100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting World Cities and Urban Inequalities, literatuur hc 1-8 $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting World Cities and Urban Inequalities, literatuur hc 1-8

 103 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak World Cities en Urban Inequalities van de literatuur behorend bij hoorcollege 1 tot en 8. Gehele document bedraagt 25 pagina's, maar door gebruiken van veel enters, opsommingen en dus lege tekst bedraagt de hele samenvatting naar schatting 15 volledige pagina's volle tekst.

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 26  pages

  • June 8, 2021
  • June 8, 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting World Cities and Ubran Inequalities 2021

L1:
1. Abrahamson (2004): Global cities, ch. 1
- Grote steden zijn historisch gezien focuspunten van landen, omdat:
o Vroeger vooral beweging binnen landsgrenzen, totdat bedrijven de grenzen
overgingen
- Links tussen transnationale steden werden een wereldwijd netwerk
o Steden werden belangrijker dan landen
o Sommige steden zijn belangrijker dan andere en hebben meer invloed
- Tijdens laatste decennia 20ste eeuw werden steden over de hele wereld steeds afhankelijker
van elkaar
o Ook negatieve gevolgen: bij financiële crisis iedereen geraakt, grote vraag naar olie

Identifying global cities
- 1900-1950: productie en industrie in steden
o Vanaf 1950: afname productie  bracht sociale en economische problemen
 Steden reageerden met “globalization response”: buitenlandse bedrijven
aantrekken die cultuur meenamen (goed voor toerisme)
1. Steden die hier het best in slaagde: nieuwe wereldsteden
- 4 klassieke wereldsteden: Tokyo, New York, Londen en Parijs
o Sommige geleerden focusten zich alleen op die topsteden
 Gevaar: generaliseren construct ‘global city’ + andere steden maken geen
kans
o Geen duidelijke maatstaf voor wanneer iets een wereldstad is
o Na de top-tier wereldsteden komen de second- en third-tier steden
- Zitten nu in de postindustriële stad door afname in productie + veranderingen in percepties
en levensstijlen van mensen. Twee stromingen:
1. Postmoderne cultuur ontstaan door postindustriële economische reorganisatie
o In het begin vooral nadruk op economische kant van wereldsteden (Friedmann bijv.)
2. Postmoderne cultuur ontstaan door economie en overheid
o Vaak wordt er gekozen voor een middenweg tussen de twee stromingen (dit artikel
ook).

Industrial to postindustrial economies
- 1900-1950: productie, daarna dus afname. Redenen:
o Doordat bedrijven verplaatste naar armere landen
 Hoofdkwartieren bleven in rijke landen!
 Arbeids- en productiekosten lager
o Automatisering in rijke landen: machines ipv mensen
 Economische en sociale problemen  steden zichzelf opnieuw uitvinden

Who benefits?
- Niet iedereen profiteert van buitenlands kapitaal in stad
o Binnensteden vaak wel (onroerend goed, toerisme)
o Sassen: zakenlui willen van stad een zakencentrum maken en kijken niet naar
belangen van de minderheden die weinig verdienen

The knowledge/information base
- Castells: de new global order is gebaseerd op vermogen informatie en kennis te vergaren

, o Steden zijn “space of flows”

Economic measures of global cities
- 1970: begin beschrijven van vorming van global division of labour tussen steden
o Voorheen: veranderingen in de stad gebeuren spontaan als gevolg van natuurlijke
wetten. Vanaf 1970: steden zijn koopwaren en mensen met welvaart en macht
beslissen welke wijken investeringen krijgen en dus groeien.
 Politiek voor het eerst belangrijk
 Zelfde zou gelden voor steden: grote steden bepalen welke steden groeien

- World System Theory (WST) ook rond 1970 bedacht: kern en periferie is zelfonderhoudend
systeem waarin de kern de periferie exploiteert
o Denk aan bedrijven die weinig betalen
o Wereldsteden zijn ook de grootste steden in eigen land  gedachte was dat WST
zou ook werken voor analyse wereldsteden
o Friedmann (1986): aard van verbondenheid van stad in wereldeconomie is belangrijk
 Wereldstad is global command and control centre: centrum van productie en
macht
 Nadruk op de economie
o Sassen gebruikt juist geen WST en scheiding van steden en landen

