100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biogenie go! 4.1 - leerwerkboek, ISBN: 9789045544083 Biologie $8.27   Add to cart

Summary

Samenvatting Biogenie go! 4.1 - leerwerkboek, ISBN: 9789045544083 Biologie

 42 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting hoofdstuk 2, 3, 4

Preview 3 out of 29  pages

  • Yes
  • June 7, 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • ASO
  • 4
avatar-seller
Biologie:
Spieren en skelet:
Het skelet:
Invloed van de levenswijze op de ontwikkeling van het
beenderstelsel:
O-benen:
-> omgevormde benen door krachtige traptraining worden de spieren aan de
binnenkant van het been dikker en korter dan die aan de buitenkant, dit zorgt
voor buiging van de knie naar buiten.
Oplossingen:
Meer evenwichtige oefeningen, zodat de binnenste beenspieren ook uitgerekt
worden.
Osteoporose:
-> Een verzwakking van de botten, meestal bij oudere door dat het bot verzwakt
met leeftijd. Het gevolg van osteoporose is het breken van de botten.
Voorkomen:
Voldoende belasting van het skelet, inname van de juiste voeding en eventueel
extra vitaminnen/medicatie.


De lichaamsbeweging heeft een invloed op de groei en de bouw van het
beenderstelsel. De vorm van de beenderen past zich aan de behoeften, botten
waarop spieren aanhechten zijn die intensief gebruikt worden zijn dikker en
steviger dan botten die weinig gebruikt worden.
Het skelet zorgt voor een stabiel inwendig kader waar alle delen van ons
lichaam aan hangen, zonder zou ons lichaam vormloos zijn.

Het axiaal skelet:
-> In het axiaal skelet zitten de beenderen die in de lengteas van het lichaam
zitten, de wervelkolom, de borstkas, de schedel.

Wervelkolom:
In de wervelkolom zitten er 33 wervels die kunnen bewegen,
vormt een stevige huls rond het ruggenmerg ter
bescherming van het zenuwstelsel.
De wervelkolom bestaat uit 5 groepen:
- 7 halswervels of cervicale wervels
- 12 borstwervels of thoracale wervels
- 5 lendenwervels of lumbale wervels
- 5 heiligbeenwervels of sacrale wervels
- Het staartbeen of os coccygis

,Schedel:
De schedel bestaat uit de hersenpan en de aangezichtsbeenderen. De
functie van een schedel is bij alle dieren hetzelfde, beschermen van de hersenen
en een aantal zintuigen. De aangezichtsbeenderen zorgen voor
gelaatsuitdrukkingen doordat er spieren zich hier aan vasthechten, ook de
toegang naar het spijsverteringsstelsel wordt hierdoor beschermd.
Alle dieren hebben hetzelfde bouwplan van de schedel,
maar ze verschillen van elkaar in uiterlijk.
De schedel is aangepast aan de functie van elk dier.




Borstkas:
Aan de borstwervels zijn ribben vastgehecht. Er zijn
verschillende soorten ribben: echte ribben, valse
ribben en zwevende ribben. De echte ribben, de
eerste 7 ribben, zijn aan de voorzijde verbonden met
het borstbeen/sternum. De valse ribben, het 8ste ,
9de, 10de ribbenpaar, versmelten samen voor ze op
het borstbeen aansluiten. De zwevende ribben, het
11de en 12de ribbenpaar, ze sluiten niet aan op het
borstbeen aan de voorzijde.
Samen met het borstbeen vormen de ribben de
borstkas, ze omsluiten de longen en het hart. De onderzijde worden de milt, een
stuk van de lever en een stuk van de nieren beschermd. Door de beweging van
de borstkas kunnen we ademen.

Aanhangend skelet:
-> In het aanhangend skelet zitten de schoudergordel, de bovenste ledematen,
het bekkengordel en de onderste ledematen.

Schoudergordel:
Het borstbeen is verbonden met de schoudergordel. Deze ondersteunt de
armen en verbindt ze met de romp. De schoudergordel bestaat uit het
sleutelbeen en het schouderblad. Het sleutelbeen vormt de verbinding van de
schoudergordel met het axiaal skelet, duwt de schouders uit elkaar zodat de
armen naast het lichaam blijven. Het
schouderblad is een groot, driehoekig, plat been
met uitsteeksels waarop spieren van de armen
aanhechten. Ze vormen het schoudergewricht.

Bovenste ledematen:
De armen zijn vastgehecht aan het

, schoudergewricht, het opperarmbeen zit met de bovenkant tegen de schouder;
in de onderarm zitten twee beenderen: het spaakbeen en de ellepijp. De
armen kunnen bewegen door spieren die aangehecht zijn op het schouderblad.
De pols is opgebouwd uit handwortelbeentjes, verbindt de hand met de
onderarm. De middenhandsbeentjes vormen de palm van de hand en de
vingerkootjes zijn onderdelen van de vingers.

Bekkengordel:
Het bekken verbindt de romp met de onderste ledematen. Het is opgebouwd uit
het heiligbeen en uit twee heupbeenderen. Aan de rugzijde sluiten die aan op
het heiligbeen, aan de buikzijde komen ze tegen elkaar.
Het bekken vormt een kom die de organen ondersteunt en een deel van de dikke
darm, de urineblaas en de voortplantingsorganen beschermt.
Het bekken van een man en vrouw is
verschillend. Het bekken van een
man is zwaarder en dikker, die van
een vrouw is breed en zwakker.
Zowel aan de boven- als aan de
onderkant zijn de openingen van de
vrouwelijke bekkenkom breder,
zodat bij de bevalling het hoofd van
een baby erdoor kan.

Onderste ledematen:
Benen moeten het volledige gewicht van een lichaam dragen, het dijbeen is het
sterkste been van het lichaam, het scheenbeen heeft ook een dragende functie.
Het kuitbeen dient als stabilisatie van de enkel.
De knieën zijn naar binnen gericht, zodat de onderbenen onder het zwaartepunt
van het lichaam komen te liggen. Dat zorgt ervoor dat wanneer we op één been
staan, het draaipunt onder het zwaartepunt ligt en we blijven staan.
Bij apen staan de knieën naar buiten, waardoor ze een veel meer waggelende
gang hebben.
De voeten zijn via voetwortelbeentjes met het onderbeen verbonden. Verder
zijn ze opgebouwd uit middenvoetsbeentjes en teenkootjes. Omdat de voeten
het volledige lichaamsgewicht moeten ondersteunen, maken de
middenvoetsbeentjes volledig deel uit van de voet.

Soorten beenderen:
Er zijn 4 soorten beenderen:
Lange beenderen:
Deze beenderen hebben een holle, buisvormige schacht gevuld met beenmerg
en twee verdikte uiteinden. Ze zijn langer in de lengte dan in de breedte.
Bijvoorbeeld: het opperarmbeen en het dijbeen, maar ook de vinger- en
teenkootjes zijn lange beenderen, hoewel ze veel kleiner zijn.
Korte beenderen:
Deze beenderen hebben dezelfde bouw als lange beenderen, maar de
verhouding tussen lengte en breedte is kleiner. Bijvoorbeeld: de knieschijf en de
voet- en handwortelbeentjes.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller efekanisiklar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.27
  • (0)
  Add to cart