Hoofdstuk 7
De schadeveroorzakende partij heet ook wel laedens.
De schadelijdende partij heeft ook wel gelaedeerde.
Wettelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet.
- Vaak art. 6:162 e.v. BW van toepassing.
Contractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het contract.
- Vaak art. 6:74 e.v. BW van toepassing
- Zaakwaarneming: Iemand behartigt het belang van een ander. Deze persoon
dien de kosten daarvan te vergoeden. (6:198 BW).
- Onrechtmatige daad: Verbintenis die louter door de gebeurtenis ontstaat.
(6:162 BW).
- Onverschuldigde betaling: De wederpartij tot betaling van een geldbedrag
laten veroordelen (6:203 BW).
- Onrechtvaardige verrijking: Als iemand wordt verrijkt ten kostte van een ander.
Dit ontstaat niet uit jouw wil. (6:212 BW).
- Alimentatie: Door verbreken overeenkomst (trouwen) een geldbedrag aan de
ander betalen. (1:157 BW).
Een onrechtmatige daad bestaat vrijwel altijd uit: een inbreuk op een recht, een
doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht en een doen of nalaten in strijd met
hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
- Inbreuk op een recht: aantasten van iemand zijn subjectieve rechten
(individueel) . Bijv. vermogensrechten (eigendomsrechten, auteursrechten,
etc.) én persoonlijkheidsrechten (bijv. privacy, lichamelijke integriteit).
o Objectief recht: het geheel aan geldende rechtsnormen zoals die
voortvloeien uit wet, regelgeving, jurisprudentie en gewoonte (ook wel
positief of vigerend recht genoemd).
- Ongeschreven gedragsnorm: als iemand onvoorzichtig of onzorgvuldig
handelt.
- Schending van relatief recht levert wanprestatie op!
De rechtsvoorwaarden van een onrechtmatige daad: onrechtmatige daad,
toerekening, schade, dientengevolge (causaal verband) en relativiteit (6:163 BW).
1. Onrechtmatige daad: zie hierboven.
2. Toerekening: Leer van de redelijke toerekening houdt in dat, ook als
aansprakelijkheid wordt aangenomen, alleen die schade moet worden
vergoed die redelijkerwijs kan worden toegerekend.
3. Schade: Er moet schade zijn door de handeling. Deze schade kan je verhalen.
a. Immateriële schade: schade die niet eenvoudig in geld is uit te drukken,
omdat zij bestaat uit geestelijke of lichamelijk letsel, gederfde
levensvreugde, dan wel aantasting van een goede naam van een
persoon.
4. Causaal verband (art. 6:98 BW): De onrechtmatigheid moet de oorzaak zijn
van de schade. Ook wel Cindicio sine qua non.
, 5. Relativiteitsbeginsel (art. 6:163 BW): dit beginsel houdt in dat de schade
slechts voor vergoeding in aanmerking komt als de geschonden norm bedoeld
was om de geleden schade te voorkomen.
Rechtvaardigingsgronden.
- Noodweer (art. 41 Sr).
- Overmacht: je handelt uit ambtelijk bevel (politie, OM), je handelt in strijd met
een wettelijke plicht ten behoeve van een hoger doel (noodtoestand) en
toestemming van de benadeelde (op grond van overeenkomst).
- Risico aanvaarding: in je leven accepteer je bepaalde risico’s.
Onrechtmatigheid door gevaarzetting (Kelderluik-arrest).
1. De te verwachten mate van onoplettendheid van mensen die in de buurt van
de gevaarlijke situatie aanwezig zijn (aard van gedraging).
2. De grootte van de kans dat uit de gecreëerde situatie ongevallen ontstaan.
3. De ernst van de ongevallen die uit de situatie kunnen ontstaan.
4. De vraag hoe makkelijk voorzorgsmaatregelen hadden kunnen worden
genomen.
Zie tabel 7.1 Stappenschema onrechtmatige daad op blz. 255 !
Mogelijke vorderingen naar aanleiding van een onrechtmatige daad.
1. Schadevergoeding.
a. Rectificatie (art. 6:167 BW): verbeteren of rechtzetten van een situatie.
b. Geld: een bedrag betalen voor de schade.
c. Andere vormen: de laedens verplichten de situatie in de oude toestand
te herstellen.
