Samenvatting Nectar 3e editie VWO 5 Hoofdstuk 15: Waarnemen.
In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat:
15.1 Zintuigcellen (SE)
15.3 Het gezichtszintuig (SE)
15.4 Netvlies en receptieve velden (SE)
15.5 Zintuigen en regeling (SE/CE)
*Paragraaf 15.2 Het gehoorzintuig: niet inbe...
, BIOLOGIE HOOFDSTUK 15: WAARNEMEN
§15.1 ZINTUIGCELLEN
Evenwichtsorganen: registreren hoe de stand van je hoofd is tov de richting vd zwaartekracht. Bestaat uit:
1. Centraal deel
2. Vestibulum
Hierin bevindt zich de maculae (zintuigorgaantjes); hiermee neem je rechtlijnige versnellingen/vertragingen waar
3. Drie halfcirkelvormige kanalen.
Aan basis van elk kanaal bevindt zich de cupula: geleiachtige massa in knobbel met zintuigcellen en zintuigharen.
Endolymfe: vloeistof in vestibulum en halfcirkelvormige kanalen.
Drie halfcirkelvormige kanalen (voor draaibewegingen):
1. Boven kanaal: ja knikken
2. Zijkanaal: nee schudden
Vaststellen van rechtlijnige beweging Vaststellen van een draaibeweging
Er vindt een rechtlijnige beweging plaats Er vindt een draaibeweging plaats
Kalksteentjes op geleilaag id macula komen in beweging Endolymfe id copula beweegt niet gelijk mee
Geleilaag komt ook in beweging Endolymfe komt in beweging en neemt de cupula mee
De zintuigharen buigen Zintuigharen buigen
Zintuigcellen sturen impulsen naar het evenwichtscentrum Zintuigvellen sturen impulsen naar het evenwichtscentrum vd
vd hersenstam hersenstam
3. Achter kanaal: je hoofd van links naar rechts naar de schouder laten zakken.
Evenwichtscentrum id hersenstram: ontvangt info uit ogen/gewrichten/pezen/spieren/huid en verwerkt dit.
Hierdoor kan je – zonder je evenwicht te verliezen – naar een bepaald punt kijken terwijl je beweegt.
Kleine hersenen: spelen grote rol bij terugkoppelen vd informatie naar diverse spieren; zodat ze op tijd kunnen bijsturen.
Misselijkheid: evenwichtscentrum kan informatie uit diverse zintuigen niet goed meer combineren.
Evenwichtsorgaan geeft door traagheid vd endolymfe nog info dat je beweegt, terwijl ogen/spieren info geven dat je stilstaat
ZINTUIGCELLEN
Receptorcellen; zintuigcellen: ontvangen prikkels zoals druk, beweging, licht, geur en temperatuur verandering. Ze maken verwerking
van informatie mogelijk. Soorten receptorcellen:
1. Mechanoreceptoren: gevoelig voor mechanische prikkeling, het buigen van zintuigharen (in cupulae/macula).
2. Thermoreceptoren: reageren op temperatuur (in je huid)
3. Chemoreceptoren: reageren op bepaalde stoffen (in je tong/neus)
4. Fotoreceptoren: reageren op licht (in je ogen).
Adequate prikkel: elke type receptorcel is gevoelig zijn eigen type adequate prikkel. Adequate prikkel in:
Receptorcel: leidt tot verandering vh membraanpotentiaal.
Mechanoreceptoren: Na+ poorten openen direct door vormverandering vh membraan
Thermoreceptoren: Na+ poorten openen direct door warmtegevoelig eiwit
Chemoreceptoren: secundaire boodschapper openen Na+ poort na cascade aan reacties
Fotoreceptoren: secundaire boodschapper openen Na+poort na cascade aan reacties door lichtgevoelig pigment.
Cascade aan reacties in een aantal stappen:
1. Receptor, gekoppeld aan G-eiwit, in celmembraan wordt geactiveerd door adequate prikkel
2. Receptor wordt geactiveerd; hierdoor wordt een onderdeel vh G-eiwit vervangen door GTP
3. G-eiwit is nu actief; het activeert een enzym die second messenger produceert.
4. Second messenger initieert intracellulaire transductiecascades
5. Hydrolyse van GTP tot GDP ih G-eiwit, hierdoor wordt het enzym gedeactiveerd.
Prikkeldrempel: is deze bereikt: volledige depolarisatie vh membraan opent Ca2+ poorten calcium stroomt naar binnen en de
receptorcellen lozen een exciterende neurotransmitter in een synaps met een sensorisch neuron.
Hoe sterker de prikkel bij de receptorcel, hoe meer neurotransmitter er vrijkomt, hoe hoger de frequentie van impulsen.
Bij adaptatie (gewenning): prikkeldrempel gaat omhoog doordat receptorcel minder op een adequate prikkel reageert.
Oppervlakkige tastzintuigjes: vertonen snel adaptatie (je voelt je kleding niet).
, §15.3 HET GEZICHTSZINTUIG
Veel licht: kringspier trekt samen puil wordt kleiner
Weinig licht: lengtespier trekt samen pupil wordt groter
Pigmentcellen: bieden extra bescherming ih netvlies
Veel licht: pigmentcellen verspreiden pigmentkorrels in hun uitlopers (duurt even) pigment vangt veel licht weg.
LICHT BREKEN
Het netvlies (met fotoreceptoren) ontvangt (als je oog goed werkt) een scherp, verkleind en omgekeerd beeld vh voorwerp dat je
bekijkt. Dit komt omdat het licht dat je oog betreedt gebroken wordt op verschillende plekken:
Hoornvlies: dmv convergeren (=het verschil in dichtheid van lucht en water wat licht breekt).
Bolle ooglens: convergeert verder, brengt het licht nog meer samen.
Kamervocht: zit tussen hoornvlies en lens; breekt het licht ook
Glasachtig lichaam: zit tussen lens en netvlies; breekt het licht ook01
Netvlies: hierop valt het beeld wat ontstaat – omgekeerd – op.
Straalvormig lichaam: hierin zit de ooglens met lensbandjes vast.
Scherp zien id verte Iets van dichtbij bekijken
Straalvormig lichaam ontspannen Straalvormig lichaam is aangespannen
Ih midden bevindt zich nu een opening met een grote diameter Ih midden bevindt zich nu een opening met een kleine diameter
Lensbandjes staan strak Lensbandjes ontspannen
Lens neemt een platte vorm aan Lens neemt zijn bolle vorm weer aan
Diameter van de opening neemt af Diameter van de opening neemt weer toe
Verkleint de brekingsindex van de lens Vergroot de brekingsindex van de lens
Accommoderen: scherpstellen vh beeld dmv vervorming vd lens.
SCHERP ZIEN
Gele vlek: centrale deel van je netvlies; hier bevinden zich alle kegeltjes met een grote dichtheid.
Door deze grote dichtheid ontstaan hier de scherpste beelden.
Je kan maar weinig tegelijkertijd waarnemen met de gele vlek; ‘scannen’ vh beeld is dus nodig met de gele vlek.
Blinde vlek: plek waar de oogzenuw het oog verlaat, hier bevinden zich geen receptorcellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.