Samenvatting van het vak Criminologische Psychologie incl. de bijbehorende literatuur gegeven in het 1e leerjaar van de bachelor Criminologische Wetenschappen aan de KU Leuven. In 1x gehaald met behulp van deze samenvatting!
,GESCHIEDENIS, MYTHES EN CASUÏSTIEK
COLLEGE 1
Rechtspsychologie versus forensische psychologie
Experimenteel onderzoek
Experimenteel onderzoek houdt in dat je tijdens het onderzoek iets manipuleert.
=> Onafhankelijke variabele is datgene wat je manipuleert.
=> Afhankelijke variabele is datgene wat je meet.
Er zijn verschillende onderzoekdesigns: between vs. within
=> Between: Twee groepen. De ene groep heeft de manipulatieve factor, de andere groep niet.
=> Within: Een groep, waarbij elke proefpersoon alle stappen van het experiment doormaakt.
De materiële waarheid: de historische bron van het probleem.
In de 14e/15e eeuw vond de overgang plaats van een accusatoir strafstelsel naar een inquisitoir
strafstelsel.
=> Accusatoir strafstelsel: formele waarheid; de waarheid zoals die door de strijdende burgerlijke
partijen wordt overeengekomen.
=> Inquisitoir strafstelsel: de materiële waarheid; de vaststelling van wat er werkelijk is gebeurd door
overheidsorganen.
Ook moet er een onderscheid worden gemaakt tussen gewone bewijsmiddelen zoals het verhoor van
getuigen, en buitengewone bewijsmiddelen zoals het geheime vooronderzoek van de pijnbank.
In de achttiende eeuw raakten de buitengewone bewijsmiddelen in diskrediet (verloren zijn kracht),
omdat zij niet strookten met de waarden en normen die door toedoen van de Verlichting ingang hadden
gevonden in het denken over strafrecht. In de eerste helft van de negentiende eeuw ging de vraag "Wat
te doen met de verklaringen die worden afgelegd door geesteszieken?" opspelen. Rond 1900 werd en
getracht een heuse verhoorpsychologie te formuleren. In de laatste kwart van de negentiende eeuw
maakte de strafrechtswetenschap inderdaad opnieuw een revolutie door. Door de opkomst van de
zogenaamde moderne criminologie en criminalistiek.
Waarom een terugblik op de criminologische psychologie?
1. De criminologische psychologie vormde immers vanaf het einde van de negentiende eeuw een
bloemende tak van wetenschap in Duitstalige landen. In het begin van de twintigste eeuw werd dit
overgebracht naar de Verenigde Staten.
2. De vroegere Duitse criminele psychologie heeft veel invloed gehad in Europa. Het gaat om de invloed
die de toenmalige Duitse literatuur heeft gehad op de vakliteratuur in andere landen omtrent de
opsporing en vervolging van misdadigers.
3. De Duitse criminele psychologie heeft een hoog theoretisch en beleidsmatig gehalte en een sterk
praktische inslag met ontelbare voorbeelden.
,Cesare Lombroso en Hans Gross: de uitvinders van de criminele psychologie
Cesare Lombroso - de geboren misdader. In 1876 meende hij dat er zo'n atavistisch menstype bestaat.
Lombroso stelde dat het gevoelsleven van dit type misdadiger werd gekenmerkt door fysieke
onveiligheid, een hoge pijngrens en verregaande morele ongevoeligheid, die tot uitdrukking komt in een
groot gebrek aan mededogen jens andere mensen. Lombroso maakte in latere studies onderscheid
tussen vijf categorieën misdadigers:
1. Geboren misdadigers
2. Gewoonte misdadiger
3. Passionele misdadigers
4. Geestgestoorde misdadigers
5. Gelegenheidsmisdadigers
De geschriften van Lombroso hebben grote invloed uitgeoefend op de herdefinitie van de strafrechtelijke
verantwoordelijkheid, op de hervorming van de straftoemeting en het gevangeniswezen, en op de
ontwikkeling van reclassering.
