HFST 5: JAARREKENING
Inleiding
Verplichte jaarlijkse neerlegging van jaarrekening bij beperkte aansprakelijkheid
o Binnen 7 maanden na afsluiten boekjaar
Niet enige informatiebron
Klassieke jaarrekening bestaat uit vier belangrijke onderdelen:
1. De balans
2. De resultatenrekening
3. De toelichting en de waarderingsregels
4. Beursgenoteerde ondernemingen: kasstroomanalyse (IFRS)
Ondernemingsplan
Financiële planning
Balans, resultatenrekening en
kasstromen
Financieringskeuz
e
Balans en resultatenrekening gebaseerd op ondernemingsplan
Balans
= overzicht en momentopname van alle bezittingen van de onderneming en hoe deze
gefinancierd zijn (activa en passiva)
Activa = bezittingen op LT
o Materiële vaste activa: materieel, gebouwen, …
o Immateriële vaste activa: licenties, octrooien, …
o Financiële vaste activa: deelnemingen, …
o Vlottende activa: voorraden, vorderingen, liquide middelen, …
(veranderen doorheen het jaar)
Passiva = financiering van de activa
o Eigen vermogen
Het kapitaal: geld (of andere activa) dat door de
oprichters/aandeelhouders ter beschikking wordt gesteld
Overgedragen winst of reserves
o Vreemd vermogen
Financiële schulden (waarop rente verschuldigd is)
Op LT (die pas na 1 jaar moeten worden terugbetaald)
Op KT (de schuld die binnen 1 jaar moet worden
terugbetaald)
Handelsschulden
Schulden aan leveranciers die op korte termijn moeten
terugbetaald worden
Overige schulden
Veronderstelling beperkt tot 2 mogelijkheden:
o Schulden rekening-courant (wordt meegeteld bij reëel
eigen vermogen) = schuld aan zaakvoerder of
, aandeelhouder, want die hebben geld voorgeschoten
aan de onderneming
o Schulden van dividenden
Netto (financiële) schuld
= financiële schuld (KT en LT + schulden die binnen het jaar
vervallen!) – cashpositie
Negatieve netto schuld = goed, want je hebt cash over (meer
cash dan financiële schulden)
Resultatenrekening
= informatie over de evolutie in de loop van het jaar, meer bepaald over alle kosten en
opbrengsten die in dat jaar werden gerealiseerd
Algemene voorstelling: opgelegd door de Belgische wetgeving
o Kosten
De recurrente en niet-recurrente operationele of bedrijfskosten
= kosten die te maken hebben met de operationele werking van
de onderneming
Verkochte handelsgoederen en grondstoffen (60)
DDG (61)
Personeelskosten (62)
Niet-kaskosten = kosten die op KT geen gelduitgave met zich
meebrengen of meegebracht hebben kaskosten = kosten
die op KT wel gelduitgave met zich meebrengen
o Afschrijvingen
Jaarlijkse waardevermindering van een vast
actief
Op die manier wordt de kostprijs van een vast
actief gespreid over de economische levensduur
ervan
Louter boekhoudkundige kost en geen uitgave
Meestal lineaire afschrijving
o Waardeverminderingen
Waardeverminderingen worden geboekt
wanneer activa die op de balans staan in
waarde verminderen vb. verouderde activa of
oninbare handelsvorderingen
o Voorzieningen
Kosten die zich in de toekomst waarschijnlijk
tot zeker zullen voordoen, maar waarvan het
juiste bedrag nog niet vaststaat
Overige bedrijfskosten zoals milieubelasting, minderwaarde
op handelsvorderingen… (64)
Niet-recurrente bedrijfskosten zoals minderwaarden op vaste
activa (66)
De recurrente en niet-recurrente financiële kosten (o.a. interesten,
valutaverschillen…)
De belastingen
Analytische voorstelling: voor interne beheersdoeleinden
, o Bv. de winst per product of de kosten per afdeling te kennen
(verkoopkosten, productiekosten, aankoopkosten, beheerskosten…)
o Ook toegelaten in de IFRS wetgeving (International Financial Reporting
Standards)
Beursgenoteerde ondernemingen ‘Public companies’ veel
aandeelhouders veel verplichtingen vb. Transparantie, IFRS
Niet genoteerde ondernemingen ‘Private companies’ beperkt
aantal aandeelhouders weinig verplichtingen
EBITDA (of brutobedrijfsresultaat)
= Earnings before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization
Kosten en opbrengsten die ook daadwerkelijk worden gemaakt of geïnd
(operationele kosten en opbrengsten, geen niet-kaskosten: afschrijvingen en
waardevermingeringen)
= Het operationeel of bedrijfsresultaat voor aftrek van niet-kaskosten
(Brutobedrijfsresultaat)
= Indicatie van bedrijfskasstroom
REBITDA: ‘recurring’ EBITDA: de recurrente bedrijfskasstroom (EBITDA)
o Uitgezuiverd voor uitzonderlijke factoren
EBIT
= Earnings before Interest and Taxes’
Operationele kosten en opbrengsten die ook daadwerkelijk worden gemaakt of
geïnd
Niet-kaskosten, de afschrijvingen en de waardeverminderingen
= Het bedrijfsresultaat
Resultaat na belastingen
= Het resultaat dat door de onderneming kan worden uitgekeerd in de vorm van een
dividend of tantième of dat in de onderneming kan worden gehouden
Kosten van handelsgoederen, grond- en Financiële opbrengsten
hulpstoffen Financiële kosten
Kosten van DDG
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN
TOEGEVOEGDE WAARDE
Belastingen op het resultaat
Bezoldigingen
Overige bedrijfskosten RESULTAAT NA BELASTINGEN
OPERATIONELE KASSTROOM = EBITDA
,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SVnicole. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.