100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bedrijfseconomie hoofdstuk 1 t/m 13 $5.93
Add to cart

Summary

Samenvatting bedrijfseconomie hoofdstuk 1 t/m 13

1 review
 18 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van bedrijfseconomie (in balans) hoofdstuk 1 t/m 13. (VWO)

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 13
  • June 10, 2021
  • 25
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 200

1  review

review-writer-avatar

By: amicevdv • 2 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 Bedrijfseconomie

Commerciële organisaties: Streven naar winst:
 Eenmanszaak
 VOF
 BV
 NV

Niet-commerciële organisaties: Streven niet naar winst maar naar een bepaald doel:
 Vereniging -> Leden, bestuur en een doel
 Stichting -> Bestuur en een doel

Doelstellingen:
 Strategisch: 5-10 jaar
 Tactisch: 2-5 jaar
 Operationeel: korte termijn-2 jaar

Doelstellingen moeten aan 4 punten voldoen:
 Duidelijk: Zo concreet mogelijk, bijvoorbeeld afzet van 200 stuks en niet grote afzet
 Acceptabel: Ze moeten redelijk zijn, het stellen van doelstellingen die constant druk leggen
op werknemers of die illegaal zijn zijn niet acceptabel
 Haalbaar: Realistisch, geen doelstelling van 75 stuks als de capaciteit 50 is
 Niet strijdig: Consistent, de doelstellingen moeten op elkaar afgestemd zijn en elkaar niet
tegenspreken

Communiceren: uitwisselen van gegevens
Gegevens worden informatie wanneer de gegevens de kennis van de ontvanger vergroten
Informatie moet aan 3 dingen voldoen:
 Betrouwbaar: Juist en volledig
 Relevant: Zoveel mogelijk aansluiten aan de informatiebehoefte
 Tijdig: Op het juiste moment en niet bijvoorbeeld een jaar later
Beslissingsinformatie: Informatie wordt gebruikt om een beslissing te nemen
Verantwoordingsinformatie: Informatie wordt gebruikt om een beslissing te verantwoorden
Feedbackinformatie: Informatie wordt vergeleken met elkaar. Bijvoorbeeld de begrote kosten en de
werkelijke kosten

Hoofdstuk 2 Basisrekenvaardigheden

Procent: per 100 = %
Promillage: per 100 = %o (% met nog een 0 erachter)
Brutowinst: Verkoopprijs – Inkoopprijs
Nettowinst: Brutowinst – Overige kosten
De …. Is ..% van de …… (Voorbeeld: De brutowinst is 25% van de verkoopprijs met inkoopprijs is 1.05)
Inkoopprijs ..% = 1.05
Brutowinst 25% =
------------------------ +
Verkoopprijs 100% =

Inkoopprijs = 75% geeft 1% is 0.014
Verkoopprijs is 100 * 0.014 = €1.40

,De …. Is ..% van de …… -> altijd onder elkaar zetten en percentages uitrekenen. De ‘’van de’’ is dan de
100%.

Afzet: Aantal verkochte producten (Dus een getal)
Omzet: Afzet * de verkoopprijs (Dus een bedrag)

Quitte spelen / Break-even: Vergelijking opstellen van Opbrengsten=Kosten

Ongewogen rekenkundig gemiddelde: Alle cijfers optellen delen door het aantal cijfers
Gewogen rekenkundig gemiddelde: Alle cijfers keer het aantal dat ze meetellen delen door het aantal
cijfers keer het aantal dat ze meetellen

Tabel
Kolom: Verticale rijen
Rijen: Horizontale rijen

Enkelvoudig lijndiagram: Een lijn in de grafiek
Samengesteld lijndiagram: Meerdere lijnen in de grafiek
Gekoppeld staafdiagram: Staven per tijdseenheid staan naast elkaar
Gestapeld staafdiagram: Staven per tijdseenheid staan op elkaar

Indexcijfers
Indexcijfer is geen percentage
Beginwaarde is indexcijfer 100
Indexcijfer berekenen:
Getal van de periode
* 100
Getal van de basisperiode

Vreemde valuta:
Geld omrekenen van de ene valuta naar de ander
Let op: vaak rekent de bank provisie per transactie

