diensten.
Een goed juridisch adviseur is een adviseur die meedenkt met de organisatie en oog heeft voor alle
aspecten die raken aan zijn advies. Hij moet bij zijn advisering een helicopterview hebben. Een
organisatiewijze jurist denkt actief mee over de manier waarop de regelgeving zo effectief en handig
mogelijk kan worden nageleefd.
In de organisatiekundige theorie gebruiken veel schrijvers het begrip organisatie in zeer ruime zin:
zodra er sprake is van mensen en middelen die samenwerken om een bepaald doel te bereiken
spreken we van een organisatie. De volgende elementen zijn dus voldoende om te kunnen spreken
van een organisatie:
- Mensen
- Middelen
- Samenwerken
- Doel
,Eenmansbedrijven zijn in deze definitie geen organisatie, omdat er geen sprake is van meerdere
mensen die samenwerken. Een voetbalvereniging, een restaurant of een rechtbank zijn volgens de
definitie wel een organisatie. Binnen deze organisaties werken mensen samen, ondersteund door
middelen, om een bepaald doel te bereiken.
Binnen organisaties worden vervolgens bedrijven onderscheiden. Over het algemeen wordt bedrijf
meestal gereserveerd voor commerciële organisaties. Organisatiekundig spreken we echter van
bedrijven als een organisatie producten en/of diensten voortbrengt om te voorzien in een
maatschappelijke behoefte. Een bedrijf heeft altijd een afzetmarkt. Het leveren van deze producten
of diensten kan gebeuren op een commerciële of niet-commerciële basis. Bedrijven die dit op
commerciële basis doen, en dus een winstoogmerk hebben, worden aangeduid als ondernemingen.
Bijvoorbeeld:
- De rechtbank Amsterdam is een bedrijf (omdat het een dienst levert die voorziet in een
maatschappelijke behoefte), maar geen onderneming (omdat het geen winstoogmerk heeft).
- Philips is een bedrijf (omdat het producten levert die voorzien in een maatschappelijke
behoefte) én een onderneming (omdat het handelt met winstoogmerk).
In de theorie worden organisaties genoemd die een volledig ideëel doel nastreven, zoals
wereldvrede. Omdat dergelijke organisaties vaak ook wel producten of diensten voortbrengen
(folders, voorlichtingen) die in zekere zin een maatschappelijke behoefte voorzien, zijn het ook al snel
weer bedrijven.
Vanuit juridisch perspectief kunnen organisaties ook naar rechtsvorm worden ingedeeld. Er zijn
privaatrechtelijke rechtsvormen, zoals een vennootschap onder firma, stichting, vereniging of een
besloten of naamloze vennootschap. De rechtsvorm bepaalt onder andere de wijze waarop de
organisatie aansprakelijk is voor schulden en hoe besluitvorming binnen de organisatie plaatsvindt.
Overheidsorganisaties vormen een bijzondere categorie rechtsvormen. Zij worden vaak met een
specifiek doel opgericht, waarbij ze nauwkeurig omschreven taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden krijgen toebedeeld. Rechtspersoonlijkheid is een juridisch fenomeen dat
organisaties helpt om effectiever te opereren. Een rechtspersoon kan – net als een natuurlijk
persoon – contracten sluiten en zaken in eigendom hebben. Het grote voordeel van het oprichten
van een rechtspersoon is onder andere dat een rechtspersoon niet kan overlijden, waardoor
continuïteit van de organisatie beter geborgd is. Natuurlijke personen kunnen, door samenwerking
via een rechtspersoon, ook met minder risico investeringen doen, omdat ze niet persoonlijk
aansprakelijk zijn voor de schulden van de organisatie.
Een jurist zal de rechtsvorm moeten kiezen die het doel van de organisatie het beste dient. Je kunt de
rechtsvorm zien als een middel om de doelen van de organisatie te helpen bereiken. De
vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en maatschap zijn voorbeelden van
rechtsvormen voor ondernemingen waarin verschillende natuurlijke personen samenwerken, zonder
rechtspersoonlijkheid.
