Luchtdruk = De druk van de atmosfeer op de aarde.
Verschil in luchtdruk = pressure gradient
Hoe dichter isobaren op elkaar zitten, hoe meer wind er is en hoe groter het verschil
is in luchtdruk. Dit hoort bij de pressure gradient.
Een isobar is een verbinding tussen punten van gelijke luchtdruk.
Lagedrukgebied (Cycloon): gebied waar de luchtdruk op zeeniveau laag is ten
opzichte van de omgeving.
Hogedrukgebied (Anticycloon): gebied waar de luchtdruk op zeeniveau hoger is ten
opzichte van de omgeving.
Verschil in luchtdruk:
- Afhankelijk van de afstand tot de aarde.
- Verschil in temperatuur (warme dingen zetten uit, koude dingen krimpen in).
Het verschil in luchtdruk zorgt voor wind. Wind stroomt altijd van hoge druk naar lage
druk.
Wat bepaalt de windrichting en windkracht?:
- Verschil in luchtdruk.
- Corioliseffect.
- Wrijving aan het aardoppervlak.
Corioliseffect:
- Afbuiging winden van evenaar naar beide polen.
- Draaiing van de aarde.
- Afhankelijk van luchtdruk: Noordelijk halfrond (laag: tegen de klok in. hoog:
met de klok mee) Zuidelijk halfrond (laag: met de klok mee. hoog: tegen de
klok in).
Dit alles noemen we de Wet van Buys-Ballot.
Geostrofische wind is de wind op grote hoogte in de atmosfeer, waar de wind
parallel aan de isobaren beweegt, met een hoek van 90 graden ten opzichte van de
drukgradiënt.
, Oceaanstromen:
Oceaanstroming:
- Een continue horizontale beweging van oceaanwater.
- Aangedreven door; wind en dichtheidsverschillen (temperatuur en
zoutgehalte).
- Gyres; grote ringvormige oceaanstromen door invloed Corioliseffect.
Warme zeestromen worden aangedreven door wind. Koude zeestromen worden
aangedreven door dichtheidsverschillen.
Oceaancirculatie en energietransport:
- Warm oppervlaktewater uit de tropen beweegt richting de polen.
- Thermohaline circulatie: koud water met hoge dichtheid in de Noord
Atlantische oceaan zakt en stroomt richting de evenaar, en komt uiteindelijk
op andere plekken weer aan de oppervlakte.
Neerdaling:
- Door verdamping is zeewater zouter, zwaarder en het zinkt.
- Wordt een trage onderstroom.
Opwelling:
- Koud water uit de diepte komt omhoog.
- Afkoelend effect.
- Resultaat; minder neerslag.
- Koud water bevat meer zuurstof.
Cycli in atmosferische en oceaancirculatie:
- El Niño en La Nina.
- Verstoring in de passaten.
- Er ontstaat een enorm versterkt hogedrukgebied.
Mondiale luchtcirculatie en drukpatronen:
Rond de evenaar hebben we een permanent lagedrukgebied (ITCZ). Rond de 30
graden hebben we een permanent hogedrukgebied.
Hadley cell = Atmosferische circulatie op lage breedtegraden met stijgende lucht
boven de thermische evenaar, en dalende lucht in de subtropische
hogedrukgebieden.
De ITCZ verschuift met seizoenen naar gebieden met de grootste instraling:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraverheij_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.