Samenvatting Praktisch Bedrijfsrecht – H1 t/m 11
1.1 Ondernemingsrecht
- Ondernemingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid privébezittingen van de ondernemer kunnen
worden aangetast.
- De rechtspersoon kan rechten en verplichtingen aangaan, in dit geval niet het bedrijf maar de
ondernemer zelf.
- De eenmanszaak en personenvennootschap hebben geen rechtspersoonlijkheid
1.2 Eenmanszaak
- Een verantwoordelijk persoon.
- Enige opstartvereiste inschrijven bij kamer van koophandel.
1.3 Personenvennootschappen
1. Maatschap: Overeenkomst waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om iets in
gemeenschap te brengen (geld, pand, arbeid), met oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel
met elkaar te delen. Er wordt een vrij beroep uitgeoefend. Kan zowel schriftelijk als mondeling
worden aangegaan.
Wanneer er geen duidelijke winstverdeling is afgesproken, wordt er gekeken naar de hoogte van de
inbreng van de diverse maten. De winst van de maat die geen geldbedrag, maar alleen arbeid heeft
ingebracht, wordt geacht gelijk te zijn met de winst van de maat met de laagste vermogensinbreng.
Alleen maten zijn aansprakelijk indien:
- Beheersdaad: Alle handelingen die tot de normale activiteiten behoren van de betreffende
maatschap.
- De andere maten hebben achteraf de actie bekrachtigd.
- De maten hebben gezamenlijk gehandeld.
- De verplichting is uiteindelijk voordeling voor de maatschap gebleken.
Openbare vennootschap: Treden onder gemeenschappelijke naam naar buiten. (artsen, advocaten)
Stille vennootschap: Samenwerking blijft meer op de achtergrond en intern. (agrarische sector)
2. Vennootschap onder firma: Samenwerkingsovereenkomst tussen meerdere vennoten die iets in
gemeenschap brengen om daar gezamenlijk voordeel uit te halen. Bij een VOF gaat het om de
exploitatie van een bedrijf. Persoonlijke gegevens moeten worden ingeschreven in het
handelsregister. Heeft een afgescheiden vermogen, hiermee krijgen de crediteuren voorrang op
privéschuldeisers van de vennoten. De vennoten zijn allemaal in het geheel aansprakelijk.
3. Commanditaire vennootschap (Stille vennootschap): Persoon wilt wel in het bedrijf investeren,
maar heeft geen behoefte aan het risico om hoofdelijk en privé aansprakelijk gehouden te worden.
1.4 BV
- De directie is het dagelijks bestuur, personen die de rechtspersoon naar buiten toe
vertegenwoordigen en namens die rechtspersoon verplichtingen aangaan.
- Bv heeft aandeelhouders, verenigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), komen
minimaal 1x per jaar samen.
1
,- Financiering in ruil voor dividend in later stadium.
- Ieder aandeel heeft 1 stem. Bij 1 aandeelhouders – directeur-grootaandeelhouder.
- Aandelen zijn niet vrij verhandelbaar.
- Raad van Commissarissen kan worden vastgelegd, orgaan dat toezicht houdt op het beleid van het
bestuur en de algemene gang van zaken. Heeft een adviserende taak naar de directie toe.
- Juridisch zelfstandig orgaan, privévermogen staat los van de BV, met uitzondering van onbehoorlijk
bestuur.
1.5 Overige rechtsvormen
1. Naamloze vennootschap (NV):
- Gefinancierd door aandeelhouders, bestuurd door een directie en gecontroleerd door de Raad v
Commissarissen.
- Aandelen zijn vrij overdraagbaar.
2. Stichting
- Wordt opgericht om een bepaald sociaal of ideëel doel te behalen.
- Winst mag alleen gebruikt worden ten behoeve van dat doel.
3. Vereniging
- Gemeenschappelijke doel, mag de winst niet onder de personen verdelen.
4. Coöperatie
- Bijzondere vorm van de verening.
- Vereniging van bedrijven.
- Winst mag worden verdeeld onder de leden.
2.1 Structuurvisie
- Ondernemer heeft te maken met de overheid (centrale, provinciale, gemeentelijke overheid of
belastingdienst of Nederlandse Mededingingsautoriteit.
