100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis havo 4 $3.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis havo 4

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Tijd van burgers en stoommachines. Samenvatting van hoofdstuk 7 en 8 behalve 8.3.

Preview 2 out of 8  pages

  • June 6, 2021
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Geschiedenis
Hoofdstuk 7 de economische sprong van Europa

7.1 de industriële revolutie
KA’s:
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving
36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme

Van thuiswerkplaats naar fabriek
In de 2e helft van de 18e eeuw begon de Engelse economie te groeien. De kleinschalige en
handmatige productie, die kenmerkend is voor de agrarisch-urbane samenleving, veranderde in de
gemechaniseerde massaproductie van de industriële samenleving.

Economische groei
Rond 1700 in Engeland: 80% woonde op platteland, spinners en wevers werkten voor koopman-
kapitalisten.
De groei van de Engelse economie werd veroorzaakt doordat:

1. De opbrengsten van de landbouw stegen als gevolg van het toepassen van
wetenschappelijke kennis en de introductie van nieuwe gewassen en betere
landbouwwerktuigen.
2. Er was meer voedsel en een verbeterde ziektebestrijding waardoor de bevolking snel kon
groeien. De bevolkingsgroei was gunstig voor boeren en handelaren, die de vraag naar
voedsel en goedkope kleding zagen stijgen.
3. De koloniën in Azië en Amerika produceerden steeds meer goedkope grondstoffen zoals
ruwe katoen dit gaf een impuls aan ondernemers in met name de textielnijverheid.

Textielindustrie
De winsten in de landbouw en handel werden gebruikt om de textielproductie te verbeteren. De
apparaten die hiervoor werden gemaakt waren te groot en duur om in huis te zetten dus werden ze
in speciale fabrieken gezet. Hier werden grote aantallen producten gemaakt, en ze waren van
constante kwaliteit. Dus dit was veel beter dan de huisspinners en wevers  de huisnijverheid
verdween. Na de machines op waterkracht kwamen de stoommachines in de fabriekshallen want de
fabrieken die naast het water stonden werkten het beste. Stoomkracht bleek een goede oplossing.
James Watt verbeterde de stoommachine (was al bekent bij de oude grieken) zodat het op grote
schaal kon worden ingezet in fabrieken.

Gevolgen voor de rest van de economie

- Andere bedrijfstakken gingen ook stoommachines gebruiken  mijnbouw en ijzerindustrie
groeide uit tot de belangrijkste pijlers van de economie.
- Kleine dropen en stadjes ontwikkelden zich tot fabriekssteden doordat er steenkool en
ijzererts aanwezig was.
- Om de grondstoffen en eindproducten te verplaatsen  hele land spoorwegen aangelegd.
- Sociaal gevolg  mensen vormden een nieuwe sociale groep de arbeidersklasse. Werk en
leefomstandigheden van deze mensen waren beroerd: te kleine woningen, nauwelijks
sanitair, iedereen woonde dicht bij elkaar  ziekten verspreidden snel, lange werkdagen,
kinderarbeid.

, Modern kapitalisme en economisch liberalisme
De periode van de industriële revolutie wordt gezien als de tijd waarin het modern kapitalisme en
economisch liberalisme ontstonden.

Modern kapitalisme
= economisch systeem waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije arbeid goederen en
diensten produceren met het doel zo veel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te
verkopen.
Bij de productie maken ze gebruik van productiemiddelen als grond, gebouwen, machines en
grondstoffen die ze in eigen bezit hebben. De arbeid wordt geleverd door vrije mensen die geen
productiemiddelen bezitten en moeten leven van de verkoop van hun arbeid.
Deze vorm van kapitalisme richt zich dus op de productie van goederen en diensten en onderscheidt
zich van het oudere handelskapitalisme, waarin ondernemers winst proberen te maken door
goederen te verhandelen. In het handelskapitalisme investeren ondernemers niet in machines en
grondstoffen om zelf iets te produceren, maar in schepen en personeel om handelswaar te
verplaatsen. Door de industriële revolutie veranderde het kapitalisme dus.

Economisch liberalisme
= het streven naar een economisch systeem waarbij de staat zich zo min mogelijk bemoeit met de
economie en de ondernemer maximale vrijheid heeft.
Op het mercantilisme kwam in de 18e eeuw steeds meer kritiek. De overheid moest zich niet meer
bemoeien met de hoogte van lonen en iedereen moest zelf kapitaal kunnen bezitten. Door vrije
concurrentie werden mensen gedwongen steeds betere producten te maken tegen steeds lagere
prijzen. (ideeën schotse filosoof Adam Smith). Ze vonden dat mercantilistische wetten hun
activiteiten belemmerden en streefden in het Britse parlement naar afschaffing. En ze bestreden de
macht van de ambachtsgilden, die de concurrentie probeerden uit te bannen om eigen leden te
beschermen. De britse gilden werden in 1835 afgeschaft. Door het economisch liberalisme ontstond
er in de 19e eeuw een samenleving met veel vrijheid voor ondernemers, maar weinig bescherming
voor de arbeiders. Economisch ging het beter in Engeland maar de leef en werkomstandigheden
waren soms zo slecht dat de Britse regering al voor 1850 besloot in te grijpen  modern kapitalisme
ook nadelen.

7.2 nationalisme
KA: 36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme

Wat is nationalisme?
Nationalisme  de gedachte dat mensen tot verschillende volken behoren en dat elk volk een
gemeenschappelijke geschiedenis, taal en cultuur heeft.
Nationalisten hebben een sterke voorliefde voor hun cultuur van hun eigen volk en vinden het
belangrijk dat dat volk in een eigen nationale staat leeft.

Nationale gevoelens
Op komst nationalisme  te maken met veranderingen in de politiek. Het volk was in de
revolutieperiode veel belangrijker geworden een inwoner van een land was niet langer onderdaan
van een vorst maar een burger. Ook al waren de Fransen heel verschillend ze zagen zichzelf in de
revolutietijd toch als 1 volk, dat sterk moest staan tegen de vele vijanden. Hierdoor was het
belangrijk om overeenkomsten binnen een volk te onderstrepen en verschillen te negeren.  19e
eeuw kwam dan ook overal in Europa een beweging op gang om de identiteit van het eigen volk
vorm te geven. Dichters, schilders en beeldhouwers brachten de roemrijke daden van hun

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberacosta. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.95
  • (0)
  Add to cart