Bedrijfseconomie samenvatting domein F
Fifo/lifo systeem
Kostenberekening gaat over de manier van toereken van de kosten aan producten. Diensten zijn ook producten.
Voor elk product bepalen we zo goed mogelijk wat de kosten zijn. We maken een schatting van de kosten ->
voorcalculatie. Wanneer het product gereed is, kun je de werkelijke kosten bereken -> nacalculatie. Hierna kun je
een verschillenanalyse maken waar de afwijkingen vandaan komen en een maatregel nemen.
Bij het fifo-systeem(first in, first out) boeken we de goederen bij verkoop af tegen de prijs van de langst aanwezige
partij. De onderneming gaat er administratief van uit dat de goederen die het eerst zijn ingekocht en het eerst
worden verkocht. Als inkoopprijs geld hier de inkoopwaarde van de goederen die het langst in het magazijn
aanwezig zijn.
Bij het lifo-systeem(last in, first out) bepalen we de inkoopwaarde van de verkopen door de inkoopprijs van de laatst
ingekochte goederen te nemen. Hierbij gaan we er administratief vanuit dat de goederen die het laatst zijn binnen
gekomen het eerst eruit gaan.
Een lifo methode kan in een periode met dalende inkoopprijzen een hogere brutowinst behalen dan wanneer zijn
fifo gebruiken. Bij stijgende prijzen geld dit voor de fifo methode
.
Vaste verrekenprijs deze methode is handiger dan fifo en lifo omdat het minder tijd kost. De vaste verrekenprijs is
een schattig van de gemiddelde inkoopprijs. De goederenvoorraad wordt bijgehouden of geregistreerd tegen de
vaste verrekenprijs. Op de balansdatum moet de waardering van de voorraad plaatsvinden volgens de historische
uitgaafprijs.
Het nadeel van de vaste verrekenprijs is dat gedurende de periode de inkoopprijs verkopen en dus ook de
brutowinst schattingen zijn van de werkelijkheid en daar behoorlijk van af kunnen wijken.
Je hebt 2 soorten ondernemingen: handelsonderneming(koopt en verkoopt zonder omvorming, geen grondstoffen
maar materialen) en dienstverlenende onderneming.
Financiële feiten:
Gebeurtenissen waardoor balansposten veranderen noemen we ook wel financiële feiten, een aantal soorten zijn:
- Inkoop en ontvangst van producten hierbij kan het gaan om producten die contant worden ingekocht dus
dat zijn producten die direct worden betaald en producten die op rekening worden gekocht. Dit zijn
producten die enige tijd na aankoop betaald worden.
- Verkoop en aflevering van producten hierbij kan het gaan om producten waarbij afnemers direct betalen bij
verkoop dus contante verkoop op afnemers die later betalen na de verkoop dat noemen we verkoop op
rekening.
- Aflossing van een lening.
- Afschrijven: waardevermindering van bezittingen.
- Btw-aangifte doen: doorgeven aan de fiscus hoeveel btw afgerekend moet worden, dit kun je berekenen
met de formule: te betalen btw – te vorderen btw = af te dragen of te ontvangen btw.
- Privé: hierbij kan het gaan om 2 soorten:
