Samenvatting bedrijfseconomie domein B
Opleiding:
Als je een opleiding volgt investeer je in human capital. Grote kans dat je op termijn meer gaat verdienen. Je stopt
niet met leren, is een levenslang proces, door ontwikkeling persoonlijkheid en permanente educatie. Je zult je vak bij
moeten houden. Het volgen van een opleiding is ook goed voor je land want je levert hoogwaardige producten en je
kan vermoedelijk efficiënter werken waardoor de winst toeneemt.
Verzekeren:
Bij verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde schadeloos te stellen
wegens verlies, schade of een onverwachts voorval.
Twee soorten verzekeringen:
- Schadeverzekering: verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van de geleden schade. Uitkering is nooit
meer dan het schadebedrag.
- Sommenverzekering(levensverzekering): uitkering is afhankelijk van het moment waarom het voorval zich
voordoet. Vraag of je nog in leven bent op het moment dat de uitkeringen beginnen en zo ja, hoelang.
Verzekeringsovereenkomst leg je vast in een polis. Hierin staat o.a. afgesproken risico’s, onzekere elementen,
maximale vergoedingen en hoogte premie. Over premie + bijkomende kosten betaal je 21% assurantiebelasting.
Soorten schadeverzekeringen: (voorbeelden zijn er nog meer)
- Brandverzekering. Dekt schade die door brand is ontstaan. Word meestal ondergebracht in uitgebreide
verzekering. Maximaal uitgekeerde bedrag is gelijk aan de verzekerde som. Meestal ook indexclausule: de
verzekerde som en de premie groeien mee met de algemene prijsstijgingen.
- Transportverzekering. Dekt financiële gevolgen voor ondernemingen van schade. Niet alleen goederen maar
ook transportmiddel, laad en loskosten en de imaginaire winst verzekerd. Bij autoverzekering moet je auto
minimaal tegen WA verzekeren, waardoor schade van automobilist aan anderen vergoed word.
- Bedrijfsschadeverzekering. Dekt financiële gevolgen van bedrijfsstilstand door brand, schade etc. Keert
bedrag uit voor elke dag dat bedrijf stilligt. Bedrag wordt bepaald door bedrag van de kosten die bij stilstand
van het bedrijf gewoon doorgaan (bv lonen, huurkosten). Kan ook uitkering voor niet gemaakte winst door
stilstand.
- Kredietverzekering. Dekt risico dat onderneming deel van de uitstaande vorderingen niet ontvangt. Voor alle
verkopen op rekening of voor verkopen op rekening aan enkele met naam genoemde klanten. Verzekering
gaat niet over tot 100% uitkering bij niet betalen van klant. Deel risico dus voor de onderneming. Verkoper
stelt kredietlimiet aan hoogte van verstrekken krediet aan klant. Exportkredietverzekering denkt
commerciële risico, politieke risico. Herverzekeren betekent dat verzekeraar verzekert zelf ook weer geheel
of gedeeltelijk.
- Productaanspraakelijksheidsverzekering. Dekt schadelijke gevolgen van producten. Vooral voor bedrijven
maar ook handig voor winkels, zijn aansprakelijk voor verkochte goederen. Ook handelaren die uit bepaalde
landen producten importeren zonder Europees keurmerk kunnen aansprakelijk zijn.
- Aansprakelijkheidsverzekering. Wanneer een persoon schade toebrengt aan andere personen toebrengt is
diegene daarvoor aansprakelijk. Soms wettelijk verplicht (bij auto en motor). Ook bij onderneming van
belang (bv te diep graven waardoor een huis vlakbij instort). Dekt uitsluitend de schade toegebracht aan
derden.
- Rechtsbijstandverzekering. Helpt persoon bij juridische geschillen. Kan hulp in natura of hulp in geld.
Om schade-uitkering te berekenen heb je drie bedragen nodig:
- Schadebedrag: waarde van alle goederen die verloren zijn gegaan.
- Gezonde waarde: waarde van alle verzekerde goederen op het moment juist voordat de schade ontstaat.
- Verzekerde som: waarde waarvoor alle goederen verzekerd zijn.
Verzekeringsbreuk: verzekerde som/gezonde waarde.
Schadebedrag: : verzekerde som/gezonde waarde x schadebedrag = schade-uitkering.
Verzekeringsbreuk groter dan 1 afgerond naar 1. Hoger dan 1 wordt schade-uitkering groter dan het schadebedrag.
Oververzekering: als verzekerde som hoger is dan de gezonde waarde. Kan omdat waardes van tevoren niet
makkelijk zijn te bepalen, of omdat goederenvoorraden door seizoensinvloeden variëren.
Onderverzekering: als verzekerde som lager is dan gezonde waarde. Onderneming vergeet som te verhogen terwijl
waarde van het object toeneemt. Je krijgt onderverzekeringsbreuk: de breuk is kleiner dan 1. Je krijgt dus maar een
gedeelte van het schadebedrag. Premier risque verzekering: soms wordt toch het hele schadebedrag uitgekeerd.