- Zij zijn er ten hoeve van het algemeen belang.
- Wet ruimtelijke ordening verplicht het Rijk, provincie en de gemeente om een zogenaamde
structuurvisie te maken. Deze bevat: hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen van het
betreffende gebied (beleidsplannen). Geldt voor het grote geheel en lange termijn.
- Rijk stelt op welke plek zijn welke bestemmingen wenselijk en waar niet, legt onderwerpen van
nationaal belang in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB Ruimte) vast.
2.2 Bestemmingsplan
: Gaat over de bestemming, het toegestane gebruik, van grond in een gemeente. Volgens
randvoorwaarden (de RO-standaarden) moeten deze digitaal gevaardigd worden en via internet
beschikbaar zijn. Bestaat uit 3 onderdelen:
1. De verbeelding (plankaart): Uitbeelding van het gebruik van de grond op een landkaart.
2. Bouwvoorschriften
3. Toelichting: Goede ruimtelijke onderbouwing.
- Procedure bestemmingsplan:
1. Eerste kennisgeving ( Voorbereidingsbesluit door het college van Burgemeester en Wethouders
2
, B&W): Inspraakbijeenkomsten.
2. Opstellen Concept: Eerste ideeën onder elkaar.
3. Terinzagelegging: Mening van belanghebbende over ontwerpbestemmingsplan.
4. Vaststelling: voldoende aan goede ruimtelijke onderbouwing
5. Terinzagelegging: Mogelijkheid tot beoordeling onafhankelijke rechter.
6. Beroep bij de Raad van State: Na uitspraak is het bestemmingsplan definitief. Deze wordt
vastgesteld voor een periode van tien jaar.
- Inpassingsplan: Gemeente is verplicht deze van de overheid over te nemen in het
bestemmingsplan.
- Afwijking van bestemmingsplan met Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), gemeente
is bevoegd om, met een goede ruimtelijke onderbouwing, een voorschot te nemen op een later te
ontwikkelingen nieuw bestemminsplan.
2.3 Omgevingsvergunning
: Zogenaamde beschikking, besluit van een bestuursorgaan in individueel geval.
- Moet naast de bestemmingsplan worden aangevraagd.
- 1 geïntegreerde vergunning met 1 procedure bij 1 loket.
- zowel van belang bij bouwen als inrichting: bedrijfsmatige activiteiten.
- Activiteitenbesluit: milieuregels waar de meeste bedrijven onder vallen.
- Uitgebreide procedure:
1. Beoordeling aanvraag: via digitale loket, soms gedeputeerde staten/ minister, komen <8 weken
(verlening tot 6) met ontwerpbesluit.
2. Terinzagelegging concept: binnen 6 weken na publicatie ontwerpbesluit.
3. Beschikking: besluit binnen 6 maanden
4. Beroep: binnen 6 weken worden ingediend bij rechtbank
5. Hoger beroep: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van Staten. Binnen 6 weken bij
rechtbank.
2.4 Huur
: overeenkomst waarbij de verhurende partij een goed in gebruik verstrekt aan de huurder die
daarvoor een tegenprestatie moet leveren.
- Huurder mag veranderingen aan brengen in de ruimte die hij huurt indien deze met weinig
inspanningen en kosten ongedaan gemaakt kunnen worden.
- Koop breekt geen huur: huurovereenkomst gaat mee over naar de nieuwe eigenaar en deze zal alle
rechten van de huurder dienen te respecteren.
- Middenstandsbescherming: Plaatsgebonden bedrijven krijgen extra bescherming.
Huurovereenkomst mag normaal gesproken niet binnen 5 jaren worden beëindigt. Alleen bij slechte
bedrijfsvoering van huurder en als de verhuurder of naaste familie het pan direct zelf nodig heeft.
Opzegtermijn is 1 jaar. Na 10 jaar niet opgezet dan wordt huurovereenkomst voorgezet voor
onbepaalde tijd.
- Pacht: 12 jaar voor land met gebouwen, 6 jaar voor alleen land.
3.1 Aanbod en aanvaarding
Overeenkomst: Een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of
meerdere andere partijen een verbintenis aangaan. Komt tot stand door een aanbod en de
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathalie31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.