De geschriften van Hans Gross hebben een buitengewone invloed gehad op opsporing en vervolging.
Gross wordt beschouwd als de grondlegger van de criminalistiek. Hij wijst algemeen op he grote belang
van het verhoor voor de reconstructie van het gepleegde strafbare feit en voor het antwoord op de vraag
wie er verder moet of kunnen worden verhoord: getuigen, verdachten, deskundigen. Waar het gaat om
het verhoor van getuigen maakt Gross een onderscheid tussen:
A. Getuigen die de waarheid spreken,
B. Getuigen die niet de waarheid willen spreken.
C. De verklaringen van getuigen kunnen van elkaar verschillen, niet omdat mensen iets verschillend
hebben waargenomen, maar omdat ze op een verschillende manier zijn verhoord.
Die verschillen zijn dus te wijten aan de verhoorder. De persoon van de verhoorder en
verhoormethoden spelen dus een belangrijke rol in wat uiteindelijk door getuigen wordt verklaard. Het
een kan niet los worden gezien van het ander. Met betrekking tot de getuigen A toont Gross aan dat
mensen heel veel verschillende verklaringen kunnen afleggen over wat zij hebben waargenomen. Er
moet in het bijzonder rekening gehouden worden met de volgende omstandigheden:
De opwinding/schrik/angst bij de getuigen toen ze zagen wat er gebeurde.
Het feit dat slachtoffers als gevolg van het delict aan hun hoofd gewond zijn geraakt en buiten
bewustzijn zijn geraakt.
De natuur en cultuur van mensen, bijv. hun angst voor de gevolgen die het afleggen van een
verklaring kan hebben of de verbeelding die parten is gaan spelen bij hun waarneming resp.
reconstructie van wat er gebeurde.
De invloeden van leeftijd, geslacht, rol en ook sociale omgeving op verklaringen van getuigen.
In relatie tot de categorie getuigen onder B maakt Gross duidelijk dat mensen belang kunnen hebben bij
het leggen van een valse getuigenis of het geven van een vals alibi, omdat zij de verdachte in
bescherming willen nemen en iemand anders de schuld in de schoenen willen schuiven, of juist
omgekeerd: omdat zij de verdachte van meer willen beschuldigen dan hij werkelijk heeft gedaan.
Gross schenkt ook speciaal aandacht aan het verhoor van de verdachte. Wie dit verhoor goed wil doen:
Moet hem/haar zonder angst, rustig, vol zelfvertrouwen tegemoet treden.
Moet zich in hem/haar, in zijn/haar persoon verdiepen.
Moet niet verwachten dat iemand onmiddellijk bekent of vertelt wat er is gebeurd. Hij/zij kan immers
allerlei redenen hebben om dit niet te doen: schaamte, normbesef, vrees voor de gevolgen.
De verdachte moet in elk geval beseffen dat de verhoorder heel goed het dossier kent.
De Kriminalpsychologie van Hans Gross
Er bestaat een verregaande samenhang tussen de psychische werkzaamheid en de psychologie van
enerzijds de (onderzoeks-)rechter en anderzijds degene die verhoord wordt.
,Het andere uitgangspunt is dat misdaad zeker ook in objectieve zin bestaat, maar dat wij haar
desalniettemin slechts (kunnen) kennen door middel van de waarnemingen en de bijbehorende
verklaringen van politiemensen en rechters, getuigen en verdachten, en deskundigen. Gross spreekt
over:
De deugden waarover rechters moeten beschikken: geduld, vertrouwen, nieuwsgierigheid en
discipline.
Het belang van mensenkennis voor rechters: zij moeten weet hebben van ondeugden, van
gemoedstoestanden en van het uiterlijk van mensen.
Het is belangrijk dat rechters ook verstand hebben van logica en argumentatieleer.