1. Privéopname: geld onttrekken aan het bedrijf voor privégebruik.
2. Privéstorting: geld uit privémiddelen(eigen middelen) in je eigen onderneming stoppen.
Administratieve stelsels:
2 verschillende soorten:
- Kasstelsel: geeft een overzicht van ontvangsten en uitgaven per kas en bank
- Periodetoerekeningsstelsel: rekent ontvangsten en uitgaven toe aan perioden als opbrengsten en kosten ->
belangrijk is dat je kosten en opbrengsten toerekent aan de periode waarop ze betrekking hebben en strikte
scheiding van kosten/opbrengsten en uitgaven/ontvangsten
Permanence:
Permanence is een systeem om snel en op elk gewenst moment een balans en het resultaat te kunnen opmaken. De
kosten/opbrengsten en uitgaven/ontvangsten worden gescheiden en gelijkmatig verdeeld over de perioden. Hierbij
zijn 4 ‘overlopende’ balansposten -> transitorische balansposten:
1. Vooruitbetaalde bedragen(debet): eerst 1 betaling boeken, daarna de kosten over de perioden verdelen
, 2. Te ontvangen bedragen(debet): eerst de opbrengsten over de perioden verdelen, daarna 1 ontvangst boeken
3. Te betalen bedragen(credit): eerst de kosten over de perioden verdelen, daarna 1 betaling boeken
4. Voortuitontvangen bedragen(credit): eerst 1 ontvangst boeken, daarna de opbrengsten over de periode verdelen
Debet Credit
Voortuit betaalde bedragen is een uitstelpost Nog te betalen is een anticipatiepost
Deze 2 posten noemen we transitorische posten(zijn balansposten die we gebruiken om een tijdsverschil te
overbruggen tussen het moment van boeken van de kosten/betaling of opbrengst/ontvangst). Dit verdelen we in 2
dingen die betrekking kunnen hebben op kosten en opbrengsten:
1. Uitstelposten: hier betalen we de kosten vooruit.
2. Anticipatieposten: we betalen de kosten achteraf.
De gelijkmatige verdeling van de kosten en opbrengsten is een onderdeel van accrual-accounting. Dat is dat we de
gevolgen van transacties verwerken in het boekjaar waarin zij zich voordoen en niet wanneer de daarmee
samenhangende uitgaven worden gedaan of liquide middelen zijn ontvangen.
Op de balans heb je 2 posten:
Debet Credit
Nog te ontvangen bedragen is een anticipatiepost Vooruit ontvangen bedragen is een uitstelpost
Deze 2 posten zijn ook transitorische posten die we verdelen in 2 dingen:
1. Uitstelposten: we ontvangen de opbrengsten vooruit.
2. Anticipatieposten: we ontvangen de opbrengsten achteraf.
Matchingbeginsel hier is sprake van een juiste matching als we de kosten in de winst-en-verlies rekening verwerken
op basis van een direct verband tussen deze kosten en de daarmee samenhangende opbrengst.
Mogelijke varianten:
- Ontvangsten die géén opbrengsten zijn
- Opbrengsten die ook ontvangsten zijn, de ontvangsten zijn dan ook in die zelfde periode
- Opbrengsten die géén ontvangsten zijn
- Kosten die ook uitgaven zijn, de uitgaven zijn dan ook in die zelfde periode
- Kosten die géén uitgaven zijn
- Uitgaven die géén kosten zijn
Interne balans:
Is een overzicht van bezittingen en vermogen op één bepaald moment, dit bestaat uit 2 kanten:
- Debetzijde: vaste activa(langer dan 1 jaar) -> , vlottende activa(korter dan 1 jaar), liquide middelen
- Creditzijde: eigenvermogen(met resultaat na belasting, reserves(herwaarderingsreserve en winstreserve)),
lang vreemd vermogen(langer dan 1 jaar), kort vreemd vermogen(korter dan 1 jaar)
De herwaarderingsreserve betekend dat vaste activa door prijsstijgingen in waarde stijgen. Deze waardestijging is
alleen resultaat dat uitgekeerd kan worden, als het gebouw wordt verkocht en je geen ander gebouw koopt. In alle
andere situaties is waardestijging geen gerealiseerd resultaat, maar een toename van het eigen vermogen.
Bij schulden is het moment van betalen wel bekend, maar bij voorzieningen niet. Ook is niet bekend hoe hoog het
bedrag is.
Liquiditeitsbegroting:
Bestaat uit een overzicht van verwachte ontvangsten en uitgaven:
Ontvangsten: debiteuren, contante verkopen, opgenomen leningen ………
Uitgaven: crediteuren, contante inkopen, betaalde lonen, sociale laste, vakantie-uitkering, ………
aflossing, interestbetaling, investering, betaalde verkoopkosten, belasting
Toe- of afname liquide middelen ………
Beginsaldo liquide middelen ………
Eindsaldo liquide middelen ………
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annavanbeek2230. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.