Hoofdstuk 3 Balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit

Kapitaalgoederen: Bezittingen van de onderneming
Eigen vermogen: Vermogen in de onderneming wat door de eigenaar zelf is ingebracht
Vreemd vermogen: Vermogen wat geleend is om de bezittingen te financieren (schulden)
Balans: Geeft een overzicht van de bezittingen (activa) en het eigen/vreemd vermogen (passiva)
Debetkant in de goede volgorde:
 Vaste activa: Kapitaalgoederen die meer dan een jaar of een productieproces meegaan (bv
gebouwen en machines)
 Vlottende activa: Kapitaalgoederen die minder dan een jaar of maar een productieproces
meegaan (bv voorraad en debiteuren)
 Liquide middelen: De middelen waarmee betaald kan worden (banktegoed en kas)
Creditkant in de goede volgorde:
 Eigen vermogen
 Lang vreemd vermogen: Schulden op de lange termijn, langer dan een jaar (bv hypothecaire
lening)
 Kort vreemd vermogen: Schulden op de korte termijn, korter dan een jaar (bv crediteuren en
rood staan bij een bank)

, Kenmerken van vreemd vermogen:
 Het moet terug worden betaald/afgelost worden
 Leidt tot het betalen van rente/interest
 Tijdelijk vermogen (zelfde als terugbetaald worden/afgelost worden)

Kredietplafond: Het maximale bedrag wat een onderneming in het rood mag staan
Debetkant: Wat heeft de onderneming met het vermogen gedaan
Creditkant: Hoe heeft de onderneming het vermogen voor de financiering van de kapitaalgoederen
verkregen

Balansveranderingen: Boekhouden
Begin Eigen vermogen + Nettowinst +/- privé stortingen/opnamen = Eigen vermogen na de periode

Winst en verliesrekening: Overzicht van de kosten en opbrengsten van een onderneming over een
bepaalde periode

Scontrovorm: Naast elkaar (net als een balans een debet en creditkant)
Paginavorm: Onder elkaar

Liquiditeitsbegroting: Overzicht van de verwachte (want vooraf) ontvangsten en uitgaven
Liquiditeitsoverzicht: Overzicht van de ontvangsten en uitgaven

Hoofdstuk 4 Basis Excel (Geen theorie voor toets)

Hoofdstuk 5 Verzekeren, studeren, sparen en lenen

Verzekering: De verzekeraar verplicht zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde
schadeloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van een verwacht voordeel door een
onzeker voorval

Schadeverzekeringen: De uitkering is nooit hoger dan het schadebedrag
Sommenverzekeringen: De uitkering is niet afhankelijk van verlies of schade, maar van het moment
waarop een onzeker voorval zich voordoet
Polis: Alle afspraken over de verzekering staan hierin

Voorbeelden van schadeverzekeringen:
 Brandverzekering: Dekt de schade die door brand is ontstaan. Maximaal uitgekeerde bedrag
is gelijk aan de verzekerde som. Ondernemingen met wisselende voorraden moeten daarom
goed opletten dat de verzekerde waarde ongeveer gelijk is aan de werkelijke waarde van het
verzekerde object
 Transportverzekering: Vaak zijn de goederen, het transportmiddel, de laad en loskosten en
zelfs de imaginaire winst verzekerd
 Bedrijfsschadeverzekering: Deze verzekering dekt de financiële gevolgen door bedrijfstilstand
als gevolg van bijvoorbeeld brand of stormschade
 Kredietverzekering: Indien de onderneming de verstrekte kredieten (debiteuren) niet
terugbetaald krijgt, krijgen ze dit bedrag (nooit 100% om onderneming zo zelf ook na te laten
denken)
 Exportkredietverzekering: Buitenlandse afnemers die niet betalen. Dit dekt het commerciële
risico en het politieke risico (als de politiek in het land van de debiteur het overmaken van
geld blokkeert). De verzekeringsmaatschappij kan zichzelf herverzekeren bij de Nederlandse
staat, aangezien deze export door Nederlandse ondernemingen erg belangrijk vind

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Samenvattingenvh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93
  • (1)
Add to cart
Added