100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Internationale Economische Instellingen: alomvattende notities $9.77   Add to cart

Class notes

Internationale Economische Instellingen: alomvattende notities

 59 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document omvat alles wat er in de les gezegd geweest is. Aangezien ik steeds enkel van mijn eigen notities leer, staat echt alles erin. Met dit document behaalde ik vorig jaar 15/20 op het examen. In het document wordt ook aangegeven waar het zwaartepunt ligt voor het examen.

Preview 4 out of 40  pages

  • June 6, 2021
  • 40
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Herman matthijs
  • All classes
avatar-seller
Inhoudsopgave
Internationale economische instellingen 14/02/2020.......................................................................2
Internationale economische instellingen 21/02/2020.......................................................................5
Internationale economische instellingen 28/02/2020.....................................................................12
Internationale economische instellingen. Extra videopname 1........................................................18
Internationale economische instellingen extra lesopname 2...........................................................29




1

,Internationale economische instellingen 14/02/2020
Cursus bestaat uit drie delen. Volg de actualiteit!
Vanaf p19 begint de cursus, ervoor niet kennen.

WOII:
Toonaangevende munt toen was de Britse pond. Maar in jaren ’30 ook
gedevalueerd.

Na WOII deed men ook een poging om met de goudstandaard te beginnen. Nu praat
men hier ook over: geldhoeveelheid wordt gekoppeld aan de hoeveelheid geld.
Voordeel: minder geld: lagere inflatie. Probleem in Westerse wereld: geld bij gedrukt,
maar er is toch geen inflatie. Dat is een raar fenomeen.
Goudstandaard: burgers kunnen die munt inwisselen voor goud.
Tot aan de tweede wereldoorlog was er maar 1 land die dit nog gebruikte, nl België.
België had in die tijd heel veel goud. Momenteel heeft België 230 ton goud. (Ligt op
drie buitenlandse plaatsen, vooral bij de bank of England)

Zaken over USA worden aangehaald.

Kort overzicht over de WOII. Amerikanen wouden zelf een belangrijke rol spelen. Ze
wouden meedoen aan een opvolger van de Volkenbond: de Verenigde staten. Ze
hadden wel een aantal voorwaarden: moest bij hen en geen stemmen, maar veto’s.
Vandaag zijn er nog steeds 5 veto’s. Vele vinden dat zij ook een veto moeten
hebben, maar die 5 gaan het systeem uiteraard niet veranderen.
Naast die 5 permanente leden, zijn er ook niet-permanente leden. België zit er
momenteel in.

Europese unie
Hoe geraakt de EU aan geld en hoe wordt het verdeeld? Per periode van 6j moet er
een eigen middelen besluit worden goedgekeurd. Het moet unaniem aangenomen
worden: elk land heeft een veto recht. Er zijn nieuwe plannen voor een eigen
middelen besluit. Volgend jaar zou dat er komen, maar er zijn enkele spanningen
omtrent de veto’s. Vroeger vooral de Britten die nee zeiden, maar die zijn er nu niet
meer bij.

Het geld is in Londen blijven zitten, blijft het belangrijkste financiële centrum. Dat
hadden ze bij Europa niet verwacht.

Dus eigen middelen besluit: het moet door iedereen goedgekeurd worden en het
moet in balans zijn: er mogen geen tekorten zijn.

Elk land krijgt een heffing op zijn bruto nationaal inkomen.
Ze moeten 0,75% betalen, maar er zijn ook afwijkingen, Zweden, Denenmarken en
(Finland?) krijgt bijvoorbeeld een korting op hun bijdrage (omdat ze reeds teveel
moesten betalen). Het is de belangrijkste financiële bron.

Traditionele eigen middelen: vandaag enkel nog de douanerechten. Bestaat sinds
1971. Europese unie = douane-unie: met een gemeenschappelijk buitentarief. Als er
goederen worden ingevoerd van buiten de EU, moet hier volgens een bepaalde lijst


2

,tol op gegeven. Dit is om de Europese economie te beschermen tegen een te open
invoer.
Douanerechten: lidstaten mogen 20% houden en moeten 80% doorstorten naar de
EU. Zijn goed voor ongeveer 14% van de totale ontvangsten.

