Potentiële groei primitieve economieën afhankelijk van:
- Toevoer voedsel (platteland)
- Politieke militaire macht
- Knooppunten
De stad is zowel de producent als het product van cultuur. De stad kan je zien als
identificatiepunt.
De middeleeuwse stad bouwt voort op de Romeinse erfenis, maar er komen ook
´nieuwe´ steden en boomtowns. De steden werden om de kerk heen gebouwd als
een soort cirkel.
De waterlinie ging ook een belangrijke rol spelen, met name voor verdediging.
Wat maakt een stad een stad?:
- Bestuurlijk middelpunt van een streek
- Grote inwonersaantallen
- Dichtgebouwd, vaak afgeschermd door stadsmuren
- Bestaansmiddelen stedelijke bevolking (handel, nijverheid, diensten en
beperkt landbouw)
- Aparte juridische status (stadsrechten)
In de Gouden Eeuw had Nederland het meest verstedelijkte gebied ter wereld.
Het achterblijven van agrarische productie leidt tot groei van steden.
Tussen 1700 en 1750 kwam er stagnatie van de groei van steden (de-urbanisatie).
Dat zorgt voor groei van de werkgelegenheid op het platteland:
- Landbouw
- Turfwinning (brandstof)
- Droogmakerijen
Pas na 1850 kwamen er grotere veranderingen in stedelijke patronen. De industrie
kwam op en er was een landbouwcrisis. Ook heeft de stedelijke structuur steeds
meer de hedendaagse vorm.
Fabrieken gaan zich aan de rand van de stad vestigen, dat zorgt ook voor
veranderingen van het stedelijk patroon. Er ontstaat een infrastructuur om de
fabrieken aan de steden te linken.
Er ontstaan slechte woonomstandigheden met als gevolg dat de elite wegtrekt en er
komt een verandering van de sociaal ruimtelijke structuur en van het karakter.
, In Nederland gebeurt er vrij weinig, maar in Parijs onderneemt men actie; er kwamen
teveel mensen op de stad af. Haussman werd aangesteld om de stad aan te pakken.
Hij zorgde voor een nieuwe vorm van stadsplanning, hij zorgde voor één middelpunt
met daaruit grote wegen. Dat zorgde voor een spreiding van de functies in de stad.
Alles zag er hetzelfde uit, maar dat zorgde wel voor onvrede bij de inwoners.
In Nederland was er veel onvrede over de slechte woonomstandigheden van de
arbeiders. Die onvrede had zo’n invloed dat er een overheidsregulering kwam vanaf
1900. Hiermee kwam er wel aandacht voor de arbeiders. De blijvende druk van de
woningmarkt zorgt voor verslechterde omstandigheden. Na de invoering van de
woningwet ontstaan er arbeiderswijken.
Tuinstad zorgt ervoor dat er een afremming van de groei van de bestaande stad
komt. Deze is ruimer en groener opgezet. Het groen diende als scheidingslijn tussen
de mensen met een groter inkomen en de mensen met een lager inkomen.
De satellietstad ontstond na de tuinstad. Het gevolg daarvan is de ruimtelijke
scheiding van functies. Het ideaal bleef overeind. Dit leverde wel twee problemen
op; cityvorming (= steden worden minder bewoond, ‘s avonds is de stad verlaten) en
congestie (=filevorming). Een satellietstad heeft een eigen bestuur en ligt verder van
een grote stad af dan een tuinstad.
Le Corbusier was een zeer belangrijke architect van de 20e eeuw. Zijn stralende
(ideale) stad was een verticale tuinstad zonder laagbouw. De Bijlmer bijvoorbeeld, is
zijn ideale stad. Hij had als zijn ideaalbeeld de sociale mix, er kwamen helaas alleen
maar mensen die weinig te besteden hadden.
Vanaf de jaren 90 moest het gaan om kwaliteit. Daardoor ontstond het verband
tussen kwaliteit van de stedelijke ruimte en kwaliteit van leven. Er ontstaan nieuwe
wijken, de vinex wijken. Het ideale beeld hierbij was ook weer de sociale mix, dat
mislukte want mensen moeten wel een bepaald inkomen hebben om daar te kunnen
gaan wonen.
Segregatie; er komt een scheiding in de stad op basis van inkomen. Dit leidt tot
zogenaamde probleemwijken, er is geen sociale cohesie. Dat wordt gezien als
stigmatiserend en stereotyperend. Gentrificatie komt overwaaien vanuit de
Verenigde Staten. Dit zorgt ervoor dat er levendigheid gecreeërd wordt, zowel
sociaal als fysiek. Dat werd gedaan door bijvoorbeeld kunstenaars.
Gentrificatie heeft drie fasen:
- Artistieke fase (studenten/kunstenaars)
- Gemengde fase (middenklasse)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraverheij_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.