We moeten in de literatuur onderscheid maken tussen het reformistische en abolitionistische
perspectief:
=> Reformistisch perspectief: Literatuur die ten doel heeft om de werking van de bestaande
strafrechtspleging te verbeteren.
=> Abolitionistisch perspectief: Literatuur die gericht is op de afschaffing van de strafrechtspleging.
In de tweede plaats kan en moet binnen beide perspectieven een drieledig onderscheid worden
gemaakt:
=> De literatuur die gericht is op de studie van de misdaad en misdadiger.
=> De literatuur die betrekking heeft op de waarneming en de verklaring van gedachten en getuigen.
=> De literatuur waarin het gaat om het strafrecht en de strafrechtbedeling in hun geheel.
Criminele psychologie in abolitionistisch perspectief
De abolitionistische criminele psychologie was vanzelfsprekend gericht op afschaffing van strafrecht en
strafrechtsbedeling of althans op een fundamentele hervorming van dit stelsel van formele sociale
controle.
Alexander en Staub: Alleen de psychoanalyse van Freud kan inzicht geven in de motieven van
misdadigers. Vervolgens maken zij een onderscheid tussen normale misdadigers en neurotische
misdadigers en brengen in elk van beide categorieën verdere differentiatie aan. Zo onderscheiden zij bij
neurotische criminelen bijvoorbeeld enerzijds misdadigers bij wie het Ego door alcoholgebruik werd
beschadigd en anderzijds misdadigers bij wie het Ego het conflict met het Super-Ego heeft verloren en
niet meer in staat is om het Es- dat enorme reservoir van antisociale/criminele krachten - onder controle
te houden. In de strafrechtsbedeling zien zij vooral een stelsel dat dient tot bevrediging van onbewuste
behoeften aan straf en tot de kanalisering van agressie. Het biedt geen adequaat antwoord op de
misdaad die wordt gepleegd. Naar hun mening zou het gevangeniswezen moeten worden omgebouwd
tot een stelsel van psychiatrische inrichtingen.
Theodor Reik: De basisgedachte is dat mensen hun misdaad niet bekennen omdat er psychologische
druk op ze wordt uitgeoefend, maar omdat ze te kampen hebben met schuldgevoelens/onlustgevoelens
en ze deze gevoelens alleen maar kunnen kwijtraken door de misdaad die ze hebben gepleegd te
bekennen en zo hun bestraffing over zich af te roepen. Door te bekennen krijgen mensen beter zicht op
de motieven van hun misdaad en maken zij aan de brede samenleving kenbaar dat ze er weer bij willen
horen. Hier staat tegenover dat zij door hun bekentenis de samenleving er ook op wijzen waar deze ten
opzichte van hen tekort is geschoten. Hun bekentenis komt echter eveneens tegemoet aan de
onbewuste strafbehoefte van een samenleving en maakt zodoende de identificatie van de samenleving
met de misdadiger - en zo hun verzoening - mogelijk.
Paul Reiwald: Een samenleving heeft misdadigers nodig om haar onbewuste gevoelens af te kunnen
reageren. We projecteren collectief onze angsten op misdadigers om onze eigen psychische nood te
lenigen. Rationeel gesproken zou volgens Reiwald de strafrechtsbedeling moeten worden afgeschaft,
maar dat is op irrationele gronden niet mogelijk. Het gaat hier immers om een gesublimeerde en
gerechtvaardigde, aan regels gebonden, vorm van agressie tegen het primitieve en ongerechtvaardigde,
vormloze, optreden van asocialen.
,En deze agressie versterkt op haar beurt de samenhang in een samenleving, want via die georganiseerde
agressie kunnen mensen zich collectief afzetten tegen en zich verheffen boven de asocialen. Tevens
bestrijden zij op deze manier de agressie waarmee ze zelf in hun binnenste te kampen hebben.
