Alle leerstof behandeld in de lessen en een gedeelte theorie dat enkel voor de taak bestemd is. Niet zomaar powerpoints overgenomen en in een document gegoten, maar wel degelijk alle uitleg.
Inclusief illustraties die de prof tijdens de les maakt.
A. Wat is een jaarrekening en waaruit bestaat de jaarrekening?
Boekhouden = proces waar verrichtingen plaatsvinden, op basis van documentatie
worden die verricht geregistreerd in de boekhouding en wordt die samengevat in
het journaal. De boekhouding is intern
Jaarrekening = eindresultaat van het proces. Ze bestaat uit de balans, de
resultatenrekening en de toelichting. Deze moeten extern beschikbaar worden
gemaakt
è Ze kan wel verschillen van land tot land.
Er is een verschil tussen de enkelvoudige jaarrekening of de geconsolideerde. Een
enkelvoudige jaarrekening is de jaarrekening van 1 enkele juridische entiteit. Stel
dat er een maatschappij is met een dochteronderneming (vanaf 50% van de
aandelen), dan moet de moedermaatschappij een geconsolideerde jaarrekening
neerleggen en dat is dan een tweede jaarrekening die moet neergelegd worden
waarin we een totaalbeeld krijgen van het werkelijke vermogen van de groep.
Verder in deze cursus gaan we dieper in op de geconsolideerde jaarrekening.
B. Balans
De balans is een momentopname en bestaat uit een actief- op passiefzijde.
Actief: bevat alle bezittingen van een onderneming, waar is het geld naartoe?
-> vast activa (duurzaam voor de bedrijfsoefening, blijft lang) en vlottende activa
(worden zo snel mogelijk omgezet in liquide middelen). De vaste activa staan
bovenaan in de balans en worden opgelijst volgens stijgende liquiditeit. De minst
liquide activa worden bovenaan geplaatst.
Passief: financieringsbronnen, van waar komt het geld?
-> Eigen vermogen (kapitaal of overgedragen resultaat) en vreemd vermogen,
waarbij vreemd vermogen opgedeeld is volgens >1 of <1 jaar.
o De twee belangrijkste boekhoudkundige principes zijn:
i. Boekhoudkundige gelijkheid: Totaal actief = Totaal passief
Bezittingen = Eigen vermogen + schulden
,-> de ondernemingswaarde: totaal van de activa opgeteld. Is een antwoord op de
vraag ‘hoeveel is de onderneming waard’.
-> !! =/= de aandeelhouderswaarde (wat is de waarde van de onderneming voor
de aandeelhouders): bezittingen – schulden = eigen vermogen
ii. Dubbel boekhouden = steeds minstens 2 rekeningen veranderen met 1
verrichting
o Er zijn twee vormen van waardering:
i. Historische kostprijs:
Wat is destijds betaald geweest voor het actief? Makkelijk te controleren,
objectief en neutraal.
ii. Marktwaarde:
Men houdt rekening met de werkelijke waarde, maar dat is niet altijd even
objectief en niet makkelijk te controleren
! de posten in de jaarrekening geven niet altijd weer wat je ervoor kan krijgen
C. Resultatenrekening
Dit is een filmopname, wat zijn onze opbrengsten en kosten in een bepaalde
periode?
EBIT: Earnings before interest and taxes
Bedrijfskosten: waaruit bestaan die? Kunnen opgedeeld worden naar aard (we
gooien alles samen op 1 hoop per categorie) of naar functie (onderscheid naar
functie).
, D. Boekhoudkundige beginsellen
Toerekeningsaanpak (accrual): resultatenrekening moet in België opgesteld
worden naar het toerekeningsaanpak. Zegt ons eigenlijk wanneer of hoe we iets
als kost of opbrengst in de resultatenrekening moeten boeken. Opbrengsten
moeten verdiend (goed is geleverd) en geconcretiseerd (geld gekregen of claim
op geld) zijn. Voor kosten geldt het overeenstemmingsprincipe met de
opbrengsten.
Cashaanpak: opbrengst en kost bij cashuitgaven of -inkomst. De accrual basis
geeft een realistischer beeld van de winst van de onderneming.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraates. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.19. You're not tied to anything after your purchase.