Derde: de Btw, ° in 1971. Dit is een belasting om consumptie. Dit is een relatief
geharmoniseerde Europese belasting. Normaal zou alles in de EU lidstaat een Btw
tarief moeten hebben van 21%, maar er zijn veel afwijkingen. Er zijn dus enkele
uitzonderingen, bv 6%, 25%, …

De laatste dagen zijn er enkele dagen die de elektriciteit Btw willen verlagen naar
6%, maar die partijen moeten eerst toestemming vragen aan de EU. Als je als land
de Btw wil verhogen, daar heeft de EU geen last mee.

1 land in de EU heeft 1 geharmoniseerd Btw-tarief, namelijk 25%: Denenmarken.

Eurocraten betalen 25% flattax, maar moeten geen personenbelasting betalen.
Uiteraard wel de 21% als hij iets koopt in de winkel.

Tatcher: heeft ervoor gezorgd dat ze haar geld terugkreeg en dat er unanimiteit
kwam. Dit was een gouden zet. Britten krijgen een deel van die Btw dus terug. Ze
betalen ongeveer 17 miljard in plaats van de 23.
Bovendien besliste men in Europa dat dit verschil onder al de rest werd verdeeld.
Toen waren we maar met 10. Nu is het gewijzigd: niet alle landen moeten de volle
pot bijbetalen. Er zijn weer uitzonderingen: zij moeten maar 25% van die kosten
betalen.
Er zijn nog uitzonderingen, zoals Duitsland.

Nederland en België: erg belangrijk. Derde zijn de Britten. Enorme Benelux
opbrengsten.

Tabel 2: overzicht van hoe het zit: als je alles optelt. Wei betaald en hoeveel.
Duitsland is nog steeds de grootste betaler, ondanks ze minder Btw moeten betalen
en ook niet heel de Britse terugbetaling. Dan volgt Frankrijk, die eigenlijk geen enkele
uitzondering hebben. Erna de Britten, mits de repay is dat toch nog steeds veel geld.

Polen: belangrijkste nieuwe lidstaat. Ondanks ze 40 miljoen inwoners hebben,
betalen ze minder dan België.

In 2019 is het een zeer opvallend gegeven: als je naar de 6 oorspronkelijke landen
van de EU kijkt, betalen nog steeds bijna 60% van het hele Europese verhaal.
Als je daar de Ieren, de Britten en de Denen bijtelt, kom je aan 73%.

Per capita per inwoner: dan is Luxemburg de grootste betalen. België staat op de
derde plaats. Enorm verschil tussen Bulgarije en Luxemburg.

Landbouw: een heel systeem waar de prijzen afgesproken zijn, enerzijds moet
voedsel betaalbaar zijn en anderzijds moet de boer een correcte prijs krijgen.
Ze volgen de overschotten goed op. Europa is een van de weinige gebieden die
overschot hebben in de landbouw.


3

, Frontex: grensbewaking. Heeft weinig middelen en volk.


Rubriek 4: ontwikkelingsbeleid van de EU: 6% gaat er naartoe.
5e is de administratie en erna zijn er nog enkele dingen.

Nieuwe onderhandelingen: zouden er nieuwe rubrieken bijkomen?

Land met grootste defensiebudget: Frankrijk.

Enkel GB en Frankrijk hebben kernwapens, maar er zit een groot verschil.
Bij Frankrijk is dit volledig is volledig autonomie: zowel eerste en tweede sleutel.
GB: heeft wel vliegtuigen en rakketen, maar die duikboten hebben ze de sleutel niet.
Amerikaanse president Kennedy zijn vader was ambassadeur voor GB. Kennedys
hebben nooit van de Engelsen moeten weten. Ze kregen hun kernwapens, maar er
kwamen Amerikaanse militairen op die duikboten. Zij hebben de tweede sleutel en
beslissen dus mee. Bij Frankrijk is dit niet het geval.

België heeft ook macht, wij beheren de vliegtuigen.

Amerika: 18% van de uitgaven gaat naar defensie. Grootste deel is sociale
zekerheid.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hlnedemeester. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.77  1x  sold
  • (0)
  Add to cart