De receptie van de Duitse criminele psychologie in België en Nederland
Chris van Geuns over zijn "proefondervindelijke bijdrage" tot de psychologie van de getuigenis. Het kwam
er telkens op neer dat een incident in het college werd geënsceneerd, waarna de proefpersonen
beschreven wat ze hadden gezien. Geuns bekeek daarbij factoren zoals het tijdsverloop en het negatieve
effect daarvan op wat zijn "getuigen" zich nog wisten te herinneren van het vooral. Opmerkelijk is dat
Geuns niet alleen aandacht had voor geheugenomissies, maar ook commissies (door hem
"toevoegingen" genoemd). Van Geuns leverde door het doen van experimenten echt een vernieuwende
empirische bijdrage - een van de eerste in Nederland - aan het wetenschappelijk onderzoek op het
terrein van de rechtspsychologie. Hij publiceerde ook nog over de invloed an suggestie op de
betrouwbaarheid van getuigenissen. van kinderen.
De receptie van de criminele psychologie in de Verenigde staten
Met één groot verschil: de opgang van de lie detector.
De fameuze uitspraak van het Hooggerechtshof in de zaak Miranda V. Arizona heeft praktisch met zich
meegebracht, dat het Warren Court in meerderheid stelde, dat de politie een verdachte die van zijn
vrijheid is beroofd, alvorens hem te horen, op de hoogte moet brengen van zijn recht om te zwijgen, dat
zij de verdachte moet zeggen dat hij recht heeft op de aanwezigheid van een advocaat e.a. (de fameuze
Miranda rules).
,ONDERZOEK IN DE CRIMINOLOGISCHE
COLLEGE 2
PSYCHOLOGIE
De mythe van verdringing
Ons geheugen lijkt in staat te zijn om herinneringen onbewust te blokkeren, maar kan dit eigenlijk niet,
vandaar de mythe van verdringing.
Soorten onderzoek
1. Kwantitatief onderzoek: Experimenteel draait om hoeveelheid bijv. een survey.
2. Kwalitatief onderzoek: Draait om fenomenen/focusgroepen, bijv. een interview.
Validiteit
Types van design
1. Nominale schaal: Classificatie in groepen (bijv. jongens/meisjes)
2. Ordinale schaal: Classificaties in rankings (bijv. eerste/tweede/derde)
3. Intervalschaal: Zelfde afstand tussen cijfers (bijv. IQ/reactietijden/aantal ...)
4. Ratioschaal: Intervalschaal met een 0-punt (bijv. lengte/gewicht)
Types van design
1. Between-subjects (tussen groepen): Onafhankelijke variabele/factor/manipulatie heeft twee of meer
niveaus. De deelnemer wordt willekeurig verdeeld over de niveaus. Een groep krijgt geen
manipulatie, is de controlegroep. Het voordeel hieraan is dat er geen carry-over effecten zijn, de
groepen kunnen elkaar niet beïnvloeden. Het nadeel is dat je veel proefpersonen nodig hebt.
, 2. With-in subject (binnen groepen): Onafhankelijke variabele/factor/manipulatie heeft twee of meer
niveaus. De deelnemer ontvangt alle niveaus. Het voordeel hieraan is dat er minder deelnemers
nodig zijn. Het nadeel is dat er carry-over effecten kunnen ontstaan, de effecten kunnen elkaar
beïnvloeden.
3. Split-plot/mixed design: Een mix van between- en within-subjects design.
Problemen die je tegenkomt bij onderzoek
Een oplossing voor problemen die je tegenkomt bij onderzoek is Open Science. Open Science betekent
niets anders dan het transparant maken van je onderzoek. Ervoor zorgen dat alle beslissingen die je
maakt tijdens je onderzoek dat die voor anderen duidelijk zijn en toegankelijk.
1. Data beschikbaar.
2. Materiaal beschikbaar.
3. Artikel voor iedereen beschikbaar
4. Preregistratie.
Een korte geschiedenis
De meeste gepubliceerde bevindingen zijn vals. Ioannidis betoogde dat de kans dat
onderzoeksresultaten waar zijn kleiner is wanneer er veel flexibiliteit is bij het opzetten en uitvoeren van
studies, en bij het analyseren van gegevens. Zijn argument was dat veel gepubliceerde studies een
dergelijke flexibiliteit bevatten, en daardoor mogelijk vals-positieve bevindingen bevatten.
