Stroomgeleiding is een stofeigenschap op macroniveau. Indeling in drie groepen:
- Stoffen die zowel in vaste als vloeibare fase stroom geleiden. De metalen.
- Stoffen die alleen in de vloeibare fase stroom geleiden. De zouten, mengsel van een metaal
en een niet-metaal.
- Stoffen die in geen enkele fase stroom geleiden. De moleculaire stoffen, de niet-metalen.
In de vaste fase zitten de bouwstenen van een stof dicht op elkaar gestapeld. Als deze bouwstenen in
een regelmatig patroon zijn gestapeld, vormen ze een kristalrooster. Dit bepaald of ze wel of geen
stroom kunnen geleiden.
Metalen
Bij metalen zijn de atomen in een kristalrooster dat een metaalrooster wordt genoemd. De valentie-
elektronen in de buitenste schil zitten verder van de kern af dan de elektronen in de andere schillen
en dus is de aantrekkingskracht lager op de valentie-elektronen, die kunnen daarom vrij bewegen. Er
zijn nu positieve metaalionen en vrij bewegende elektronen die elkaar aantrekken, dat noem je een
metaalbinding. Door de vrije beweging van de elektronen in de vaste fase en de metaalionen in de
vloeibare fase kunnen metalen stroom geleiden.
Zouten
Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen, die elkaar aantrekken. Ze vormen een
ionbinding. Het kristalrooster dat ontstaat, heet een ionrooster. In de vaste fase zitten de ionen op
een vaste plek en geleid een zout dus geen stroom. In de vloeibare fase verliezen de ionen hun vaste
plaats en kunnen vrij bewegen. Er treedt stroomgeleiding op.
Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit ongeladen moleculen en kunnen geen stroom geleiden. De
moleculen in het kristalrooster(molecuulrooster) van een moleculaire stof trekken elkaar aan en
deze aantrekkingskracht, de vanderwaalskracht, vormt zo de vanderwaalsbinding.
3.2 Binding in moleculen
Naamgeving(geldt alleen voor moleculaire stoffen):
Voorbeeld : Co2 – koolstofdioxide. Mono hoef je nooit op te schrijven bij de
eerste atoomsoort van een naam !!! Bij de tweede, derde, etc wel!!!
Het delen van een elektron met een ander atoom zorgt ervoor dat de keren bij
elkaar worden gehouden. Dit noem je een atoombinding of covalente binding.
, Het aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding noem je de covalentie
van een atoom. De bouw van een molecuul wordt meestal weergeven in een structuurformule. Je
tekent alle atoombindingen.
Er
zijn
apolaire en polaire atoombindingen bij moleculaire stoffen.
Bij een polaire binding krijg het ene atoom een kleine negatieve lading(δ-) en de andere een kleine
positieve lading(δ+). De kleine lading die atomen krijgen heet partiële lading.
Met behulp van de elektronegativiteit(de kracht waarmee een atoom de elektronen van een
atoombinding aantrekt) bepaal je welke binding het is:
Het verschil in elektronegativiteit benoem je als volgt, ΔEN =……
3.3 Binding tussen moleculen
Het smelt- en kookpunt van een moleculaire stof hangt samen met de sterkte van de
vanderwaalsbinding. Hoe hoger de molecuulmassa van een stof, hoe hoger het kookpunt, hoe
sterker de vanderwaalsbinding. De vorm van het molecuul heeft ook invloed op de
vanderwaalsbinding. Hoe ronder het molecuul, hoe minder contact oppervlak er is tussen de
moleculen, hoe zwakker de vanderwaalsbinding. Er zijn uitzonderingen, zoals water, maar ook:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillgerritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.73. You're not tied to anything after your purchase.