In deze samenvatting staat alle stof die je voor het tentamen nodig hebt.
De PowerPoints, de studietaken en alle informatie die in de lessen is gedeeld zijn erin verwerkt. Voor de lastigere onderwerpen, zoals de normaalverdeling en het betrouwbaarheidsinterval, heb ik extra onderzoek gedaan en dat...
EBP 1.4 SAMENVATTING
Validiteit en betrouwbaarheid .................................................................................................. 2
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek ..................................................................................... 3
Onderzoeksdesigns ................................................................................................................... 4
Evidence Based Practice ........................................................................................................... 7
Variabelen en correlaties .......................................................................................................... 9
Normaalverdeling ................................................................................................................... 11
Opbouw van een artikel.......................................................................................................... 13
1
, VALIDITEIT EN BETROUWBAARHEID
Validiteit = Meet je meetinstrument wat het beoogt te meten?
Juistheid; Accuraatheid
Let op: Sociaal wenselijke antwoorden bedreigen de validiteit bij vragenlijst onderzoek.
Bv. ‘Heeft u uw thuisoefeningen gedaan?’
Betrouwbaarheid = Geeft je meetinstrument dezelfde resultaten onder dezelfde omstandigheden?
Reproduceerbaarheid; Overeenstemming; Consistentie
Gouden standaard = Het onderzoek waarmee een bepaalde aandoening met de grootst mogelijke mate van
zekerheid kan worden vastgesteld; Duur en niet goed bruikbaar in de fysiotherapeutische setting.
Bv. Röntgenfoto is de gouden standaard bij botfracturen.
Sensitiviteit = Gevoeligheid van een diagnostische test; Het percentage terecht positieve uitslagen onder zieke
personen; Bij een sensitiviteit >90% wordt de test als heel goed beschouwd.
Hoe hoger de sensitiviteit, hoe groter de kans dat iemand die ziek is daadwerkelijk een positieve
uitslag krijgt (dus weinig foutnegatieven)
Bv. Je wilt een grote sensitiviteit bij het testen op HIV bij bloeddonoren. Je wilt liever dat iemand
die geen HIV heeft, wel positief test dan dat iemand die wel HIV heeft, negatief test.
Specificiteit = Hoe specifiek een diagnostische test is; Het percentage terecht negatieve uitslagen onder zieke
personen; Bij een sensitiviteit >90% wordt de test als heel goed beschouwd.
Hoe hoger de specificiteit, hoe groter de kans dat iemand die ziek is daadwerkelijk een negatieve
uitslag krijgt (dus weinig foutpositieven)
Bv. Je wilt een grote specificiteit bij de veroordeling in een rechtszaak. Je wilt liever dat een
schuldig persoon onterecht vrijkomt, dan dat een onschuldig persoon onterecht opgesloten wordt.
Prognostische = Geven een beeld van de toekomstige evolutie van een patiënt.
meetinstrumenten
Diagnostische = Ondersteunen een diagnose.
meetinstrumenten
Evaluatieve = Gaat effect of verloop van interventie(s) na.
meetinstrumenten
Intrabeoordelaars- = Dezelfde persoon neemt een aantal keer dezelfde meting af.
betrouwbaarheid
Interbeoordelaars- = Verschillende personen nemen een aantal keer dezelfde meting af; Vaak grotere meetfouten.
betrouwbaarheid
Body Mass Index (BMI) = Maat die laat zien of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte.
Voordeel: snel, eenvoudig en goedkoop
Nadeel: geen onderscheid tussen vet- en spiermassa
Huidplooimeting = Het bepalen van de dikte van de huidplooi waarmee een schatting kan worden gemaakt van de
totale lichaamsvetmassa; Je meet de bicipitale, tricipitale, subscapulaire en supra-iliacale plooi.
Voordeel:
Voordeel: goedkoop en eenvoudig
Nadeel: gevoelig voor meetfouten; meet visceraal vet niet mee
Bio-impedantiemeter = Door het meten van de geleiding van een wisselstroom door het lichaam, wordt een schatting
gemaakt van de totale hoeveelheid intra- en extracellulaire water.
Voordeel: nauwkeurige informatie over verhouding lichaamsvet/vetvrije massa/water
Nadeel: gevoelig voor meetfouten (zweetvlekjes, eten, drinken); duur
Risicofactoren = Factoren die bepalen hoe groot het gevaar voor schade, verlies of ziekte is.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xsophiedehaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.