100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Historische context: Duitse Keizerrijk en Koude Oorlog $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Historische context: Duitse Keizerrijk en Koude Oorlog

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In dit document worden er twee historische contexten behandeld: 1. Duitse Keizerrijk 2. Koude Oorlog Veel vrienden van mij gebruiken deze samenvattingen omdat er écht alles goed in beschreven staat!

Preview 2 out of 13  pages

  • Yes
  • June 9, 2021
  • 13
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
1


Duitsland (1871-1945)
Paragraaf 2.1: Het Duitse keizerrijk (1871-1919)
Leidende vraag: Wat betekende vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen
de Europese grootmachten?

Het ontstaan van het keizerrijk:
De Pruisen:
Vanaf de tijd van Lodewijk XIV was Frankrijk lange tijd de machtigste mogendheid op het Europese
continent, maar ze werden in de 19e eeuw ingehaald door de Pruisen. De Pruisen hadden het
overgrote deel ten oosten van de hoofdstad Berlijn en kreeg op het Congres in Wenen (1814) nog
grotere gebieden in West-Duitsland erbij. De Pruisische bevolking en industrialisatie (produceerde
staal en kolen) groeide snel  ze konden een sterk leger en wapenindustrie bouwen.

De Duitsers:
Daarnaast waren er ook andere Duitse staatjes, deze nationalisten wilden één grote staat. De
Pruisische kanselier Bismarck maakt gebruik van het nationalisme: hij wakkerde de nationalisten in
1870 aan om oorlog te voeren met Frankrijk  Frankrijk werd verslagen.

Het Duitse leger omsingeld Parijs en Bismarck liet Duitse vorsten naar Versailles komen 
18 januari 1871: Duitse keizerrijk (eenheidsstaat) wordt uitgeroepen en kroonden koning van
Pruisen tot keizer Wilhelm I.

Duitsland onder Bismarck:
Het Duitse keizerrijk was politiek, militair en economisch de sterkste mogendheid. Maar ze worden
omgeven door andere sterke mogendheden: Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije en Rusland.

Politiek:
Bismarck voerde voorzichtig buitenlands beleid, gericht op behoud van bestaande machtsevenwicht
 Hij sloot met OH en Rusland allianties, waarbij ze beloofden elkaar te helpen in oorlog of neutraal
te blijven (om zo aardsvijand Frankrijk te voorkomen). Bij conflicten tussen Europese landen trad
Bismarck op als ‘eerlijke makelaar’.

Conferentie van Berlijn (1884-1885):
Deze conferentie wordt uitgeroepen door Bismarck om het conflict over de monding van de rivier de
Congo in Afrika in te delen.
 België: mag in het hart van Afrika een kolonie stichten, maar moet de Congo-monding met
Frankrijk delen.
 Groot-Brittannië: krijgt monding van Niger.
 Ook werden er afspraken gemaakt over het in bezit nemen van nieuwe gebieden rond de
Afrikaanse kustlijn.

1884: Bismarck gaat akkoord met stichting van kolonies in Afrika omdat de Duitse nationalisten hier
belangstelling voor hadden  Duitsland verwierf grote gebieden in het oosten en (zuid)westen van
Afrika.

Duitsland onder Wilhelm II:
Wilhelm II wilde in tegenstelling tot zijn voorgangers in de politiek de leiding hebben, omdat hij niet
tevreden was met het machtsevenwicht  hij ontslaat Bismarck in 1890.

Weltpolitik:
Deze was gericht op de vestiging van een wereldimperium met overzeese kolonies. Daarbij vond het

1

, 2


vooral de koloniale grootmachten GB en FR tegenover zich  Duitsland wilt een sterke oorlogsvloot
hebben om kolonies te verwerven en overal in de wereld zijn belangen te kunnen verdedigen.

1898: Rijksdag neemt eerste Vlootwet aan  Duitsland bouwt grote vlot van slagschepen, maar
Engeland voelde zich bedreigd en gingen nog grotere slagschepen bouwen  wapenwedloop:
waarbij de Britten nog de grootste en sterkste vloot hadden.

Duitsland wordt gevreesd doordat:
 Duitsland ging na het falen van de Weltpolitiek zich meer op Europa richten.
 De sfeer in Duitsland werd steeds militaristischer.
 De Duitse economie groeide sterk

De zorgen in Rusland, Frankrijk en GB namen toe. Zij werden bondgenoten. Hierdoor raakte
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije ook nauwer verbonden. Duitsland was vooral bang voor Rusland
omdat zij hun invloed naar het westen wilde uitbreiden en ze aan hun industrialisatie waren
begonnen.

De Eerste Wereldoorlog:
1914: begin Eerste Wereldoorlog door rivaliteit Rusland en Duitsland:
1. De Duitsers hadden al een oorlogsplan (Schlieffenplan) klaarliggen: vanuit België zou het
leger over de Franse noordgrens trekken om Parijs te veroveren en daarna de SU. Maar de
geallieerde Franse en Britse troepen zetten de tegenaanval in  Slag van Marne (1914)

Een week lang werd er ten oosten van Parijs gevochten, hierbij werden veel industrieel
geproduceerde wapens gebruikt. Uiteindelijk wisten de geallieerden het Duitse offensief te stoppen.
De Duitsers groeven zich ten noorden van Parijs in, hierdoor begon de loopgravenoorlog.

2. Het Schlieffenplan mislukte ook doordat Rusland sneller mobiliseerde dan verwacht,
hierdoor moesten er meer Duitsers naar het oosten  twee frontenoorlog.

Het najaar 1918:
In WOI brachten de burgers naast militairen ook grote offers, de burgers vormde het ‘thuisfront’,
door oorlogsmaterieel te produceren. Hierdoor bleven er weinig arbeidskrachten over in de
landbouw, hierdoor ontstond een voedseltekort  dit wordt versterkt door Britse blokkade in
Duitse havens.

1918: er ontstaat onvrede onder het volk en de soldaten. De marineleiding gaf de oorlogsschepen
nog een bevel (ondanks dat de Duitse nederlaag al bekend was) de havens uit te varen en slag te
leveren met de Britse vloot  de matrozen weigerden te gehoorzamen.

Muiters en arbeiders gingen de straat op om vrede en revolutie te eisen, daarnaast vielen ze de
wapenopslagplaatsen aan en maakten zich meester van de havenstad Kiel  9 november: de
sociaaldemocraten roepen de Republiek uit  10 november: Wilhelm II vlucht naar Nederland 
11 november: nieuwe Duitse regering sluit wapenstilstand.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dereus52. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41
  • (0)
  Add to cart