Word nooit meer uitgekeerd dan de verzekerde som
, Soorten sommenverzekeringen: (voorbeelden zijn er nog meer)
- Levensverzekering. Verzekering keert overeengekomen bedrag uit op een moment dat verband houdt met
het al dan niet in leven zijn van een bepaalde persoon. 4 betrokken partijen: verzekeraar, verzekeringnemer,
verzekerde, begunstigde. Verzekeringsnemer en verzekerde vaak dezelfde persoon. Kan ook vasthangen met
als persoon een bepaalde leeftijd heeft bereikt hij een uitkering krijgt. Als die voor die leeftijd dood is krijgt
hij niks. Ook mengvormen. Koopsom: het bedrag bij het sluiten van de verzekering. Of je doet periodieke
betaling. Is één bedrag.
- Lijfrenteverzekering. Reeks van bedragen. Begunstigde ontvangt of vanaf bepaalde datum tot moment van
overlijden of tot bepaalde datum een periodieke uitkering.
- Pensioenverzekering. O.a. het AOW. Maximale uitkering alleen verstrekt als persoon 50 jaar
achtereenvolgens 50 jaar in NL heeft gewoond of bij vertrek naar buitenland AOW-premie is blijven
doorbetalen. Veel werknemers sluiten ook aanvullende pensioensverzekering af. Pensioenstelsel in Nl is het
beschikbare-uitkeringssysteem. Is loondiensttijdsysteem waarbij uitkering afhankelijk is van afgedragen
premies in de periode dat de begunstigde aangesloten is geweest bij een bepaald pensioenfonds.
- Compagnonsverzekering. Heeft te maken met vennootschap onder firma. Onderneming waarbij twee of
meer personen eigenaar zijn. Is levensverzekering op het leven van de vennoten. Hierdoor kunnen de
erfgenamen van de overleden vennoot de vennoot uitkopen bestaan van de firma komt niet in gevaar. Komt
ook voor bij een maatschap en een bv.
Hypotheeksoorten(hypothecair krediet):
- Lineaire hypotheek. Elke periode een gelijk bedrag aan aflossing betalen. Heeft belastingvoordelen. Je mag
de interestkosten van je belastbaar inkomen aftrekken. Belastingtarief is bepalend voor de hoogte van het
voordeel. Als je rente aftrekt moet je die rente corrigeren voor het eigenwoningforfait (bedrag aan
inkomsten die je uitspaart door niet te huren). Eigenwoningforfait berekenen als percentage over de WOZ-
waarde (waardering onroerende zaken).
- Annuïteitenhypotheek. Elke periode een gelijk bedrag aan aflossing en interest samen. Interest wordt per
jaar lager waardoor de aflossing per jaar groter wordt. Belastingvoordeel wordt per jaar lager want interest
wordt elk jaar lager. Jaarlijkse lasten in de beginjaren zijn lager dan de lineaire hypotheek.
! Alleen de interest (en niet de aflossing) mag van het belastbaar inkomen worden afgetrokken.
Kredietvormen voor particulieren(consumptief krediet):
- Doorlopend krediet. Bank en consument spreken af dat consument krediet mag opnemen tot een bepaald
bedrag. Geleende bedrag hoeft niet in een keer worden opgenomen. Afgeloste bedragen kunnen steeds
weer opnieuw worden opgenomen. Voordeel: niet steeds opnieuw afsluitkosten betalen.
- Persoonlijke lening. Consument leent een bedrag bij zijn bank voor een bepaald doel. Neemt hele bedrag in
een x op. Afgeloste bedragen niet weer opnemen, wil die dat wel nieuwe lening sluiten. Terugbetaling in
gelijke termijnen. Deels aflossing deels interest.
- Koop en verkoop op afbetaling. Koper en verkoper komen overeen dat de koopprijs van een roerende zaak
wordt betaald in termijnen. Daarvan vervallen er ten minste twee nadat de koper het product/zaak heeft
meegekregen. Duurzame consumptiegoederen kunnen op afbetaling worden gekocht. Verschil met gewone
koopovereenkomst is wijze van betaling, bij krediet verplicht na aankoop nog twee termijnen, zo niet het is
gewone koopovereenkomst. Hoge zekerheid.
- Huurkoop. Verkoper blijft eigenaar totdat de laatste termijn is betaald. Verkoper kan via rechter artikel
terugeisen dus meer zekerheid lagere financieringskosten. Verkoper doet beroep op bank om transacties op
afbetaling te financieren.
- Private lease. Variant van koop of afbetaling: zonder aanbetaling.
Verschil consumptief krediet & hypothecair krediet:
Hypothecair Consumptief
Looptijd is lang: 10 jaar en meer Looptijd is kort: 1 tot 10 jaar
Voor onroerende goederen: woningen, Voor roerende goederen: meubels, auto’s
bedrijfsgebouwen
Gedekte lening: woning is onderpand(veel zekerheid Ongedekte lening: weinig of geen zekerheid voor
voor geldgever) geldgever
Interest:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annavanbeek2230. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.