Modern to postmodern culture
- Vervorming culturele kenmerken van industriële samenlevingen door aantal grote culturele
veranderingen
1. Hyperconsumptie: constant groeiende wensen
2. Hyperrationality: rationaal zijn voor maximale winst (Fordisme)
o Kwantiteit boven kwaliteit
o Postfordisme: overdreven rationaliteit (hyperrationaliteit)  dingen die efficiënt
lijken (magnetronmaaltijden, all-in groepsreizen)
3. Dedifferntiatie: grotere dichtheid en grootte industriële samenleving leidde tot grotere
specialisatie (aldus Durkheim)
o Differentiatie: specifieke producten maken
o Er kwam te veel differentiatie: het explodeerde
 Verschillen arm en rijk namen af: musea niet meer alleen voor de rijken

Cultural measures of global cities
- Samenlevingen begonnen eind twintigste eeuw steeds meer op elkaar te lijken  meer
nadruk op vrije tijd en consumptie
- Twee stromingen:
1. Culturele dimensie komt voort uit economie
2. Cultuur en economie zijn gelijk
o Meeste financiële districten van wereldsteden zijn ook media- en museabolwerken
- Grote knooppunten in de wereld zijn global city-regions

2. Abrahamson (2004), ch. 4
- 20ste eeuw: urban rankings waren gefocust op de rol van de stad in het land zelf
o Focus op primacy: stad die alle steden overtreft
- Laatste decennia 20ste eeuw: transnationale links worden belangrijker
o Bijvoorbeeld financiële markten

Global classifications

, - Sociale wetenschappers wilden weten hoe internationale steden gerankt moesten worden
o Primacy was niet handig, want buiten de landsgrenzen nu
o Wanneer men exact begon met classificeren is lastig te bepalen
 Hall (1966) erg belangrijk voor de vele artikelen in 1980
 Friedmann: hiërarchie door hoeveelheid internationaal geld en
hoofdkwartieren
1. Control en command centres of the global economy
2. De tradtionele top 4
 Welk meetsysteem het beste is, is lastig te zeggen
o Het gebruiken van slechts één maatstaf zorgt voor verschillende uitkomsten (Parijs is
cultureel sterk, maar economisch is Londen sterker) + nuances missen  meerdere
indicatoren combineren

Location of stock exchanges
- Steden met grote financiële uitwisselingen zijn hoekstenen in wereldeconomie
o Die gelduitwisselingen trekken bovendien bedrijven  concentratie financiële
activiteiten in wereldsteden

International banking and finance
- 1970: banken zagen in dat zowel het thuisland als buitenlandse rekeningen beheren
winstgevend zou zijn
o Telecommunicatie maakte dit mogelijk
- Sassen: bankensectoren in grote steden hebben voordeel van “global connectivity” 
internationaal is er veel mogelijk + contacten wereldwijd
- Twee indicatoren voor bekijken concentratie van kapitaal in grote financiële centra:
1. Locatie grote banken
2. Locatie werelds grootste financiële dienstenindustrieën
 beide tonen aanwezigheid veel kapitaal en expertise

Multinational corporations and foreign investment
- Grote hoeveelheid hulpbronnen en voorzieningen in bezit van multinationals maakt ze
belangrijk voor stad waarin ze gevestigd zijn
o Deze steden hebben voordeel van veel geld dat naar het land (met hoofdkwartier)
stroomt en veel invloed die wordt uitgestraald door de beslissingen vanuit HQ
- Redenen voor productiefabrieken buiten rijke landen plaatsen:
1. Goedkope arbeid en materialen
2. Toegang tot nieuwe markten
- Sinds 1970 is Foreign Direct Investments sterk gegroeid
o Bewijs voor internationalisatie
o 2 grote stromen van FDI afgelopen decennia:
1. Van bedrijven in rijke landen naar bedrijven in arme landen
 Azië en Latijns-Amerika
2. Tussen bedrijven in rijke landen

Corporate service firms
- Beslissingen maken in hoofdkwartieren vergt diverse expertises
o Bedrijven die deze diensten aanbieden, runnen de “advanced corporate economy”
o Waren geen nieuwe diensten, maar vraag ernaar was heel hoog
- “Globalization and World Cities” (GaWC) richt zich op groei en verbindingen van zulke
bedrijven (corporate service firms)
 theorie dat wereldsteden control en command functies hebben

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnelst98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  11x  sold
  • (0)
Add to cart
Added