- sociale vaardigheden: communicatie & interactie (= lateraal denken 1 (niet alleen aan 1
item, maar ondertussen ook nog andere ideeën (vb. gamen)), groepsinvloed en dynamiek,
free riding (= iedereen moet evenveel investeren, niet bedoeling om gratis mee te ‘riden’),
jezelf kennen (zelfkennis! = pos/neg denken, zelfbeeld)
Elkaar leren kennen, groep vormen en plek vinden, oriëntatie (vb. eerste schooldag)
Conflictfase: team w hechter en vertrouwen, maar doelstellingen botsen, verhoudingen worden
duidelijker, meningsverschillen (vb. goed meedoen, opletten grappen, rondkijken)
Welke regels volgen?, hoe werken?, hoe vaak samenkomen? (vb. op tijd komen, geen beledigende
opmerkingen, vragen stellen), iedereen heeft taak, hecht team gesloten van buitenwereld,
communicatie naar buiten via leidinggevende , kritiek = taakgericht en geen aanval
Prestatiefase: als groep werken en als eenheid functioneren: samenwerken naar doelen toe +
zelfstandige verantwoordelijkheid nemen, goed op elkaar ingespeeld
Groepsproces w afgesloten, groep valt uiteen, nieuwe groepen ontstaan
Risiconiveau hanteren in een groep: (vb. klasgroep) – individueel opschrijven (laag risico, stress) &
alleen spreken voor groep (hoog risico, stress)
Samenwerken en motivatie:
1. Drie basisbehoeften in groep: ABC
1
Informatie ordenen om zo nieuwe informatie te laten ontstaan
, A: autonomie (om zelf iets te zeggen en bepalen wat je doet, gedacht te volgen)
- free rider probleem = mensen in groep niet bijdragen, leveren geen inspanningen en toch
profiteren van het resultaat
- sucker effect = free rider (weinig motivatie) suckt ander mee in het weinig doen
(meezuigeffect)
- Compensatie effect = door free rider gaan ½ personen werk overnemen
geen positieve vibe, geen flow + slechte resultaten
Kruk met drie poten: zelfwaardering, waardering en verantwoordelijkheid
Groepsdruk en groepsinvloed: normative beliefs = overtuiging gebaseerd op misperceptie (vb.
student z, erbij horen: veel drinken, niet groepsdruk) w mijn norm en bepaalt mijn (negatief) gedrag
kritisch denken! Lateraal denken! Zelfkennis!
Wat is armoede?
Concepten – definitie – meten
, 1. Concepten v armoede
/armoedemodellen: globaal, vaag idee over armoede, hoe kijk ik/via welk beeld naar armoede
Absolute armoedeconcepten
Materiële kern van armoede
= eerste levensbehoeften: VN: schoon, drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting +
sociale voorzieningen om te voorzien in bep noden: onderwijs, gezondheidszorg
! Armoede: toestand + sociale verhouding
DUS: absolute armoede (materiële/biologische/extreme) = niet genoeg bestaansmiddelen
om te overleven (leven op rand v bestaansminimum)
Relatieve armoedeconcepten
Verbonden relationele en symbolische aspecten: niet mee kunnen met wat samenleving als
‘normaal’ beschouwd (! Verschilt v plaats tot plaats (Amerika-Kenia), v tijdperk tot tijdperk
(smartphone), relatie tss persoon en context = relationele dimensie)
DUS: relatieve armoede (secundaire/sociale) = niet deelnemen aan sociale/politieke leven,
geen onderwijs kunnen volgen, geen tijd voor ontspanning (voetballen in club) – niet
meekunnen op tal van terreinen
! armoede: geen toestand, maar RELATIE (tov anderen en positie in maats instituties)
relationele dimensie (vergelijken met anderen)
= niet absoluut arm, maar wel minder dan iemand anders = levensomstandigheden v
persoon/groep w beoordeeld ivt omgeving/anderen!
= Secundaire armoede: door geldgebrek niet secundaire levensbehoeften aanschaffen
= Sociale armoede: door geldgebrek niet meer met normale leven meedoen (sociale
verhoudingen)
Vb. persoon in relatieve armoede beschikt niet over gsm, terwijl anderen aannemen dat je
wel een gsm hebt: relationele dimensie EN als je als arm persoon wel gsm hebt, krijg je
kritiek: symbolische dimensie
3 perspectieven om armoede te vatten/conceptualiseren:
- kijken naar inkomen: onder de 1.25$ (maatstaf, VN) = absolute armoede, <60% v mediaan
inkomen in land (EU) = relatieve armoede
- kijken naar mogelijkheden om te doen/zijn wat ze willen doen/zijn (ingewikkelde maatstaf:
poging is HDI) -- ongelijkheid
2. Armoededefinities
Precieze omschrijving o.b.v. concept: toestand van armoede – toestand van niet armoede
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmawr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.