Rechtspersoon privaatrechtelijk nv, bv, se, eesv / vereniging, stichting.
Rechtspersoon publiekrechtelijk Rijksoverheid, provincie, gemeente, waterschappen /
zelfstandige bestuursorganen met eigen rechtspersoonlijkheid, openbare lichamen.
Niet-rechtspersoon eenmanszaak / maatschap of cv.
Er zijn allerlei soorten organisaties en allerlei manieren om organisaties in categorieën in te delen.
Een indelingswijze is een indeling aan de hand van de sector waarin de organisatie actief is.
,Private organisaties zijn organisaties die eigendom zijn van private (rechts)personen en dus niet in
handen zijn van de overheid. Dit zijn niet alleen organisaties die gericht zijn op het maken van winst.
Ook stichtingen en verenigingen kunnen tot de private sector worden gerekend, als ze niet door de
overheid worden gefinancierd.
Publieke organisaties maken deel uit van de publieke sector. Tot de publieke sector behoren de
centrale en decentrale overheid en semioverheidsorganisaties. Tot de semioverheid behoren
organisaties die niet direct onder het overheidsgezag vallen, maar waarop de overheid wel grote
invloed uitoefent. Dergelijke organisaties zijn eigendom van de overheid of worden voor een
belangrijk deel met publiek geld gefinancierd.
De Nederlandse overheidsmacht is verdeeld over een groot aantal organisaties. Er kan daarbij
onderscheid gemaakt worden tussen organisaties en instanties binnen de centrale overheid en de
decentrale overheid. De centrale overheid wordt gevormd door alle organisaties die op landelijk
niveau opereren. Hiertoe behoren in ieder geval de Eerste en Tweede Kamer, het Kabinet der Koning,
de Raad van State, maar ook de ministeries en ministeriële diensten. Ook de rechterlijke macht en de
vele zelfstandige bestuursorganen die Nederland kent worden tot de centrale overheid gerekend.
De decentrale overheid bestaat uit provincies, waterschappen en gemeenten. De term decentraal
drukt uit dat deze organisaties niet landelijk opereren, maar bevoegdheden en taken hebben met
betrekking tot een bepaald grondgebied. Ook regionale samenwerkingsverbanden tussen
organisaties kunnen tot de decentrale overheid worden gerekend.
Overheidsorganisaties werken in een sterk juridisch getinte context en zijn in al hun handelen
gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zij hebben vrijwel altijd wettelijke
taken die juridische expertise vereisen. Overheidsorganisaties hebben hierdoor veel eerder dan
private organisaties juristen in dienst. Bij overheidsorganisaties die in het kader van sociale of fiscale
wet- en regelgeving veel individuele beschikkingen moeten nemen, zoals gemeenten, de
belastingdienst en het UWV, is het aantal juristen doorgaans hoger dan bij private organisaties van
gelijke omvang.
Semioverheidsorganisaties zijn organisaties die een private rechtsvorm hebben, maar publieke
belangen dienen. Het Juridisch Loket is een voorbeeld van een dergelijke organisatie. Voorbeelden
van semioverheidsorganisaties:
- De NS
- Verschillende grote energieleveranciers, zoals Eneco en Delta
- Het beheersbedrijf van het elektriciteitsnet, Tennet
- Verschillende regionale waterleidingbedrijven, zoals Waternet.
Ook bij dergelijke semioverheidsorganisaties zijn juristen werkzaam. Zij adviseren de organisatie over
het aangaan, uitvoeren of beëindigen van contracten met leveranciers en klanten. Daarnaast
adviseren ze over de ondernemingsrechtelijke structuur en over de regelgeving waaraan de
organisatie moet voldoen.
Een andere manier om organisaties in te delen is om te bezien of ze gericht zijn op het maken van
winst (profitorganisaties) of niet (non-profitorganisaties). Strikt genomen hebben de
overheidsorganisaties ook geen winstoogmerk, maar de term non-profit wordt in de praktijk meestal
alleen gebruikt voor organisaties die én geen winstoogmerk hebben én niet tot de centrale of
decentrale overheid behoren. Semioverheidsorganisaties worden dus wel tot de non-profitsector
gerekend.