2. Verbodsactie (art. 3:296 jo. 3:302 BW): wanneer iemand weet dat een ander
op het punt staat hem schade toe te brengen, kan hij de rechter ook een
verbod tot het verrichten van de onrechtmatige daad vorderen.
a. Wordt ook wel het declaratoir vonnis genoemd.
Hoofdstuk 5
Een werkgever mag alleen een concurrentiebeding schriftelijk sluiten en met een
meerderjarige werknemer (art. 7:653 lid 1 BW).
De gevolgen van een overeenkomst worden op grond van art. 6:248 BW bepaald
door de volgende factoren: hetgeen partijen hebben afgesproken, de wet, de
gewoonte en redelijkheid en billijkheid.
Haviltex-criterium.
Rechtsregel: Bij de totstandkoming van een overeenkomst staat niet zuiver
taalkundige uitleg, maar de bedoeling van de partijen centraal, dit wordt ook wel de
Haviltex-formule genoemd.
- Er mag rekening worden gehouden met de maatschappelijke positie en
rechtskennis van partijen.
Kernbedingen: Bedingen die de kern van de prestaties in een overeenkomst
aangeven.
- Dit zijn geen algemene voorwaarden in de zin van de wet.
, Bedingen vernietigbaar indien:
- Je er geen kennis van hebt kunnen nemen (art. 6:233 sub b BW).
- Als een beding onredelijk bezwarend is (art. 6:236 BW).
o De zwarte lijst: per definitie onredelijk bezwarend.
o De grijze lijst: er wordt vermoed dat iets onredelijke bezwarend is.
Consumentenorganisaties kunnen, in het belang van de consument, ook vooraf
bepaalde bedingen vernietigen. Dit volgt uit art. 6:240 lid 1 BW.
Bijzondere overeenkomsten begrepen
Hoofdstuk 1: Algemeen
Bijzondere overeenkomsten in het BW.
- Overeenkomsten die de overdacht van een goed tot doel hebben: koop,
schenking en ruil.
- Overeenkomsten die het gebruik van een goed tot doel hebben: huur en
pacht.
- Overeenkomsten op grond waarvan werkzaamheden worden verricht:
opdracht, bewaarneming, arbeidsovereenkomst, aanneming van werk.
- Overeenkomsten met een financieel karakter: financiële
zekerheidsovereenkomst, consumentenkrediet, goederenkrediet, geldlening,
pandbelening, borgtocht, verzekering en lijfrente.
- Restcategorie: (o.a.)vaststellingsovereenkomst en reisovereenkomst.
Geschillen over bijzondere overeenkomsten kunnen aan de gewone civiele rechter
worden voorgelegd.
- Veel geschillen waar consumenten bij betrokken zijn kunnen voorgelegd
worden aan geschillencommissies als de ondernemer zich zelf of via het
lidmaatschap van zijn brancheorganisatie bereid heeft verklaard om de
behandeling van geschillen door een commissie mogelijk te maken.
Hoofdstuk 2: Algemeen overeenkomstenrecht
Aanvullend recht: Bevordert een goed verloop van het rechtsverkeer. Partijen
mogen deze onderwerpen wel zelf regelen; ze zijn vrij om af te wijken van hetgeen
de wetgever in de aanvullende regel heeft bepaald.
Regelend recht: Hiervan mag niet worden afgeweken. Het is wel toegestaan om
afspraken te maken die ten voordele zijn van de partij die wordt beschermd en dus
gunstiger zijn dan de aanvullende regel.
- Te herkennen aan: ‘zij is slechts toegelaten bij ..’ ‘mag alleen wanneer …’.
Semidwingend recht: Bepalingen waarvan wel mag worden afgeweken, als dit bij
schriftelijke overeenkomst gebeurt.
- Het idee hierbij is dat partijen bij een schriftelijke overeenkomst langer
nadenken voor het opstellen van de overeenkomst.
Driekwartdwingend recht: Bepalingen waarvan alleen bij collectieve
arbeidsovereenkomst (cao) mag worden afgeweken. Komt voor in het arbeidsrecht.
- Bij het opstellen hiervan moeten betrokkenen altijd mee instemmen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisabethP. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.