Hiermee een 18/20 behaald, enkel deze vragen zijn de theorie leerstof voor het examen
(exclusief de te kennen foto's)
Antwoorden op alle voorbeeld examenvragen van het vak plantenbescherming 1 in het jaar
1. Waarvoor staat plantenbescherming en de inzet van plantenbeschermingsmiddelen
(chemische en andere) en schets de noodzaak in relatie tot duurzame voedselproductie en
het gebruik van de open ruimte.
Plantenbescherming staat voor de bescherming van cultuurgewassen tegen ziekten, plagen, dierlijke
organismen, onkruiden en zelfs abiotische factoren zoals bv de bodemtoestand. Deze bescherming is
vooral nodig omdat landbouw eigenlijk tegen de natuur ingaat (bv veel cultuurgewassen worden
geteeld in een vreemde biotoop) en ook door de beperktheid van productiemiddelen door een
stijgende wereldbevolking (= stijgende schaarste aan landbouwgrond). Daarom gaat
plantenbescherming vaak hand in hand met het gebruik van plantenbeschermingsmiddelen zoals
pesticiden of het gebruik van natuurlijke vijanden. Deze middelen (die door de regels van IPM
gereguleerd worden) zorgen voor oogstzekerheid, voldoende aanvoer van kwalitatieve en gezonde
voedingsproducten en garanderen de hoogste opbrengst met het minste landbouwgrond.
2. Schets welke verliezen er kunnen optreden bij plantaardige productie in relatie tot de
potentiële opbrengst/ haalbare opbrengst /primitieve opbrengst en bespreek in dit verband
het verschil tussen de biologische schadedrempel en de economische schadedrempel.
Potentiële opbrengst: de opbrengst die je zou hebben moest je de plant maximaal verzorgen in de
ideale (onhaalbare) omstandigheden
Haalbare opbrengst: de opbrengst die je zou krijgen met maximaal licht, water en voedingsstoffen
voor de plant, zonder ziekten, plagen of onkruiden en dus zonder verliezen
Primitieve opbrengst: de opbrengst die je krijgt als je gewas zaait en niets doet
De actuele opbrengst: ligt tussen de primitieve en haalbare opbrengst.
Verschil tussen bio en econ schadedrempel:
Bij de biologische schadedrempel heb je al schade aan de planten en dus minder opbrengst. Pas bij
de economische schadedrempel wordt de kost van de behandelingen gecompenseerd door de
opbrengst die je kan halen door het uitvoeren van de behandeling.
Mogelijke verliezen:
Verlies door ziekte, onkruid, insecten en verlies door het ontbreken van bescherming
,3. Schets de beperkingen van Biologische land –en tuinbouw bouw versus conventionele land –
en tuinbouw in het verhaal van plantenbescherming ( in een context van de noodzakelijke
stijging van voedselproductie /klimaatverandering/verlies biodiversiteit) en de nuancering
door Prof. Spanoghe.
Biologische landbouw heeft een groter klimaatimpact dan conventionele landbouw doordat
biologische landbouw meer land nodig heeft om dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren. In een
100% biologisch scenario zullen er meer bomen gekapt moeten worden en zal er meer kans zijn op
bodemerosie. De oplossing ligt in een combinatie van de best beschikbare middelen, zowel uit de
chemische als de biologische landbouw en een evenwicht zoeken tussen effectiviteit, haalbaarheid
en betaalbaarheid.
4. Licht de volgende uitspraak toe : “Gewasbeschermingsmiddelen dragen bij aan gezonde
voedingsproducten”.
Gewasbeschermingsmiddelen zorgen ervoor dat er geen schimmels of schadelijke insecten op of in
de vruchten zitten. Ze reduceren ook het voorkomen van natuurlijk voorkomende toxines. De
residuen van het gebruikte gewasbeschermingsmiddel die mogelijk op het voedingsmiddel
achterblijven zijn miniem en worden gereguleerd dmv MRL’s (= maximale residu limieten)
5. Wat zijn de doelstellingen van de Green deal in relatie tot gewasbescherming en formuleer
je eigen mening hierover naar haalbaarheid.
De Green Deal wilt van Europa tegen 2050 een klimaatneutraal continent maken door het toepassen
van de Farm-To-Fork-strategie. Deze heeft als doelstellingen:
het gebruik en de risico's van pesticiden tegen 2030 met 50 procent te verminderen, het
gebruik van kunstmest met 20 procent te verminderen en de Europese landbouwgrond voor bio
landbouw bestemd moet stijgen van 8% naar 25%.
Eigen mening: dit is niet haalbaar aangezien een stijgende wereldbevolking gelijk staat met een
stijgende nood aan voedsel en stijgende nood aan landbouwgrond. Daarbij zijn pesticiden
noodzakelijk voor veilige voedingsmiddelen en zijn ze niet schadelijk zolang de regels van IPM
gevolgd worden. De oplossing ligt in het intensifiëren van de landbouw met hetzelfde landoppervlak,
en daar horen pesticiden bij.
