Kraamtranen
o Vindt plaats tussen dag 3-10 dagen na de bevalling.
o Bij 50-80% van de bevalling bij jonge moeders.
o Het gaat vanzelf weer over, het zijn stemmingswisselingen.
Postpartumpsychose
o Ongeveer 200 vrouwen per jaar hebben hier last van.
o Psychiatrisch ziektebeeld.
o Een storing in het immuunsysteem.
Herken een postpartumpsychose
o De moeder is extreem druk.
o Onsamenhangende spraak.
o Hallucinatie.
o Een opname is noodzakelijk.
Klinisch kraambed
o De moeder blijft op de kraamafdeling.
o Begeleiding en controle op het ziekenhuis is belangrijk.
Antidepressiva gebruik tijdens de zwangerschap:
o Antidepressiva kunnen afkickverschijnselen bij de baby geven, zoals onrust en veel
huilen.
Postpartumdepressie
o Overkomt 10-20% bij de vrouwen.
o Gemiddeld rond de 4e maand beginnen de verschijnselen.
o De kans om opnieuw een postnatale depressie te krijgen bij een volgende bevalling
komt bij 60% bij vrouwen voor.
Oorzaken van postpartumdepressie
o Biologische factoren, zoals hormonen.
o Sociale factoren
o Psychische factoren
Herkennen postpartumdepressie
o De moeder heeft schuldgevoelens.
o De moeder is onzeker en onhandig in de verzorging van de baby.
o De moeder kan niet genieten van de baby.
o De moeder kan niet normaal functioneren.
Posttraumatische stress-stoornis
o Wanneer er tijdens de bevalling een ingrijpende of levensbedreigende situatie
ontstaat.
o Flashbacks en angstaanvallen.