, Als economie is Nederland vooral krachtig door een sterk ontwikkelde land- en tuinbouwsector, een
sterke dienstsector en door de transportsector. Ook op het gebied van technische innovatie is
Nederland sterkt. Het bedrijfsleven is een belangrijke werkgever voor juristen, maar is ook de
belangrijkste klant van een groot deel van de Nederlandse advocatenkantoren. De profitsector is zeer
belangrijk voor een groot deel van de rechtspraktijk.
Een belangrijk type non-profitorganisatie is de belangenorganisatie. Dit type organisatie is gericht op
het behartigen van belangen van leden, op praktisch niveau of met betrekking tot ideële doelen.
Voorbeelden zijn vakbonden, de ANWB, Amnesty International en Greenpeace.
Onderwijsinstellingen, met uitzondering van commerciële onderwijsinstellingen, kunnen ook tot non-
profitorganisaties worden gerekend, maar zijn geen belangenorganisaties. Veel non-
profitorganisaties hebben geen eigen juristen in dienst.
Juridische organisaties: organisaties met juridische dienstverlening als kernactiviteit.
Niet-juridische organisaties: organisaties met andere kernactiviteiten.
De indeling juridisch-niet juridisch is niet op alle organisaties keurig toe te passen. Sommige
organisaties zijn mengvormen. De Belastingdienst is bijvoorbeeld een overheidsinstelling met als
voornaamste taak het toepassen van rechtsregels op belstingaangiften van burgers en bedrijven.
Regelmatig zijn deze aangiftes zo complex dat ze hoogwaardige juridische expertise vereisen, die
alleen kan worden geleverd door belastinginspecteurs met een specialistische, fiscaal-juridische
achtergrond.
Binnen juridische organisaties valt ook nog onderscheid te maken tussen organisaties die
rechtsbijstand verlenen of juridisch advies verzorgen en organisaties die een geschilbeslechtende
functie hebben. Advocatenkantoren, notariskantoren en gerechtsdeurwaarders zijn voorbeelden van
de eerste categorie. Rechtbanken, gerechtshoven en geschillencommissies zijn voorbeelden van de
tweede categorie. Kenmerkend voor de eerste categorie is dat zij doorgaans partijdig zijn, terwijl
voor de tweede categorie juist onpartijdigheid geldt.
Alle juridische organisaties, gecombineerd met alle juridische functies in niet-juridische organisaties,
kunnen we samen de Nederlandse rechtspraktijk noemen.
Legal management (wetenschap: organisatiekunde, toegepast op het functioneren van juridisch
professionals en juridische organisaties.
Een wetenschappelijk model is een voorbeeld van een abstractie. Een wetenschappelijk model
beoogt in het algemeen wetmatigheden tussen fenomenen te beschrijven en te verklaren. In de
organisatiekunde wordt zeer veel gebruik gemaakt van modellen om het functioneren van
organisaties te beschrijven. Modellen kunnen leiden tot meer inzicht en begrip, maar het is goed te
beseffen dat een model ook altijd een versimpeling van de werkelijkheid inhoudt. Een model is
slechts nuttig als het meer inzicht in een fenomeen brengt, de onderlinge communicatie binnen een
organisatie makkelijker maakt, of tot betere beslissingen leidt.
Het INK-model laat de samenhang zien tussen de inspanningen en eigenschappen van een
organisatie en de resultaten van deze organisatie. De linkerkant toont alle belangrijke aspecten van
een organisatie die nodig zijn om resultaten te bereiken: leiderschap, strategie en beleid,
management van medewerkers, middelen en processen. De rechterkant laat zien dat dat het goed is
om alle groepen in acht te nemen die bij de organisatie een duidelijk belang hebben. Het effect dat
het presteren van de organisatie heeft op deze groepen stakeholders leidt idealiter weer tot
verbeteringen en vernieuwingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.