,6. Verklaar volgende uitspraak toe : “Voedselproductie op een intensieve wijze is een
noodzakelijke keuze: op ethisch vlak én met het oog op bescherming van de natuur” (Prof.
Benton) .
De intensifiëring van voedselproductie zal meer en meer nodig zijn naarmate de klimaatcrisis
toeneemt. De ethische oplossing is dus om meer voedsel te produceren op dezelfde hoeveelheid
landbouwgrond en zo co2-uitsoot te verminderen en te voorkomen dat meer natuur wordt vernield
om meer landbouwgrond te hebben.
7. PPP’s blijven volgens Prof Keulemans et al. (2019) nodig. Hij haalt hiervoor tal van
argumenten aan. Formuleer de twee belangrijkste uitgangspunten vanuit de wetenschap
en ook 5 argumenten waarom PPP’s nodig blijven én kunnen gebruikt worden (5 van de 9 die
in cursus zijn opgenomen).
Twee belangrijkste uitgangspunten:
- Tegen 2100 zullen we voedselzekerheid en gezond voedsel voor 11 miljard mensen moeten
voorzien zonder de toename van landbouwgrond
- Er is geen andere optie dan de wereldwijde opbrengstefficiëntie te vergroten
5 argumenten:
1. Het toegenomen gebruik van PPP's was een van de drijvende krachten achter de ‘groene
revolutie’ en droeg bij aan de 2,5-maal hogere opbrengst van gewassen in ontwikkelde
landen.
2. De verschuiving van breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen naar specifiekere
gewasbeschermingsmiddelen houdt in dat boeren meer moet spuiten met deze specifiek
werkende gewasbeschermingsmiddelen.
3. PPP's zijn tegenwoordig veel veiliger dan in het verleden en er is een strikte controle op
residuen. Een veiligheidsfactor van 100 zorgt voor een veel lager risiconiveau dan andere
dagelijkse risico's waaraan mensen worden blootgesteld.
4. Ook de applicatietechnologie van PPP's is aanzienlijk verbeterd, wat bijdraagt aan een
lagere impact op het milieu en risico's voor aanvragers.
5. Zonder PPP's zullen de opbrengsten worden verlaagd, afhankelijk van het gewas, en
verminderingen van tussen 19% (tarwe) en 42% (aardappel) zijn gemeld
8. Alle begrippen uit tabel 2 kunnen verklaren .
Zie tabel 2 cursus
, 9. blz. II-27 : waarvoor staan de vermelde eenheden (1 uit de rij) : 1%, 1°/°°, 1 ppm, 1 ppb, 1 ppt
, 1 ppq en geef een voorbeeld
1% : 1 op 100 bv. Dranken
1°/°° : 1 op 1000 bv. Alcohol in bloed
1 ppm : parts per milion bv. Nitraat in drinkwater
1 ppb : parts per bilion bv. Zware metalen in drinkwater
1 ppt : parts per trilion bv. PAK’s in drinkwater
1 ppq : parts per quadrilion bv. Pesticiden in drinkwater
10. Waarvoor staan biociden en geef duidelijk het verschil aan met
gewasbeschermingsmiddelen?
Gewasbeschermingsmiddelen beschermen gewassen tegen schadelijke organismen of bestrijden
onkruid, ingedeeld in functie van het doelorganisme; herbiciden, insecticiden, fungiciden,…
Biociden bestrijden ook schadelijke organismen maar hebben geen betrekking op levende planten,
bv. Ontsmettingsmiddelen, muizengif,… hebben werkzame stoffen om een schadelijk organisme
te vernietigen, af te schrikken of om de effecten te voorkomen
11. Hoe is een gewasbeschermingsmiddel vandaag samengesteld?
Samengesteld uit een actieve stof (= de werkzame stof) + hulpstoffen (= verdunningsmiddel die de
efficiëntie van de actieve stof verhogen)
12. Wat zijn oppervlakteactieve stoffen of surfactants in relatie tot
gewasbeschermingsmiddelen.
Dit zijn verbindingen die, binnen vloeistoffen en ook bij contact tussen een vloeistof en een
oppervlak, de oppervlaktespanning sterk verlagen. Ze komen voor in verschillende soorten
formuleringen en zijn van belang bij het vormen van emulsies en na toepassing voor het beter
openspreiden van de gespoten waterdruppels.
13. Wat is een adjuvant?
Hulpstoffen of adjuvants zijn verbindingen die de werking, stabiliteit en effectiviteit van het pesticide
verbeteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anneverrrr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.27. You're not tied to anything after your purchase.