Samenvatting Historische context: verlichting en revoluties
1 view 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
In dit document wordt de historische context van de Verlichting en Revoluties beschreven. Veel vrienden van mij vragen altijd om deze samenvattingen want alles wat je écht moet weten staat er goed in beschreven!
Verlichting en revoluties 1650-1848
De verlichting (1650-1789)
Leidende vraag: Welke ideeën ontstonden er tijdens de verlichting over de ideale samenleving?
Door de verlichting kwamen vanaf de tweede helft in de 17 e eeuw oude inzichten ter discussie:
Gematigd verlichting: probeerden een middenweg te vinden tussen rede en traditie.
Radicale verlichting: de democratie, vrijheid en gelijkheid zijn universele waarden.
Nieuwe ideeën:
Het empirisme en het rationalisme (twee filosofische stromingen) stelden dat traditie en geloof
moesten plaatsmaken voor waarneming en rede:
Empirisme: kennis, komt voor uit ervaring en waarneming
Rationalisme: de rede, het menselijk denkvermogen is de voornaamste bron van kennis
Tijdens de verlichting gingen ontwikkelde mensen het redelijke en wetenschappelijke denken op alle
terreinen van het leven toepassen. De samenleving moest niet gebaseerd zijn op erfelijke rechten,
plichten of religieuze ideeën, maar op de rede zijn tegen de standenmaatschappij, absolutisme,
godsdienstige intolerantie, kerkelijke dwang, machtsmisbruik en voor onafhankelijke en onpartijdige
rechtspraak.
Droit divin = vorsten hebben de macht van God gekregen. Zij vinden dat ze daarom geen
verantwoording naar het parlement hoeven af te leggen. Lodewijk XIV en andere absolute vorsten
probeerden zo te centraliseren.
De standenmaatschappij:
De verschillende filosofen:
1780 – ‘Het schild van Minerva’ (Léonard Defrance). Hij schildert een verbeelding van de verlichting:
kennis leidt tot verdraagzaamheid en gelijkheid. Rond die tijd discussieerden Europese intellectuelen
over de vraag wat de verlichting was.
Immanuel Kant:
Durf te weten, heb moed je eigen verstand te gebruiken.
John Locke:
1
, Alle mensen zijn vrij en gelijk geboren en hebben het recht hun leven, gezondheid, vrijheid
en bezit te verdedigen.
Sociaal contract = macht van de staat: mensen spreken af een deel van hun vrijheid af te
staan aan de overheid. In ruil daarvoor moest de overheid hun leven, bezit en vrijheid
beschermen en bij conflicten als neutrale rechter optreden.
Als de regering dat niet deed -> burgers mogen dan een andere regering aanstellen. Ze
konden zelfs een tiran met een opstand afzetten.
Kerk en staat: Locke was voorstander van de constitutionele monarchie en pleitte voor een
scheiding van kerk en staat. De staat moet zich niet met het geloof van zijn onderdanen
bemoeien, de staat kan namelijk niet uitmaken wat het ware geloof is.
Jean-Jacques Rousseau:
Sociaal contract = de vrijheid van de mensen wordt overgedragen aan de staat. Het volk was
soeverein en de staat moest de algemene wil van de samenleving vertegenwoordigen.
Mensen mochten niet hun eigen belangen doorzetten, maar moesten zich onderwerpen aan
wetten die in overeenstemming waren met de algemene wil.
Scheiding van kerk en staat:
God heerste over mens en natuur, greep voortdurend in het dagelijks leven in en verrichtte
wonderen. Onder invloed van de ontdekking van natuurwetten ontstond twijfel aan dit geloof.
Voltaire: gematigd
De natuurwetten bewijzen dat God de wereld ingenieus heeft gemaakt. Volgens deze deïsten
ontwikkelde de wereld naar God zijn plan, maar bemoeide hij zich daarna er niet meer mee.
Spinoza: radicaal
De natuur was niet gemaakt door God, maar natuur en God zijn hetzelfde.
Geloof in wonderen is slechts het gevolg van onwetendheid. De natuur en dus God waren
puur rationeel de mens moet zich niet gehoorzamen aan God, maar afgaan op zijn eigen
verstand.
Gematigde en radicale verlichting:
Het vertrouwen in de rede leidde tot optimisme. Vanaf 1750 hingen bijna alle verlichte denkers de
vooruitgangsgedachte aan -> er kwam meer vrijheid en tolerantie en er waren verbeteringen
zichtbaar op allerlei terreinen.
Tegelijk werden de tegenstellingen tussen verlichte denkers onderling zichtbaar:
1. De gematigde verlichting van denkers: zij zochten een evenwicht tussen rede en traditie.
Voltaire: God heeft de wereld geschapen en daarom hoort de ongelijkheid van de
standenmaatschappij bij het menselijk bestaan. Slechts een kleine bovenlaag was geschikt
voor het redelijke denken, de andere 90 procent verdiende geen verlichting. De rede moest
worden aangevuld met ervaring en morele normen.
Kant: puur rationalisme kan leiden tot waanideeën en immoreel gedrag. Er is een universele
morele wet waaraan iedereen verplicht is zich te gehoorzamen: bijv. niet stelen.
2. Radicale stromingen: zij willen met de traditie breken en een geheel nieuwe maatschappij
creëren.
Spinoza: alle mensen hebben dezelfde behoeften en moeten dezelfde rechten hebben,
achtergrond maakt niet uit. De radicalen willen de standenmaatschappij afschaffen en
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dereus52. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.