Bem beweerde overtuigend bewijs te hebben gevonden dat voorkennis bestaat. Onderzoeksgroepen
probeerden het resultaat van Bem te repliceren, maar slaagden daar niet in.
Concreet bewijs dat deze flexibiliteit kan leiden tot vals-positieve bevindingen werd geleverd door
Simmons e.a. Zij betoogden dat onderzoekers bij het uitvoeren van experimenten vaak veel verschillende
beslissingen moeten nemen terwijl de gegevensverzameling nog gaande is of nadat deze is voltooid.
Simmons en collega's noemden deze flexibiliteit de vrijheidsgraden van de onderzoeker. Zij toonden aan
dat wanneer dergelijke vrijheidsgraden worden gebruikt, maar niet worden bekendgemaakt, er vals-
positieve bevindingen kunnen ontstaan.
Open Wetenschap
Open Science verwijst naar de doelstelling om de transparantie in de wetenschappelijke gemeenschap te
vergroten. Een verzameling van praktijken die erop gericht zijn de nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid
en openheid in de wetenschap te vergroten. Sommige van deze beleidsmaatregelen leiden tot publieke
toegang tot wetenschappelijke publicaties, het delen van gegevens en transparantie in methoden en
technieken. Een belangrijke manier om de transparantie in onderzoek te vergroten is door studies vooraf
te registreren. Bij preregistratie specificeren onderzoekers welke hypothesen zij hebben en welke
analyses zij van plan zijn uit te voeren voordat zij gegevens verzamelen.Een van de voordelen van
preregistratie is dat het bescherming kan bieden tegen verschillende dubieuze onderzoekspraktijken.
Eén dubieuze praktijk is HARKing: het aangeven dat onderzoekers, nadat analyses zijn uitgevoerd, hun
hypothese wijzigen in overeenstemming met wat zij in hun gegevens vinden. P-hacking: ongeplande
statistische praktijken die worden toegepast om statistische significantie te bereiken. Preregistratie kan
tegen dergelijke vooringenomenheid beschermen door duidelijk te maken welke analyses gepland waren
(bevestigende analyses) en welke later werden opgenomen (verkennende). Een variant van preregistratie
is Registered Reports Dit is een vorm van preregistratie die bij tijdschriften wordt ingediend voordat de
gegevens worden verzameld. De prikkel van het gebruik van Registered Reports is dat, op voorwaarde
dat de onderzoeker zich houdt aan de geaccepteerde preregistratie, de gegevens worden geaccepteerd
voor publicatie. Het netto-effect van een dergelijke praktijk is dat de gegevens zullen worden
gepubliceerd, zelfs wanneer geen statistisch significante effecten worden waargenomen.
,Een dergelijke praktijk zou de publicatiebias, waarbij vaak alleen statistisch significante resultaten worden
gepubliceerd, kunnen verminderen.
Aanbevelingen en slotopmerking
Preregistratie
Preregistratie kan een veelbelovende manier zijn om onbedoelde vertekening mogelijk te beperken en
het gebruik van dubieuze onderzoekspraktijken te verminderen. Hoewel preregistratie niet zonder
beperkingen is, is het netto-effect positief. Het voorkomen van dubieuze onderzoekspraktijken kan leiden
tot betere wetenschap en het aantal valse positieven verminderen.
Open materiaal en gegevens
Wij moedigen psychologen aan hun materialen en gegevens waar mogelijk openbaar te maken. Door dit
te doen kan het vertrouwen in het gepubliceerde werk worden vergroot. Nog belangrijker is dat het
delen van de originele materialen en gegevens het voor andere onderzoekers gemakkelijker maakt om
replicaties uit te voeren op gepubliceerde experimenten.
