Er zijn verschillende ontwikkelingstrajecten in de adolescentie. Welke beschrijving geeft stabiele
maladaptie weer?
a) Weinig blootstelling aan negatieve omstandigheden, weinig gedragsproblemen en een
positief zelfbeeld.
b) Blootstelling aan negatieve omstandigheden en maladaptief gedrag.
c) Veranderingen in biologische factoen en omgevingsfactoren zorgen ervoor dat adaptatie
naar maladaptatie verschuift.
d) Tijdelijke maladaptatie
Vraag 2
Grote categorieën of dimensies van gedragsstoornissen worden gecreëerd. Het is een systeem om
fenomenen mee te beschrijven die worden gebruikt voor klinische of wetenschappelijke doeleinden.
Welk begrip wordt hier beschreven?
a) Diagnose
b) Assessment
c) Classificatie
d) Geen van allen
Vraag 3
Er zijn verschillende behandelmethoden bij stoornissen bij kinderen. Welke methode hoort niet in
het rijtje?
a) Individuele en groepstherapie
b) Speltherapie
c) Gezinstherapie en oudertraining
d) Farmacologische behandeling
e) Maatschappelijke behandeling
Vraag 4
Het diagnosticeren van iemand met een mentale stoornis kan zorgen voor negatieve gevolgen. Wat
hoort niet in het rijtje thuis?
a) Overgeneralisatie
b) Negatieve perceptie
c) Biased verwachtingen
d) Categorisering
,Vraag 5
Jan is 11 jaar oud. Hij klaagt ‘s ochtends op schooldagen niet over hoe hij zich voelt en vertrekt
zonder problemen naar school. Hij is de afgelopen maand echter slechts 75% van de lessen aanwezig
geweest en zijn ouders waren niet op de hoogte van zijn afwezigheid bij de resterende 25% van de
lessen. Hij is een aantal keer op het matje geroepen voor het kapotmaken van spullen op school. zijn
ouders maken zich zorgen over zijn fysieke agressie en zijn neigingen om dieren te mishandelen en
zowel thuis als elders dingen te stelen.
Volgens de criteria die Berg heelt opgesteld, moet Jans gedrag geclassificeerd worden als:
a) spijbelen.
b) schoolonthouding (“school withdrawal")
c) schoolweigering
d) vroegtijdige schoolverlating
Vraag 6
Welke van de volgende stellingen over de karakteristieken van normale angsten van jonge mensen is
onjuist?
a) Naarmate men ouder wordt, is er een gestage afname van de hoeveelheid angsten?
b) Jongens en meisjes melden een soortgelijke intensiteit in hun angsten.
c) Ouders kunnen de prevalentie van angsten bij hun kinderen onderschatten.
d) Veranderingen in de inhoud van angsten en twijfels weerspiegelen waarschijnlijk
voortdurende cognitieve, sociale en emotionele ontwikkelingen.
Vraag 7
Stelling 1: “Het vaststellen van de hoeveelheid aandoeningen is moeilijk omdat het afhankelijk is van
verschillende factoren, waaronder de manier waarop aandoeningen worden gedefinieerd, de
populatie die getoetst wordt en de methodes die gebruikt worden om problemen te identificeren.”
Stelling 2: “Kennis van de leeftijd waarop aandoeningen ontstaan kan op etiologie wijzen. Indien deze
op zeer jonge leeftijd ontstaan, kan dit wijzen op genetische en/of prenatale etiologie.”
Welke van deze stellingen zijn juist en/of onjuist?
a) Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
b) Stelling 2 is juist, stelling 1 is onjuist.
c) Beide stellingen zijn juist.
d) Beide stellingen zijn onjuist.
, Vraag 8
Stelling 1: “Schoolweigering komt zowel tijdens de kinderjaren als in de puberteit voor.”
Stelling 2: “Schoolweigering komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.”
a) Beide stellingen zijn juist.
b) Beide stellingen zijn onjuist.
c) Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist.
d) Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist.
Vraag 9
De achtjarige jongen Ben weigert naar school te gaan, klaagt over buikpijn en misselijkheid op
schooldagen en ervaart grote angst in deze en andere situaties waarin interactie met
leeftijdsgenoten noodzakelijk is. Ben zal waarschijnlijk de volgende DSM-IV-diagnose krijgen:
a) Separatieangststoornis. (Separation Anxiety Disorder)
b) Specifieke fobie.
c) Sociale fobie.
d) Generaliseerde angststoornis. (Generalized Anxiety Disorder)
Vraag 10
Schoolverzuimproblematiek wordt geassocieerd met psychosociale risicofactoren. Egger en collega’s
(2003) hebben psychosociale risicofactoren die geassocieerd worden met ‘puur angst-gerelateerd
schoolweigering’ (pure anxious school refusal) en ‘puur spijbelen’(pure trancy) onderzocht. Zij
stelden vast dat:
a) ‘puur angst-gerelateerde schoolweigeraars (“pure anxious school refusers”) een significant
hogere kans hebben op een gedragsstoornis (conduct disorder).
b) ‘pure spijbelaars’(“pure truants”) een significant hogere kans hebben om een biologische
ouder te hebben die in behandeling is geweest voor geestelijke gezondheidsproblemen.
c) Er een significant grotere kans is dat ‘puur angst-gerelateerde schoolweigeraars’ (“pure
anxious school refusers”) gebrekkig ouderlijk toezicht hebben.
d) Er een significant grotere kans is dat ‘pure spijbelaars’(“pure truants”) gebrekkig ouderlijk
toezicht hebben.
Vraag 11
Het is aangetoond dat kindermishandeling verschillende gedragsstoornissen kan veroorzaken. Dit
toont welk principe aan:
a) Equifinaliteit
b) Multifinaliteit
c) Overmatige continuïteit
d) Cumulatieve continuïteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TonVerschuren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.92. You're not tied to anything after your purchase.