Rutherford kwam met een nieuw atoommodel dat de bouw van een atoom beschrijft als een positief
geladen atoomkern met daaromheen bewegende negatief geladen elektronen. Deze elektronen
vormen samen een elektronenwolk rond de kern. De atoomkern bestaat uit protonen en neutronen.
Protonen zijn positief geladen en neutronen zijn neutraal. Door de protonen heeft de atoomkern dus
een positieve lading.
Massagetal = De som van het aantal protonen en neutronen in de atoomkern.
Atoomnummer = geeft het aantal protonen in de kern weer.
Een atoom is elektrisch neutraal, dat betekent dat in de atoom de negatieve elektronen steeds
precies even groot moet zijn als de positieve protonen in de kern. De elektrische lading kun je
uitdrukken in coulomb. De lading van een proton is 1,6 x 10 -19 coulomb(C). Maar meestal gebruik je
een andere eenheid, de elementaire ladingseenheid of elementair ladingskwantum e.
Atomen van één soort bezitten altijd hetzelfde aantal protonen, maar het aantal neutronen kan
verschillen. Het atoomnummer is dus steeds gelijk, het massa getal is verschillend. Dit noem je
isotopen. Er zijn twee notaties om duidelijk te maken over welk isotoop we het hebben.
1. Cu-63
63
2. Cu
29
Elektronenschillen = de bolvormige banen rond de kern.
De eerste schil kan max 2 elektronen bevatten en de tweede max 8
Elektronenconfiguratie = De verdeling van de elektronen over de schillen
Periodiek systeem:
- Onder elkaar staan de stoffen met dezelfde chemische eigenschappen
- Langs elkaar staan de stoffen met dezelfde fysische eigenschappen.
- Horizontale rij = periode
- Verticale rij = groep
Groep 1: alkalimetalen
Groep 2: aardalkalimetalen
Groep 17: halogenen
Groep 18: edelgassen
2.2 Ionen
Positieve ionen
Een atoom kan één of meer elektronen uit de buitenste schil afstaan. Dit betekent dat de positieve
lading in de kern groter is dan de negatieve lading in de elektronenwolk. Een atoom met positieve
lading noem je een positief ion.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillgerritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.73. You're not tied to anything after your purchase.