Replicaties
Het is van vitaal belang dat onderzoekers krachtige replicatiestudies uitvoeren. Aan het uitvoeren van
replicaties moet dan ook veel waarde worden gehecht, omdat het de enige manier is om na te gaan of
bepaalde effecten betrouwbaar zijn. Het is relevant hier onderscheid te maken tussen conceptuele en
directe replicaties. Bij conceptuele replicaties wordt de oorspronkelijke studie niet exact gerepliceerd. Bij
directe replicaties wordt getracht de oorspronkelijke studie exact te dupliceren en onze aanbeveling is
dan ook dat de voorkeur moet worden gegeven aan directe replicaties boven conceptuele replicaties.
Rechtvaardiging van de steekproefgrootte
Om psychologische experimenten te verbeteren, is het van vitaal belang dat onderzoekers hun gekozen
steekproefgrootte verantwoorden. Wij denken dat het relevant is dat toekomstige studies in de
psychologie idealiter een hoog vermogen hebben, waardoor de kans op vals positieve resultaten wordt
verkleind.
Aandacht voor theorie
Goed geformuleerde en intern consistente theorieën zijn belangrijk omdat zij de basis vormen voor
toetsbare hypothesen. Daarom stellen sterke theorieën de randvoorwaarden voor de analyse en
interpretatie van de gegevens. Wij zijn van mening dat bevindingen uit verkennende analyses met
voorzichtigheid moeten worden behandeld en opnieuw moeten worden getoetst, in plaats van op het
eerste gezicht te worden aanvaard.
, COLLEGE 3
GEHEUGEN IN DE CRIMINOLOGISCHE
PSYCHOLOGIE
Kwantitatief versus kwalitatief
Kwantitatief gaat over een hoeveelheid, terwijl kwalitatief gaat over de kwaliteit van een bepaald
vraagstuk/een bepaald fenomeen.
Geheugenexperiment 1 - Change Blindess
We zijn blind voor subtiele veranderingen in ons gezichtsveld. Hetgeen wat wij meemaken is niet
hetzelfde als hetgeen wat we herinneren. Ons geheugen is flexibel. Wij maken eigenlijk maar een selectie
van hetgeen wat wij dagelijks meemaken en die selectie slaan wij op. Dat is geen perfecte selectie en dat
kan een probleem zijn.
Geheugen experiment 2- Geheugenvorming / Pseudoherinnering
Een herinnering, detail of gebeurtenis die niet heeft plaatsgevonden is interessant omdat het laat zien
dat ons geheugen niet perfect werkt. Een pseudo-herinnering is een herinnering van een gebeurtenis of
detail dat niet plaatsvond.
De functie/werking van het geheugen
Geheugenstadia
Voor encoderen heb je aandacht nodig. Om herinneringen beter op te slaan is herhaling en inbeelding
nodig. Je kunt een herinnering ophalen doormiddel van herkenning of door iets wat vrije reproductie
(recall) noemt. Vrije productie bestaat uit de vraag "Vertel eens wat je hebt gezien". Dit is de beste vraag
om te zorgen dat je betrouwbare verklaringen krijgt. Met betrouwbare verklaringen duiden we op
verklaringen waarvan we vrij zeker zijn dat de details die worden genoemd overeenkomen met datgene
wat je ook echt hebt meegemaakt.
Korte termijngeheugen
Het korte termijngeheugen ook wel centrale executieve genoemd is een soort overkoepelend onderdeel
van het geheugen. Die eigenlijk ervoor zorgt dat alle processen in het werkgeheugen goed verlopen. Het
korte termijn geheugen bestaat uit drie hoofdonderdelen.
1. Fonologische lus: fonologie is eigenlijk de leer van de taal (hoe je spreekt/praat).
2. Visueel-ruimte schetsblok: Met het zien van allerlei dingen wordt dit onderdeel actief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 5amengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.